Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Hun schepping voorbij
de beitel spleet
zag scherpte aan
vallende scherven steen
venijnige bassen
zongen in hameren
het donker breken van tijd
hoge tonen
ketsten in lijden
hun schepping voorbij
jij verafgoodde god
in het pogen zijn
volmaaktheid te evenaren
liet eva herrijzen
maar zij was geknakt door
die ene fataal brekende klap
Dat herfstige
je hebt
dat herfstige
in vale kleuren
de volle zomertinten
verschralen maar het grijs
intense van een verre horizon
je lach trotseert
de elementen en is
de lage zon al gepasseerd
je pas mist
het joyeuze voorzichtig
stappend op het nevelige pad
nog oogsten
lange schemeruren
de laatste kleur van het seizoen
maar winter kraakt
al in gebed en heeft
zijn eerste nachtvorst ingezet
Een innige mortale kus
ik ben je niet vergeten
al sinds mijn geboorte
heb ik jou op mijn geweten
jaren ben je weggebleven
af en toe wat schaduw of
het grauw en wit van een gezicht
maar de laatste tijd
maak jij toch min of meer een
ongepaste inbreuk op mijn leven
waar cultuur haar mooiste
kanten toont zie ik jouw hand
die vergankelijkheid beloont
jij oogst volop natuur
en zeist naar hartenlust
met een innige mortale kus
nog spelen wij quitte
gunnen toeval een vrij spel
ik leef mijn hemel en jij vindt mij wel
Gebutst in verval
zij speelden met knikkers
juichten en joelden maar
bij het missen van de pot
hield dat geluid even op
ik zat erbij
wilde niet meedoen
omdat ik geen afscheid
van mijn schatten kon nemen
genoot van hun kleuren
in het transparante omhulsel
het divers zijn in vormen
allemaal keurig op rij
ik verzamelde en spaarde
ging mij niet om het spel
de beschadigde huid van
de winner gaf mij kippenvel
jij was de eerste die mij
intrigeerde gebutst in verval
daarboven draaien de sterren
spelen knikkers hun eigen heelal
Leg hun vleugels af
ik weet
dat mijn dromen
vleugels hebben
vaak in
vervaarlijke scheervlucht
langs de werkelijkheid gaan
maar eenmaal geland
zien ze jou altijd in
paradijselijke glorie staan
met een lach op de
knipperende landingsbaan
ogen die van alles beloven
je naar binnen loodsen
in de zoete wereld
van weer samen mogen zijn
je kijkt me aan en zegt
de tijd van dromen is voorbij
leg hun vleugels af en blijf bij mij
Vluchtig als een droom
ik heb de prullen geraapt
van verdwaalde woorden
een kleine schets gemaakt
vervlogen ideeën
een bewogen lach in een
nacht die geen einde had
wat snuisterrijen
en bling bling om
alles even op te pimpen
de diepgang van een kind
in een volwassen wereld
met oppervlakkige dingen
het vlaagje wind dat
de dode vogel beweegt
alsof hij nog de geest niet geeft
prullaria is opgeruimd
vloer geschoond en de schets
is even vluchtig als een droom
Niemand zijn
ik deel warmte
aandacht en attenties
maar krijg geen
bevestigende blik
wel ogen die
niets anders zien
dan lege vertes slechts
gefocust op het eigen ik
hun lente is geweest
het grote feest van zomer
heeft de geest gegeven in
de herfst van het virtuele leven
nog maar 50 tinten grijs
voordat wit zal overheersen
in gelijk zijn aan elkaar
niemand zijn is dan niet raar
Om er even te wonen
ik heb stenen
letters gebakken
woorden gemetseld
tot zinnen en met
strofen muren en dak
mijn gedicht lijkt af
niet iedereen weet
plaats en bestemming
het pad naar de deur
die altijd open staat
voor allen die komen
om er even te wonen
in het huis bepaalt
ieder zijn kleuren
richt kamers in naar
voorkeur en smaak
mijn thuis is dit gedicht
ik verwelkom ieder gezicht
Geheime franjes
ik spin garen
met mijn tijd
weef patronen
in seizoenen
keurig naar
de werkelijkheid
bekleed de
maatschappij in
standaard kleuren
extra modisch
geeft meer
kans op averij
toch heb ik thuis
geheime franjes
spat ik uit
in liefhebberij
helaas niet in oranje
die tijden zijn voorbij
Een ronde dood
ik heb de cirkel
duizend maal gerond
nooit vond ik begin en eind
speelde strelend
met het oppervlak
op zoek naar de hoek
keek er langs
maar begreep niet
dat rond eindeloos was
tot ik de lijnen van
de weidse polder zag
rechte sloten en het gras
maar aan de horizon
die nauw de aard omsloot
kromde recht een ronde dood
Schaduw rondde al
nooit wilde ik buigen
maar schaduw rondde al
onder de last mijn schouders
ik die altijd
hoog op tornde
tegen de strakste wind
elementen trotseerde
met fier geheven hoofd
in de trots van mijn jaren
ben verstrikt geraakt
op stikken na sterft de tijd die
mijn bestaan nog mogelijk maakt
Spreuken
nooit vergaat de liefde
helemaal
als we blijven geloven
zal de heer ons zijn liefde
geven
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
het is de laatste tijd
spoedig zullen we op de nieuwe
wereld wonen
wat een rijkdom zal het zijn
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
ziekten kunnen ons pijn doen
vooral geestelijke ziekten
die laten ons in een donkere
wereldleven
hoe graag willen wij in het licht
leven
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
hoe graag verlang ik niet naar
een huis met een rustige omgeving
waar ik nu woon is het te druk
en word ik steeds zieker
maar ik weet dat het eens goed
komt
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
veel mensen zijn er op de wereld
sterke en zwakke mensen
de sterken zijn schuldig de zwakken
te dragen
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
jouw liefdesstem fluistert zacht
in mijn oren
zo lieflijk, zo teer, zo zachtmoedig
op jouw stem ben ik helemaal
verliefd lieveling
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
trouw, liefde, zachtmoedigheid,
tederheid, daar verlang ik naar
lieverd, jij kunt me dat geven
laat me niet langer alleen.
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
de kinderen die wij hebben
gekregen
brengen ons veel liefde
ons verdriet kussen ze weg
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
Mat gepolijst
het steen lijkt
de beitel te ontwijken
als ik een stukje dwars
voorzichtig wil splijten
meegaand heb ik
zijn structuren gepolst
aders en lijnen gevolgd
in subtiele verfijning
mat gepolijst
met de glans van
bloed zweet en tranen
ademt schoonheid je schaduw
vol karakter sta je daar
bevallig en profiel
maar met je stukje dwars
ben ik nog lang niet klaar
Het schermpje en ik
de brood en spelen carrousel
draait weer op volle toeren
omdat leegloop en verveling
op alle hoeken staan te loeren
het massaal vermaak
heeft platvloerse attitudes
rivaliteit en bendevorming
hebben het helemaal gemaakt
waar geld en macht victorie kraaien
is er het gewetenloze graaien
spelen voor de eer halen zij neer
op hun eindeloze weg naar meer
samen zijn is maar een eng begrip
er is alleen het schermpje en ik
mijn likes kan ik ondertussen wel dromen
er is nog niemand live naar mij toe gekomen
Heel subtiel
ik heb wit gebroken
tal van pigmenten
tot leven gewekt
mijn verf heeft
met linnen gesproken
samen iets nieuws opgezet
door vloeien kunnen
kleuren weer groeien
in een natuurlijk verloop
geen kwast dirigeert
de harmonie van bewegen
het mes is terzijde gelegd
vrijheid in componeren
heeft heel subtiel de toon
voor mijn ziel weer gezet
Het vileine geel
in jouw bloedrood
zullen hanen kraaien
het vileine geel
waarmee je stilte schijnt
is voor even verleden tijd
ik voelde je krachten
zag hoe licht verschoof
van geel naar rood
zich spreidde en jou
oplichtte in duister blauw
jij kon niet meer
de spiegel zijn van
het nachtelijk vergeten
waarop jij eonen lang in
koele rust hebt neergekeken
pas als de nacht
zal stokken en de zon
ter kimme stijgt geef jij
de vage kleur weer prijs
die altijd aan de hemel prijkt
Ons eigen paradijs
blikken zijn veranderd
ogen lichten op in schermblauw
zien gauw een stukje wereld
verdwijnen weer in virtuele kou
open zicht is een
zeldzaam fenomeen geworden
vreemd het kijken naar elkaar
geen klikjes toch een paar
het voelt als een gemis
naakt omdat er geen verbinding is
zonder kudde lijkt het kil en leeg
omdat niemand je een like-je geeft
nog piepen alle apps
trilt en zoemt het apparaat
vraagt aandacht om er bij te horen
maar jij en ik zijn aan de praat
om eindelijk terug te keren
naar het werkelijk bestaan
zonder dwang en eis weer te
gaan werken aan ons eigen paradijs
De groten gelezen
ik heb er jarenlang op
gejaagd en ieder gevraagd
naar het geheim van leven
de groten gelezen
maar hun exegeses konden mij
geen antwoorden geven
geploeterd en geliefd
hoe diep ik ook groef
aanwijzingen kwamen er niet
tot ik begon met
het loslaten van zaken
toen kon ik vorderingen maken
het werd transparant
in het voorzichtig
naderen van de overkant
ik ken nu eindelijk
het geheim van leven
alleen dood kon me dat geven
Onder oplichtend wit
ik voel aan strand
de warme energie van
het collectief geheugen
in grijsblauw doorzichtig
schilderen golven ons leven
onder oplichtend wit
zij kabbelen gedachten
fluisteren woorden uit
de boeken van bestaan
alles is opgeslagen in
minuscule flintertjes zand
glijdend door de losse hand
zacht draagt wind
de refreinen van ieders lied
het eeuwig nirwana vergeet jou niet
Spielerei en gekte
we draven door
en graven weer
naar de geschiedenis
van het authentiek detail
in de cirkel der historie
is dat altijd het geval
als wij in een stijlloos
vacuüm zijn beland
de mens grijpt terug
naar schoonheid uit
verleden tijd omdat heden
zonder inspiratie blijft
ook muziek en schilderkunst
borduren voort op
vroegere patronen maar
vernieuwing wil niet komen
chaos schrijft in gedichtenland
omdat ieder alles van poëzie
denkt te weten zijn slechts
spielerei en gekte overgebleven