Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het verboden spel
waar bomen
zich tuigen met
groene wazen en
bloesemende luister
speelt de wind
het verboden spel
in tintelfrisse vlaagjes
opent hij de dag
om met een lach
koesterende warmte
van zon als deken
gratis mee te geven
hij verlost wolken
van vorm en kleur
droogt de lucht
tot in het blauw
kou zijn witte lijnen
recht kan schrijven
nu zon is vertrokken
zitten wij met de brokken
door sproeien en rook
hebben wij de nachtvorst
bevochten voordat hij
lente grote schade berokkent
Het eonenlange wachten
ik liep het pad
maar miste het
knerpende grint
de kiezels die
mijn voetstap altijd
ving in bekend geluid
nog voelde alles
vertrouwd ondanks
donkergrijs in het vooruit
het goot stil makend
de sfeer veranderde snel
naar kil en fel
tijd had opgehouden
te bestaan toen het
hemelwater zich liet gaan
zag de zondvloed
komen als een zee
die het land overstroomde
wist de apocalyps nabij
maar lachte blij
na het eonenlange wachten
Kleur bekennen
jij bent gaan vliegen
weg van kou en regen
wilt kleur bekennen ook al
heb je dan wind tegen
gedachteloos zweven
op de losgeslagen
energieën van het
stressvol aardse leven
dat kolkt en wolkt
in een verpeste atmosfeer
maar jou niet deert omdat
je alles losgelaten hebt
zonder geknakt of
een zielig wrak te zijn
ben jij de lente gaan
genieten op eigen wieken
je bent het bloemblad
door thermiek verheven
dat dwarrelt op zonnewind
tot jij de schepper vindt
Eeuwige schoonheid
ik wil de lente vangen
maar de bloesem
blijft vooralsnog
aan de takken hangen
heb mijn baret opgezet
voorzien van ezel
kwast en palet ben ik
de natuur ingegaan
een oase van kleur
waar penselen vele hemels
kunnen doeken zonder
aan kwaliteit in te boeten
overweldigd door
zo veel goddelijk moois
konden mijn handen
geen wonderen maken
wel heb ik alles
opgeslagen in mijn geest
eeuwige schoonheid die ooit
ons aards paradijs is geweest
Literaire hoogstandjes
ik raap de
prullen bij elkaar
die ik ooit heb uitgegeven
de poeha waarmee
alles is geschreven
krijgt geen tweede leven
het aureool waar ik
steeds om vroeg droegen
zij alleen in hun selecte groep
nooit kwam ik in de kroeg
mijn literaire hoogstandjes waren
volgens kenners slecht gevoegd
had geen ellebogenvlees
slijmen en meepraten over
niks was voor mij geen feest
ben door de elite uitgespuugd
hun clubje blijft zo klein
door jaloezie als dodelijk venijn
toch kennen velen mijn naam
mijn gedichten zijn vereeuwigd
in de cloud dus zet uw pc maar aan
Oudjes aan de touwtjes
ik heb de paden
met rode bordjes
verboden te betreden
meegekregen in het
landschap van mijn jeugd
het was de deugd van
opvoeding en maatschappij
om in het gareel te blijven
de dwang van rooms en rood
in opbouw voor gelijken
die sleur was doorbroken
wij gingen onze eigen gang
kozen voor alternatief
met kleding en muziek in
een tegendraadse samenhang
we wilden geen
marionetten zijn met
oudjes aan de touwtjes
verwierpen hun tradities
met love peace en gein
het is weer goed gekomen
met huisje beestje en
natuurlijk heel veel bomen
alleen staan nu in het landschap
heel andere bordjes te dromen
Jij recht nog ongebroken
ik zie je profiel
waarin de lijnen
zacht tekenen
een stralende lach
nog volop warmte
en ruimte geven
jij recht nog
ongebroken ondanks
alle spoken in je geest
de slanke leest
geeft jou een zweem
van jeugdige vitaliteit
die niet altijd
correspondeert met
jouw persoonlijke realiteit
tegenslagen in bestaan
hebben jou nooit geknakt
fier ben jij verder gegaan
jij bent mijn rots
alleen zee weet de tranen
die zo leven heeft gekost
Een schonend berouw
het was feest
maar in de geest
van woorden huilde
een onpeilbaar verdriet
bekende teksten
uit zijn leven
waarin zinnen niet
alles prijs wilden geven
vaak losse fragmenten
zonder empathisch cement
zijn leven nog bouwend
naar een onverwacht end
pas nu genereert
stilte uiteindelijk begrip
passen de puzzels
waarin hij is gestikt
vloeien tranen in
een schonend berouw
want wij waren begaan
maar begrepen niets van jou
Mijn eigen vlammen
even genoot ik van de bloemen,
de huizen, de mensen, de horizon.
Maar de vlammen branden, en de vernielde bloemen,
brandende huizen, gestorven mensen
en de horizon waarin mijn ogen verdwaalde,
liggen aan de verlaten stad,
waar de zon verdwijnt achter een hoopje puin,
waar voor iedereen het einde nabij is en waar voor mij,
mijn leven pas net beginnen zou.
Maar ik bleef hopen op een dag,
een dag waarop mensen vrede brengen
een dag waarop haat vervaagt
waarin de dood zijn rust vind
waarin de hoop van de leven cyclus opnieuw tot stand zou komen
waarin ik weer vertrouwen in me zelf had,
tot dat ik besefte dat ik mijn eigen brand aangestoken had.
Bijna sacraal
ik voel de zon
bijna sacraal
ontvang ik zijn warmte
ervaar hoe hij
spirit geeft aan mijn
al zo lang wachtend lijf
met gesloten ogen
zie ik sterren dansen in
zijn helder stralende aura
er is geen
onderscheid meer
tussen binnen en buiten
geven en nemen
zijn een geworden in
het delen van eeuwig leven
Kleuren die ik hoorde
ik wilde kleur brengen
in mijn pianospel maar de
zwarte toetsen deprimeerden
met de witte ging het wel
schilderde eenvoudige
melodieën uit de losse pols
met hier en daar wat
buitenissige akkoorden
er waren mensen die
daarvan de schaduw hoorden
in de vol tonige muziek
van mijn primaire kleurenlied
zij mengden niet in
een natuurlijk vervloeien
zoals halve noten mensen
mateloos kunnen boeien
ik sloot tevreden de klep
bracht mijn kwast en palet
weer op orde en bekeek de
uitgelaten kleuren die ik hoorde
Daders zonder leven
steeds dwarrelt nieuws
als blaadjes naar de grond
gekleurd en half beschreven
triggeren zij ons geweten
vaak niet te lezen
door geweld uiteengereten
plak het bloed van mensen
aan daders zonder leven
zelden zijn de kanten
zonnig in de dag van
het seizoen want het echte
nieuws kan daar niets mee doen
pas als het kind is uitgespeeld
wind de laatste blaadjes
in de luwte heeft geveegd
vertellen wij hoe onze dag is geweest
De verte
zo af en toe
kijk ik de hemel af
weet niet waarom
wat ik daar zoek
inspanning brengt
alles dichterbij
duidelijk en klaar maar
met ontspanning kom ik daar
het geeft ruimte
in mijn overvolle geest
niets benoemen en gaan
waar ik nooit ben geweest
ontdekken wat
niet eerder is gezien
misschien een weten dat
wij al eeuwen zijn vergeten
of is het toch ontsnappen
uit de hectische gedachten
die het leven genereert
de verte is ons nooit geleerd
Je zorgeloze tred
waar je loopt
dwarrelen lentebloemen
keert wind heel zacht
de kleuren om
zo dat jij lacht
willen ogen
je blikken zoenen
in een speels contact
maar jij ondeugend
deed of je niets zag
ik ken de lichtheid
van je zorgeloze tred
bewonder het vertrouwen
dat jij in anderen hebt
maar zie handen in gebed
te vaak ben jij afwezig
in vergetelheid
dan drukken zorgen
een te grote stempel
op de dagelijkse realiteit
niemand kent
het labyrint waarin
jij loopt te dwalen
alleen de nachtelijke stilte
hoort jouw gedachten malen
Vluchteling zonder gezicht
ik wist de weg
naar het land maar een
vale zon scheen pal tegen
wind waaide
vol in ons gezicht
de verte bracht regen
met jou aan de hand
als gidste je mij
stapten we urenlang door
over een pad dat zich na
iedere bocht rechtte
en geen eind leek te krijgen
we rustten in het
avondlijke zuchten van wind
onder koud sterrenlicht
warmden elkaar
en wisten ons wanhopig
vluchteling zonder gezicht
De achterkamertijd
ik heb de lucht
met koude wind
omlaag gehaald
donkere wolken
regen gegeven
om zich uit te leven
waar transparant
ooit uitzicht bood
is alles dik beslagen
zweet eigendunk
in ongewenste smaken
door vele lagen eelt
uit de achterkamertijd
waar haat en nijd
elkaar constant fileren
passie en tranen
in onderbuiks chanteren
gerechtigheid verleren
ze worden nu met koude regens
opgeschoond nadat zij door
eigen leugens zijn weggehoond
De hoge tonen
ik ging mee met
de galmen van kerkklokken
zag hoe vogels op het land
van de hoge tonen schrokken
zij kenden het onderscheid
wisten de tijd van de
vrolijke stoet die met aanhang
vertrok voor de huwelijksreis
kozen hun plaatsen in
het lommerrijke groen van
statige bomen om maar niets
te missen van wat er zou komen
bij het donkere luiden
rolden zware golven
hun boodschap van afscheid
naar de afgelegen boerderijen
ieder stond even stil
in gebed en herinnering
de hele gemeenschap wist
van het leven en wie er nu ging
het galmen sprak aan
regelde tijd en verspreidde
het benodigde weten in
een nog rustig landelijk bestaan
De zonnewind
ik heb het spel van
sterren en planeten gezien
in de zwart galactische ruimte
gedragen op vleugels
van de zonnewind heb ik
geboorte en groei gadegeslagen
massa en aantrekkingskracht
in een spectaculaire balans
geregisseerd door hogere macht
in een kleine oneindigheid
zag ik het bekende blauw groen
als een schitterende parel van toen
wist dat ik terug was
en zag in passerende tijd
het pulserend verval van ons paradijs
Voor nu in het zijn
ik heb hen bekeken
hun blikken met
elkaar vergeleken in
kwalificeren en oordeel
in dit marionetten decor
scoren zij mooi
maar het echte leven
hebben zij totaal vergeten
wij kijken en
vergelijken met
standaard en vroeger
nergens een open blik
geen stralende glans
die zegt dit ben ik
van ogen die blij zijn in
zien zonder verwachten
die niet de weg kiezen
naar nieuwe paden om
daar leven te willen ervaren
maar gaan voor nu in het zijn
Breekbare momenten
ik ken het perspectief
van oneindigheid
voel eeuwig zijn
in breekbare momenten
aanwezigheid
is een gegeven dat
in geloof een spirituele
basis heeft gekregen
natuurlijk is er
nog niets bewezen
maar in de cirkel van
leven zijn wij elementen
uniek en vrij in
de openbaring ooit
van onze nog niet
manifeste talenten