Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Ik ben niet gek
rood schemeren
de flarden nog uit
ons heftig gesprek
en nee
ik ben niet gek rijg zo
de woorden weer aaneen
om terug te komen
maar dan met feiten die
jij zal moeten onderschrijven
onze zinnen vallen uiteen
ooit door gif verbonden
waarheid heelt het zere been
we zijn naar de zon gegaan
zagen het rood verdwijnen
alsof het gesprek nooit had bestaan
Zijn laatste plaag
eindeloos golft water
loom en monotoon langs
nog opstandige stranden
er is weer ruim
voldoende zand voorhanden
in deze posthistorische tijd
geen mensen meer
om avontuurlijk te landen
en elkaar de schat te betwisten
nog hangen sporen van strijd
als tekens van haat en nijd
in de opgeschoonde lucht
zacht zucht het land in
weldadige warmte zijn rust
dolt natuur in eeuwige lente
door een nucleaire vlaag is
aarde bevrijd van zijn laatste plaag
weg zijn de mierenhopen met mensen
Kleur kiezen
hoe kan ik dwalen
als iedereen me
altijd komt halen
mij de weg en
paden wijst waar
de grote groep verblijft
ik wil weg uit
de gelijkvormigheid van
het zoemend samen denken
dat nooit meer
verrassende elementen
zal kunnen schenken
waar zij elkaar steunen
met dezelfde mantra's
in geestdodende dreunen
wil snel ontsnappen uit
die zeepbel van bestaan
kleur kiezen en alleen verder gaan
Een kind van licht
ik ben een
kind van licht
heb nooit
van zwart gehouden
waar zon speelde
daar was ik
het donker is
niet te vertrouwen
ik leerde
kleuren al heel
jong te onderscheiden
bleef zwart altijd mijden
zag het licht
weerkaatsen in vele
varianten maar zwart
bleef dood aan alle kanten
waar zijn toch
die stralen gebleven
of zal het ons toch nog
ooit iets van leven geven
De schaamte voorbij
ja ik ben los
maar niet geslagen
heb met regen en wind
de straten geschrobd
geen alledaags karwei
maar later met de
zon erbij veranderde
het aanzien van de stad
ben op pad gegaan
mensen keken me aan
of ze vuur zagen branden
had mijn naturel aangedaan
de schaamte voorbij
in mijn geboortevel
weg met kleingeestigheid
en preuts bekrompen zijn
mijn transparantie werd
echter niet op prijs gesteld
ben gekleed als delinquent terwijl
ieder toch zichzelf heeft herkend
Van bijna sterven
nooit heb ik
het leven gedanst
was altijd te
zwaar op de hand
pas na het
verwerven van
bijna sterven heb ik
mijn schaduw onthoofd
hij wijst mij
niet meer het gaan
is juist een opmaat
voor onze muziek
als hij weer
donker gaat draaien
kiezen wij lichte tonen
bewegen op het gewone
ik geloof eindelijk in
het liefdevolle van leven
op de manier zoals
het ons ooit is gegeven
Geef je bloot
jij hebt het
helemaal gehad
aait je boeddha
zacht over zijn bolletje
doet aan zen
prevelt mantra's om
nu eindelijk eens
te weten wie je bent
hebt met bomen
gefluisterd was lang
in jezelf gekeerd maar
het heeft je niets geleerd
alles krijgen en
bereiken biedt geen
enkel perspectief als je
niet van je eigen ik geniet
geef je bloot
in kwetsbaar zijn
ga de strijd maar aan
vermijdt het pijnlijk venijn
leer wie je bent
accepteer de tegenslagen
zij zijn de basis van bestaan
jij hebt al te lang verwend gedaan
In eigen herinnering
voeten bogen het gras
kleine takken kraakten
het was mijn eerste pad
ik ben terug gegaan
na enkele dagen
het spoor is blijven staan
verbond na betreden
twee plaatsen in mijn leven
ieder met een eigen gezicht
de horizon aan het
einde van mijn blik verdween
terwijl er een nieuwe verscheen
mijn pad was
het ontdekken van hoe
ooit de aarde is geweest
het zelf gaan zien
zonder meteen het banen
van anderen te moeten ervaren
ik wilde er zijn
in eigen herinnering geweest
het was mijn paradijselijk feest
Als ik..
Als ik loop te dwalen,
Wijs jij mij dan de weg?
Als ik niet op woorden kom,
Vul jij dan aan wat ik zeg?
Glimlach je naar me?
Raak je me voorzichtig aan?
Neem je me mee op pad?
herinner je me aan mijn bestaan?
Als ik niet meer mezelf ben,
behandel je mij dan nog als mens?
Wil je langs blijven komen?
Eigenlijk is dat, mijn grootste wens.
In transparantie
ik wil de
kleine wondertjes
weer terug uit de
tijd van verbazing
het onbevangen oog
nog niet afgeschermd
door de ratio van een
cynische benadering
weg zijn de jaren dat
toeval de rode draad
was in het leven van velen
berusting voelde als helen
de mystieke kantjes
werden altijd keurig
gerand door het gebed
van dominees en prelaten
het magische
ontsprong die dans in
obscure achterkamertjes
met fluisterend praten
als het licht flakkerde
wakkerde dat een
heerlijke spanning aan
in transparantie is die vergaan
Opwekking
Als je dood bent, bezing ik je
en breng ik je weer tot leven.
Het ritme van mijn liederen
zal jou je adem hergeven.
De beelden die ik oproep,
geven je ogen weer het licht.
Ze kleuren met een roze gloed
de huid van je gezicht.
De klanken van mijn woorden
vinden een echo in je mond.
Mijn zang verwarmt je bloed
en gaat je lichaam rond.
Je was al heel ver weg
en zou nog verder gaan,
maar waar je ook verbleef,
ik zong je ervandaan.
Ik zie al zingend toe
hoe het wonder geschiedt:
hoe jij wordt opgewekt
door de tonen van mijn lied.
Langzaam vloeibaar
tijd wordt
langzaam vloeibaar
zonder bezigheid
minuten rekken
uren kleven bij
gebrek aan onderscheid
het staccato van
de afspraak timing
in ontmoeten is voorbij
rust verteert het
dagelijks gebeuren
door enige activiteit
eindelijk het koninkrijk
stil oplossend in een
naderende eeuwigheid
Het nerveuze snuiven
ik zag de
schimmels draven
de bosrand langs
gemend door vaste hand
ouderwets getuigd
de kar nog zonder veren
een schimmige koetsier
geen enkele passagier
het was alsof
de film bleef haken
beelden braken zonder
de werkelijkheid te raken
ik voelde spanning
in de bomenrij een
opgestoken wind bracht
vreemde geuren dichterbij
nog was er dat geluid
voelde warmte van hun huid
vaag het nerveuze snuiven
in stilte gingen zij de wereld uit
Waar ga je heen
zij zwermden
ik vloog alleen
anderen schreeuwden
waar ga je heen
voelde later hun
vleugeltippen raken
toen zij mij stuurden om
de vlucht mee te maken
werd recalcitrant
scheerde snel
naar de andere kant
hopend op vrij baan
zij lieten mij niet gaan
doken achter me aan
ik was de afvallige maar
had hen niets misdaan
kreeg geen vrije vlucht
werd uit de lucht gepikt
voordat ikzelf ook maar iets
van hun veroordeling wist
En schaduw ik
ik lijk langzaam
te vervagen
niet meer
in staat om
de lasten van
dagen te dragen
begroet nog
altijd het
opkomen van zon
laat me raken
door zijn warme
koesterende stralen
maar als wij
samen schijnen
is hij het licht
en schaduw ik
in dat decor
het kleine mijne
ik ben geen schim
uit vroeger tijden
die donker geeft
omdat hijzelf
in het verleden te
weinig heeft geleefd
accentueer wel
met een lach de
verrassende momenten
van gezamenlijk plezier
waarin het licht van
hemel weer heel even kiert
Hollandse blues
ik ben niet gelukkig
al spelen katten op mijn knieën
vol blijdschap om het leven zelf
al drijft september de spot met mijn winterkleren
door mij te warmen aan zijn gulle zon
al proef ik tabak en cappuccino
al is oorlog niet meer dan een woord
net als honger en armoe en onomkeerbaar
en bloed en pijn en terminaal
en rolstoel en blindengeleidehond
en aanslag en bom en brand en ontploffing
en moord en verkrachting en dictatuur
gevangenschap en overstroming
verkeersongeluk en treinontsporing
slechts vleugjes hiervan
streken ooit langs mijn lichaam
als nare dromen uit vroeger tijd
voor mij de vrede, vrijheid en genezing
maar ik ben niet gelukkig
In paradijselijk licht
ik heb ze gebouwd
met eigen handen
de stenen geraapt
gehakt en gebakken
maar de fundamenten
waren al eerder gelegd
stilaan ben ik begonnen
natuurlijk met visie
creatief door hoogte
transparant in ruimte
spelend met zicht
in paradijselijk licht
tierelantijnde decors
zette snuisterijen in beeld
construeerde arcades
griekse pilaren om zo
de massa rust te geven
in even weg te lezen
toch lijkt de fundering
langzaam te breken door
spanning in iedere voeg
ik ben overgestapt naar
het lichtere werk dat goed
geaard u alle zwaarte bespaart
Die goud randt aan
hoe klein
moet perspectief zijn
om lichtdoorlatend
hoop te geven
de ogen
neergeslagen
kunnen geen zon
meer verdragen
de tijd is al
zijn dagen kwijt
in op en ondergaan
van een troosteloze maan
ooit zal
de herder komen
die goud randt aan de
vele generaties dromen
hij bereidt de weg
de boeken zijn geschreven
is perspectief de enige
waarheid om voor te leven
In stroming
ik adem lucht
proef seizoenen
in warm en koud
de fascinatie van lente
het aromatische herfstgoud
ervaar hoe water
mij draagt als ik zwem
accepteert wie ik ben
mij meevoert in stroming
samenzijn als bekroning
aarde heeft mij verwacht
ben in welkom geboren
deelde zien in een lach
het met elkaar praten
kwam pas veel later
alles voelde
in verkennen als eigen
ik onderscheidde vorm en kleur
in het licht van de dagen die
mijn bestaan toen hebben gedragen
maar ik ben vervreemd
heb mezelf als het
enig centrum genomen
het deel zijn van heb ik verleerd
echt delen heb ik nooit geprobeerd
Straalde bedeesd
ik heb met bloemen gesproken
weet de tonen van kleur
hun intense relatie met licht
door de melodie van bloeihoogte
zij kennen ook het gezicht
van de wind en horen
in fluister en vlagen het
weer van de komende dagen
zij had mij wiegend gewenkt
opende haar hart
straalde bedeesd toen ik
schaamteloos keek naar haar pracht
ik deelde aarde met haar
we vergeleken omgeving
op wat kleine details na
waren we heel dicht bij elkaar
lente werd liefde tot zomer
het houden van heeft gegeven
haar vrucht aan einde seizoen
zal in nazaat de winter overleven