Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Vleugje lente
een frisse wind
laat letters anders
kleuren in het woord
de uitspraak geeft
subtiele wijziging in
wat je normaal hoort
het is geen dialect
hoewel dat vaak met
stelligheid wordt gezegd
de tekst in zijn
geheel krijgt zo een
positieve lading mee
zou het al een
vleugje lente zijn in de
nu overjarige oubolligheid
De laatste halmen
nog ben ik
niet verdronken
in de donkere tonen van
de muziek om me heen
het duistere galmen
maakte me alleen
braken bijna de laatste
halmen van mijn oogst
ik had mezelf een
bloementuin beloofd
waarin ik uit hoge tonen de
mooiste melodieën liet komen
die in warme wind
jeugd en passie dansten
met elkaar sjansten in de
meest briljante akkoorden
maar het subtiele
gaat helaas snel ter ziele
in globaliserend volksgeweld
waarin onze cultuur niet meer telt
Was enkel geest
ik heb geen
stappen gedaan
om uit te treden
ben met
het heden naar
de toekomst gegaan
wist mijn plaats
in vaag verwachten
zag het spelen van krachten
was enkel geest
omdat zintuigen
ankerden in plaats en tijd
voelde me
bevrijd door een
grenzeloos opengaan
de golven achterna
die mij in zeeën energie
moeiteloos deden vervloeien
ik was een met
elementaire materie in
bijna euforische hysterie
moest terug om
mezelf weer te zijn uit de
grootsheid van oneindigheid
heb de toekomst geraakt
in beperking door het aardse
maar mijn eeuwigheid ligt daar
Naamloos diep
ik ken de
gaten in de tijd
kleine overstapjes
in korte afwezigheid
even oplossen
in het vreemde niets
door het schouwen
van pure energie
impressies zijn niet
echt fysiek maar
iets tussen oneindig
hoog en naamloos diep
een vervloeien met
de stroom die leven is
delen en vermenigvuldigen
in pulserende vertakkingen
zo uit inertie naar de
snelheid van het licht in
drie dimensionale eeuwigheid
snaren en golfjes ten spijt
ik koester die
momenten zonder tijd
mag delen in totaal geluk
als op de hemel voorbereid
Scrupules zijn vergeten
nog heb ik
de magische boeken
mystieke gezangen
religies die meerdere
levens omspannen
als rugdekking
voor mijn games
die ik speel vandaag
het spel wordt
steeds echter
de mensen slechter
zij schieten zonder
normen en moraal
vinden doden normaal
zonder enig geweten
scrupules zijn vergeten
als ik stap
over de velden
met mijn dode helden
nog virtueel toch
ruik ik hun bloed
ben ik nu speler
of is dit echt ben ik
dan werkelijk zo slecht
In alle openheid
wanneer kan stilte
eindelijk weer spreken
over zaken waar wij
liever niet over praten
in de immense
veelheid van woorden
ontgaat ons vaak het
onderwerp van gesprek
men haakt in
neemt snel over
eindigt lachend op
een doodlopende weg
stilte is niets zeggen
samen bouwen
aan fundamenten
van vertrouwen
om dan in alle
openheid ruimte
te geven aan het
transparante in leven
Zijn geraamte
ik heb een skelet
aangekleed met wat
ik dacht dat leven heet
zijn geraamte behangen
met maatschappelijke belangen
die hij dringend nodig heeft
toch knookt hij
nog terughoudendheid
zijn zekerheden is hij kwijt
rammelt botten in
aanvaarde eenzaamheid
dood en verwanten ten spijt
ik heb hem niet
kunnen bezielen met
emoties en overlevingsdrang
hij gaat zijn gang zombiet blij
met zijn blauwe schermpje
hoort hij er weer helemaal bij
Echt tegenlicht
ik heb je ooit
ondergedompeld in liefde
maar waar ben jij nu gebleven
in kleine speldenprikken
scherp rakende woorden
jouw tegengas dat mij deed leven
we hebben rotsen verkend
handen tot bloedens toe
opengehaald voor het mooiste zicht
maar altijd wist jij
toch nog een betere plaats
gezien vanuit echt tegenlicht
in een toegevend ja
zijn we jouw kant uitgegaan in
de hoop op een gelijkwaardig bestaan
het is helaas niet zo gelopen
als ik toen mocht hopen
ieder heeft zijn eigen wereld gekozen
Gods blote hand
hoor een vaag geluid
voel het zacht gebrom
dat eeuwig leven heet
het is alom
ik kijk pas om als het
octaafje hoger wordt
waar bestaan
zich ook laat zien in
groei en bloei misschien
in het spel van harmonie
dissoneren valse tonen
schaduw in de melodie
het zijn oneffenheden
die men moet leren in het
zingen van een eigen lied
soms daalt in overgang
de stilte neer van een
vergeten stukje land
het lijkt de aarde weer
die ooit geschapen is
door gods blote hand
Oeverloos laveren
ik wil langer schemeren
om het dubbele in ons
bestaan intenser te beleven
de speels vrolijke kanten
het lieflijk dansante
in het jeugdig bewegen
in schaduwen bijeengeraapt
de desolate wanhoop zonder
uitweg en het ten einde raad
wij blijven bij de grenzen weg
in oeverloos laveren maar zoeken
beide zijden op in steeds proberen
zo juichen wij van vreugde
dompelen onder in immens verdriet
in ons licht en donker schemerlied
In zonlicht gebroken kleuren
ik heb zinnen losgelaten
als vallend herfstblad
hoopte diep van binnen dat
er ergens een mooie strofe lag
ben gaan zoeken
naar patronen in het
kleurrijke tapijt maar raakte
zo de weg volledig kwijt
heb moeten wachten
op de laatste sneeuw
tot de wereld eindelijk lachte in
zijn ontdooiend witte schepperskleed
zag toen mijn gedicht
in zonlicht gebroken kleuren
voelde hoe zijn intrinsieke warmte
het prille van de lente al deed geuren
Ongeziene talenten
door weinig ervaren
mengden mijn kleuren
vervlakkend naar licht
in het niet
uitgesproken zicht
kregen klanken dezelfde toon
waaide gelijkmatigheid
een doffe berusting
zonder sprankjes hoop
ik ben gaan retoucheren
om de oorspronkelijke
pigmenten te vitaliseren
tot verbazing
helderde juist schaduw
het verflauwde licht
uit donkere contrasten
ontsnapten kleuren
naar een nieuwe jeugd
unieke momenten
die hemel gaven aan
nog ongeziene talenten
Een boodschap
ik heb een boodschap
toch voel ik mij
nog geen profeet
er zijn volgelingen
die mijn geschriften lezen
mensen genezen kan ik niet
ben ook geen ster
of een bekend persoon
middelmaat en heel gewoon
ik schrijf niet om
mensen te bekeren maar wel
om hen iets belangrijks te leren
hebben en nog meer bezitten
zijn geen drijfveren tot leven
wel in samenzijn jezelf geven
Als heuse frivoliteit
wie strijkt
de vanen glad die
ik opgestoken had
om kleur en zwier
aan het leven te geven
als heuse frivoliteit
het gaan en staan
in geijkte snit en plooi
is niet meer van deze tijd
maar kon niet rekenen
op de transparantie van
het hooggeëerd publiek
ben voor gek verklaard
kreeg levenslang vakantie
wegens deze extravagantie
Mijn vluchtige vrijheid
kom geef mij je hand
in het samen ontdekken
van de lege plekken
in onze toch rijke geest
ooit was er
een intens contact
met alles wat leven
materie en verschijnen had
maar onze werkelijkheid
is zintuigelijk verschraald
in onze hersenen zijn die
talenten nog niet verdwenen
voel hoe de eerste
stromen door de neuronen
van onze vingers glijden in
elkaar tintelend begroeten
ik zie zee in je ogen
proef het zilt van jouw
golven als mijn wolken
je raken aan de verre horizon
jij vliegt mijn vluchtige
vrijheid zonder vleugels
in de wind die jou krult of
als storm die zuidwester brult
in samen ervaren
gaan wij in schepping
weer de hemel evenaren
kom geef mij je hand
Zijn apocalyptisch manifest
de klok heeft geslagen
wij staan in deze steeds
complexere dagen met
een mond vol vragen
normen en waarden
vervagen in een
wereld die alleen het
hebben zit op te jagen
waar overzichtelijkheid
klonk in het zachte beieren
van klokken zijn de digitale
uurwerken op hol geslagen
de raderen draaien nog
door het oude vakmanschap
maar de tijd is van slag omdat
alles maar moet kunnen en mag
die balans wordt fataal
overmand door haast en stress
klepelt het laatste carillon
zijn apocalyptisch manifest
Donkeren gedachten
ik heb mijn hele leven
tegen zwart gestreden
omdat alleen in wit
perspectief wordt uitgelicht
wel heb ik het donker
van schaduw meegenomen
zoals ieder mens die in
ruimte en licht wil komen
alle jaren en dagen
balanceer ik tussen
wit en zwart en leer
het kleuren van samen
maar als ik mijn
ogen sluit donkeren
gedachten die nog lachten
in het licht van de zon
dan voer ik mijn strijd tegen
onpeilbare zwaarmoedigheid
ben blij als de nacht in
verlichting zijn einde heeft bereikt
Spirituele stilte
ik heb de bloemen
van de geest zien bloeien
in een buitenaards boeket
diepe schoonheid
lichtte op en gaf rede
aan een andere werkelijkheid
spirituele stilte
droeg woorden die
nog nooit gesproken waren
maar raakten
aan de fijnste snaren
van het menselijk hart
nooit meer alleen in het
eeuwig verbonden zijn zonder
de pijn van onvolkomenheid
Uit de chaos
de aanhoudende aanvallen van auto's op de stilte
het tergende snerpen van de trams
de luide stemmen van modelgezinnen
in de roes van het klatergouden warenhuis
dan wordt het lawaai doorsijpeld
door de ijle klanken van een kerkklok
en doemt het vredige stadje op
uit mijn bijna verzonken jeugd
ik wil weer mijn voetstappen horen
op de kinderhoofdjes in mijn straat
de heldere eenvoud ervaren
van een wereld die recht is omlijnd
Orakelt delphi
weer duikt
feniks in zijn as
orakelt delphi
dat de mensheid
terug gaat naar af
waar geschiedenis
ontwricht wordt
uit gevest en tijd
breekt tolerantie in
wankelmoedigheid
stof en stenen
vuurstormen verhaal
van hoe ook zij door
ongebreidelde agressie
ten onder zijn gegaan
zwarte vlaggen
dekken gaten af die
tot het doodgezicht
verworden zijn van een
ooit zo levendige stad
heet brandt
woestijnzand
in barmhartigheid
een zachte duin bedekt
al het te ruimen puin