Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Ergens lacht een kind
soms speelt
de tijd met
stemming en licht
verandert
het zicht op
pleinen en straten
die andere
kleuren op deuren
en ramen dragen
haast heeft
in traagheid nog
geen plaats gekregen
het groen
rust zonder wind
ergens lacht een kind
stukjes decor
uit het toneel
van mijn jeugd
die vaak mijn
dagen bewonen
in plotseling overkomen
In ontspannen zijn
ik ben alleen
heb de wereld
buiten gesloten
warm sla ik
de stilte
om me heen
nog jagen
vragen op
een antwoord
maar de puzzel
van vandaag
wordt traag
ik hoor mijn hart
voel het bloed
in bewegen
eindelijk kom ik
in ontspannen zijn
mezelf weer tegen
Een schitterend relikwie
ik heb altijd met
gretigheid gereikt
naar ultieme schoonheid
vond ontroering
en extase in de
mooiste muziek
zag de ziel
van een schilder in
een schitterend relikwie
verdwaalde in de
paradijselijke rankheid
van een beeldengroep
maar schrok ontzettend
van oceanen vol met
niet afbreekbare troep
kan schoonheid nog bestaan
als wij de zon boven dit
verschrikkelijk inferno op laten gaan
Wakkerend geweld
ik zag
in de spiegel
van je ogen
het gladde
verdwijnen en
golfjes verschijnen
nog kreeg ik
de wind niet
pal van voren
maar in het
wakkerend geweld
werd storm geboren
wij deden water
in de krachtige wijn
hebben de golven bezworen
geen zee gaat ons
te hoog maar ruzie
kan ons niet meer bekoren
Het vele klatergoud (ode aan Elze)
ik heb je gereedschappen gezien
de werktuigen waarmee jij
je bijzondere constructies maakt
waar drie dimensionaal de basis is
maar logica de grondslagen mist
om je in oordeel te gaan volgen
jij schroeft moeiteloos zonder draad
toch sluiten moeren de wegen die jij gaat
in de jou passende verbindingen
geeft staal geheugen mee
om de zee duurzaam te klieven
verovert draagkracht om te kunnen vliegen
spreidt knoesten in het eeuwenoude hout
om hun verhalen bloot te leggen
luistert minzaam naar het vele klatergoud
genereert dimensies die raken aan eeuwigheid
verbindt werelden met emoties uit een
reeds lang verleden en al voltooide tijd
jij geeft ons met een joyeus gebaar
een werkelijkheid die nog in schepping is
waarin het gedicht als poëzie al hemels gist
Een alter ego
mag ik
naast je staan
mijn vleugel
om je slaan
je even warmen
zonder armen
om de wereld te bekijken
in samen vergelijken
ik kom niet
van zo hoog geen
regenboog of hemel
gewoon een alter ego
een klankbord
waar je tegen praat
als het soms moeilijk is
of alles minder gaat
ik groet je in de
dingen die je ziet
bloemen en de zon
kijk maar eens achterom
woon in je gedachten
waar we lachen om de
gekke dingen die er zijn
samen delen we ook pijn
zo af en toe
wil ik je even bij me
dan spiegelen we
en worden samen blijer
Nog spiegel ik
ik heb geen
schaduw meer
om mee te praten
als sparringpartner
te vechten tegen tijd
nog spiegel ik
maar schrik
als ik zie wat er
nog over is van de
jeugdige vitaliteit
jij was altijd
mijn beste vriend
als ik ooit op de
voorgrond trad bleef
bescheiden jij bij af
in licht en donker
hebben wij gedold
de rollen omgedraaid
als ik voor even in
schaduw wilde leven
wij zijn naar elkaar
gegroeid in de strijd
voor ons bestaan
nu voor altijd samen
voordat we gaan
Het brakke water
ik heb tal van
omzwervingen gedaan
ben in woestenijen langs
peilloze afgronden gegaan
het goede pad betreden
maar later weer afgegleden
naar diepe duisternis waar
zelfs schaduw nog gevaarlijk is
heb het land bezeild
steile rotsen beklommen
een zekering gemist in het
gaan naar de verdoemenis
alleen het brakke water
heeft mij rust gegeven
in die kraamkamer van god
leerde ik het scheiden van leven
Mijn schilderij is blond
ik heb vanmiddag
in streken
het voorjaar opgezet
nog niet
met groot penseel
en felle kleuren
maar het pril van
eerst verschijnen op het
lichte wit van sneeuw gelegd
zon wist met
zijn koesterende warmte
al wat diepte in te stralen
mijn schilderij is
blond van wind en zon
in lentes eerste levensverhalen
Open eindes
het waren slechts beelden
die met elkaar speelden
als in een vluchtige klucht
tekens uit oude geschriften
met eigen haken en ogen
die zich niet wilden schikken
mijn orde was chaos
toch vormden zich woorden
alsof zij elkaar beter hoorden
samenwonend in zinnen
was het een moeizaam beginnen
maar zij voltooiden toch hun verhaal
vol transparant perspectief
creëerden zij open eindes
daarin hadden zij elkaar innig lief
Zij schaduwen schoonheid
ik ken de pennen
die vals schrijven
in gif gedrenkt zie je
hoe letters en krullen
hun kwade genius onthullen
zij schaduwen schoonheid
breken met lompheid
het speelse in zinnen
die in hun optie nooit
als kunst kunnen beginnen
toch zijn zij welkom
met hun pennenvruchten
die nu nog zuchten
onder de winterse kou
acceptatie is lente kom gauw
Verstrooit het licht
je bent van glas
dat in zijn matheid nog
maar vage beelden lacht
waar het bewegen
nog slechts een schaduw
is van het echte leven
je krachtige lijnen
zijn broos en breekbaar
door de tijd geraakt
het kristal transparante
heeft na vele jaren zijn
vitale flonkering gestaakt
nog ben je niet gebroken
maar in de warme middagzon
verstrooit het licht je ouderdom
Toch zijn er rafels
ik streepte zwevend
weg in straffend raken
wist van mythische figuren
bouwstenen te maken
voor mijn komend rijk
gegrondvest op de rede
geen dwaze luchtkastelen
versierselen en ornamenten
maar transparante treden
op de ladder naar omhoog
zonder losbandigheden aan
het einde van de regenboog
toch zijn er rafels
in de krochten beneden
diep in verborgen stegen
krioelt het passionele leven
door veel roze en fel rood
sterielheid is al levend dood
Duizend dingen
Ik denk aan duizend dingen,
geen dag gaat meer voorbij.
En al die duizend dingen,
ik zet ze op een rij.
Al die gedachtes in m'n hoofd,
ze zweven rond en ik weet niet wat dat belooft.
Vreugde en verdriet,
niks gaat er aan voorbij.
Gelukkig ondanks dit,
ben ik nog steeds vrolijk en blij.
Ik geniet van de grote en kleine dingen,
dit zijn juist alle bijzondere en fijne herinneringen!
Stille weemoed
ik wist
dat de kou
weer zou komen
zag de ganzen
op hun vlucht
in je ogen dromen
met stille weemoed
vlogen wij mee naar
het zuiden langs de zee
je was iets kwijt
lachte in berusting
ik voelde vage spijt
de wereld was
intens verlokkelijk
met opgefokte haast
wij werden opgeslokt
alleen in de vakanties
was rust altijd de baas
Weer klinkt het lied
hun woorden
bevroren tot ijs
door een gure
wind gedragen
tochtten zij kilte
door het paradijs
waar tropische
emoties bruisten
felle blikken
huisden in het
smeulend vuur
van omfloerste ogen
stilte brak
de eerste schrik
paniek vluchtte in
chaotische taferelen
zij drongen met velen
naar te weinig lucht
hun vlucht
is gevangen
in lange gangen
van de witte dood
weer klinkt het lied
alleen zij zijn er niet
Je bladerde bleek
het was al
een klein wonder
dat jij groeide
zag hoe je steel
zich kromde in een
voortdurend verwonden
je bladerde bleek
op een plaats uit de zon
zonder koesterend licht
bijna niemand wist
hoe eenzaam je oogde
in het mat witte gezicht
toch knopte je
na doorgestane ellende
bloeide plotseling voluit
met warme kleuren die
vol tederheid spraken over
je leven dat even de hemel raakte
Vallend licht
merkwaardig toch
hoe mensen zich gedragen
als zij zomaar stenen rapen
vergelijken vormen
grote en structuren in een
bijzonder diepgaand turen
verbazen zich om lijnen
die een onnavolgbaar
patroon laten verschijnen
zij zijn vergeten
dat de steen hen wenkte om
aandacht aan hem te schenken
hij focust al van verre
met kleur en vallend licht de blik
van ogen in een speurend gezicht
Echte schoonheid
het lijkt een gave
om strijdbijlen
niet te begraven
maar ze als eerste steen
te werpen zodat jij je gelijk
als waarheid kunt erven
juist in schikken wordt
een compromis naar eenheid
geleid en is consensus bereikt
ik lach als de cd voor
de duizendste keer wordt gespeeld
met het refrein dat overleven heet
Weinig mystiek
ons rest nog
maar weinig mystiek
door rationele repliek
ook de magie wordt
in het logisch circuit
stevig te kijk gezet
wij zijn verworden tot
automaten die zogenaamd
iets zinnigs uitbraken
geloof hoop en liefde
zijn niet te vatten omdat
zij nooit in structuren passen
godzijdank zijn er nog
dromen waarin sprookjes sagen
en legenden tot ons kunnen komen
schijnt toeval en verbazing
dwars door de dubbele beglazing
van onze geïsoleerde geest