Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Kleuren die ik hoorde
ik wilde kleur brengen
in mijn pianospel maar de
zwarte toetsen deprimeerden
met de witte ging het wel
schilderde eenvoudige
melodieën uit de losse pols
met hier en daar wat
buitenissige akkoorden
er waren mensen die
daarvan de schaduw hoorden
in de vol tonige muziek
van mijn primaire kleurenlied
zij mengden niet in
een natuurlijk vervloeien
zoals halve noten mensen
mateloos kunnen boeien
ik sloot tevreden de klep
bracht mijn kwast en palet
weer op orde en bekeek de
uitgelaten kleuren die ik hoorde
Daders zonder leven
steeds dwarrelt nieuws
als blaadjes naar de grond
gekleurd en half beschreven
triggeren zij ons geweten
vaak niet te lezen
door geweld uiteengereten
plak het bloed van mensen
aan daders zonder leven
zelden zijn de kanten
zonnig in de dag van
het seizoen want het echte
nieuws kan daar niets mee doen
pas als het kind is uitgespeeld
wind de laatste blaadjes
in de luwte heeft geveegd
vertellen wij hoe onze dag is geweest
De verte
zo af en toe
kijk ik de hemel af
weet niet waarom
wat ik daar zoek
inspanning brengt
alles dichterbij
duidelijk en klaar maar
met ontspanning kom ik daar
het geeft ruimte
in mijn overvolle geest
niets benoemen en gaan
waar ik nooit ben geweest
ontdekken wat
niet eerder is gezien
misschien een weten dat
wij al eeuwen zijn vergeten
of is het toch ontsnappen
uit de hectische gedachten
die het leven genereert
de verte is ons nooit geleerd
Je zorgeloze tred
waar je loopt
dwarrelen lentebloemen
keert wind heel zacht
de kleuren om
zo dat jij lacht
willen ogen
je blikken zoenen
in een speels contact
maar jij ondeugend
deed of je niets zag
ik ken de lichtheid
van je zorgeloze tred
bewonder het vertrouwen
dat jij in anderen hebt
maar zie handen in gebed
te vaak ben jij afwezig
in vergetelheid
dan drukken zorgen
een te grote stempel
op de dagelijkse realiteit
niemand kent
het labyrint waarin
jij loopt te dwalen
alleen de nachtelijke stilte
hoort jouw gedachten malen
Vluchteling zonder gezicht
ik wist de weg
naar het land maar een
vale zon scheen pal tegen
wind waaide
vol in ons gezicht
de verte bracht regen
met jou aan de hand
als gidste je mij
stapten we urenlang door
over een pad dat zich na
iedere bocht rechtte
en geen eind leek te krijgen
we rustten in het
avondlijke zuchten van wind
onder koud sterrenlicht
warmden elkaar
en wisten ons wanhopig
vluchteling zonder gezicht
De achterkamertijd
ik heb de lucht
met koude wind
omlaag gehaald
donkere wolken
regen gegeven
om zich uit te leven
waar transparant
ooit uitzicht bood
is alles dik beslagen
zweet eigendunk
in ongewenste smaken
door vele lagen eelt
uit de achterkamertijd
waar haat en nijd
elkaar constant fileren
passie en tranen
in onderbuiks chanteren
gerechtigheid verleren
ze worden nu met koude regens
opgeschoond nadat zij door
eigen leugens zijn weggehoond
De hoge tonen
ik ging mee met
de galmen van kerkklokken
zag hoe vogels op het land
van de hoge tonen schrokken
zij kenden het onderscheid
wisten de tijd van de
vrolijke stoet die met aanhang
vertrok voor de huwelijksreis
kozen hun plaatsen in
het lommerrijke groen van
statige bomen om maar niets
te missen van wat er zou komen
bij het donkere luiden
rolden zware golven
hun boodschap van afscheid
naar de afgelegen boerderijen
ieder stond even stil
in gebed en herinnering
de hele gemeenschap wist
van het leven en wie er nu ging
het galmen sprak aan
regelde tijd en verspreidde
het benodigde weten in
een nog rustig landelijk bestaan
De zonnewind
ik heb het spel van
sterren en planeten gezien
in de zwart galactische ruimte
gedragen op vleugels
van de zonnewind heb ik
geboorte en groei gadegeslagen
massa en aantrekkingskracht
in een spectaculaire balans
geregisseerd door hogere macht
in een kleine oneindigheid
zag ik het bekende blauw groen
als een schitterende parel van toen
wist dat ik terug was
en zag in passerende tijd
het pulserend verval van ons paradijs
Voor nu in het zijn
ik heb hen bekeken
hun blikken met
elkaar vergeleken in
kwalificeren en oordeel
in dit marionetten decor
scoren zij mooi
maar het echte leven
hebben zij totaal vergeten
wij kijken en
vergelijken met
standaard en vroeger
nergens een open blik
geen stralende glans
die zegt dit ben ik
van ogen die blij zijn in
zien zonder verwachten
die niet de weg kiezen
naar nieuwe paden om
daar leven te willen ervaren
maar gaan voor nu in het zijn
Breekbare momenten
ik ken het perspectief
van oneindigheid
voel eeuwig zijn
in breekbare momenten
aanwezigheid
is een gegeven dat
in geloof een spirituele
basis heeft gekregen
natuurlijk is er
nog niets bewezen
maar in de cirkel van
leven zijn wij elementen
uniek en vrij in
de openbaring ooit
van onze nog niet
manifeste talenten
Ondanks de rijp
jij bloeit
ondanks de rijp
op je bladeren
neigt langzaam
naar de zon met
zijn al warme stralen
wiegt op een
lome wind om je
eerste kleur te halen
preludeert met
lichte tonen op de
zomer die gaat komen
met een nieuw penseel
juicht jouw ziel bruisend
lente in dit fraai tafereel
Een schamele buit
altijd weer
gooi ik de netten uit
zoek naar antwoorden
op vele levensvragen
de zee lijkt
groot genoeg om
alle opstekers in hun
markante kleur te dragen
vaak rest een
schamele buit als ik
de vangsten binnen haal
hun filosofische waarde bepaal
spartelend aan het
oppervlak is alle diepgang
ze ontgaan in het speelse
van een gemakkelijk bestaan
toch is mijn zoektocht
niet tevergeefs het nirwana
herbergt alle dimensies
waar de mens ooit is geweest
Ik lach in mijn droom
ik heb mijn handen
gewassen met licht
zon straalde overvloed
in winden waaiden
zachte energiestromen
hun vitaliserende gloed
het was geen schepping
maar eerder herschikking
van wat al eeuwigheid had
materie in deeltjes
gebonden door warmte
en creatief geestelijke kracht
ik lach in mijn droom
om de onschuld van bestaan
welke realiteit kan die weerstaan
Een vals perspectief
ik heb gestreden
voor perfectie
geleden onder
foute kleuren in
een vals perspectief
heb met mijn
penselen gebeden
ze het fijnste linnen
en de mooiste
pigmenten gegeven
maar het doek
oogt dood en heeft
de stilte van een graf
onder een vale zon
zonder vitale kracht
toch hoop ik
een dezer dagen
de streek te kunnen maken
die de ziel in dit schilderij
glorieus zal doen ontwaken
In vervreemding
als de schemer
zich verdiept
heeft dat altijd
iets mystieks
hoor ik stilte
voel hoe licht en
donker zich bewegen
in hun strijd om leven
proef droefheid
van melancholie
omdat ik weer
het spijtig einde zie
van wat een mooie
dag ons bracht
aan zonnepracht
in prille lentetooi
nu verduisterd door
het holle van de nacht
in vervreemding kijk ik op
weet dat de avond warm lacht
De steentjes
het was een
puzzel in de tijd
de steentjes van mijn leven
zij vingen
met hun licht
mijn steeds alerte blik
ik zocht niet echt
maar viel voor de
momenten van contact
ik heb ze opgegooid
uitgestrooid vormden zij
een kleurrijk mozaïek
in sprankeling
wervelde mijn jeugd
daarna wat donkere vormen
pas de laatsten tonen
het transparant weerkaatsen
om de rest hun kleur te laten
zon speelt met de jaren
van mijn leven dat in deze
mozaïek weer vorm heeft gekregen
Een vrije vogel
sereen waren
je eerste passen
op de levenslijn
zonder hooghartig
te zijn eigende
jij je de wereld
zon scheen
een gouden schijn
in de blauw heldere lucht
jij een vrije vogel
op een gracieuze
zonder grenzen vlucht
hebt altijd
alle winden meer
dan mee gehad
nooit opgehokt
gezeten of gekooid
met veel te weinig eten
armoede en zorgen
zijn je vreemd gebleven
pas nu zie jij het echte leven
De subtielste nuances
onhoorbaar
lachen sporen
geluid die de
hartslagen van het
leven omgeven
nodigen uit
om te delen in de
rust en ontspanning
van alles dat geen
auditieve vibraties heeft
toch staat stilte
bol van overleg
alleen de golflengtes
zijn voor ons gesloten
wij schreeuwen ze weg
woorden overheersen
onze lichaamstaal
in de subtielste nuances
zeggen ogen en gebaar
waar het echt om gaat
Door de hel
jij hebt
de marges verlegd
grenzen geslecht
maar vond
in niemandsland
geen uitgestrekte hand
wel ogen vol
achterdochtige vragen
geen mens om mee te praten
jij moest zo nodig
de wereld verkennen
op eigen benen staan
die klap kwam
onverwacht hard aan
toch veroverde jij een plaats
in door de hel te gaan
bereikte jij de hemel van
thuis in een zelfstandig bestaan
Door vingers aangewezen
nog voel ik
het machtige graniet
de basalten wering
straalt zijn kering
in geordende structuur
ook het beton
oogt lief in kleur
gerankt met stalen tuien
om water naar zee
te kunnen spuien
de grote werken
van weleer
grondvesten vertrouwen
wij tunnelen nu liever
dan dat we bouwen
de nieuwe maatschappij
flitst in blauw licht
langs talloze schermen
door vingers aangewezen
laten herders die kudde leven