Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Mijn toeverlaat
wij zijn wel losgekomen
van oordeel en idee
hebben standpunten ingenomen
de zweverigheid viel mee
toch met beide voeten
stevig op de grond gebleven
in een wereld die uitgaat
van een andere kijk op leven
in het volgen van elkaar
deelden wij voortdurend steun
toch was jij mijn toeverlaat
die als vrouw haar mannetje staat
In jouw stilte
ik zie je staan
een monument van kracht
je voeten in het water
geen rimpeling
verzacht standvastigheid
nu en ook niet later
jij vlagt
banieren eerlijkheid
zonder knieval aan de tijd
eindelijk gaan zij
weer samen lopen
transparantie doet ons hopen
jij brugt het overleg
verbindt de woorden
die in jouw stilte zijn gezegd
Kleurt het leven fel
ik heb met kleuren getracht
de kracht van leegte te breken
het is me niet gelukt
wel heb ik ruimte geschapen
door grenzen te verleggen
maar het onpeilbare bleef bestaan
die ruimte hebben wij gevuld
met een levenslange competentiestrijd
en het ontwikkelen van engelengeduld
ik zie de vuren doven
uit naamloos diepe kloven
sluipt langzaam donker dichterbij
nog is het licht
en kleurt het leven fel maar
leegte krijgt steeds meer gezicht
Een prijskaartje
wij zijn de zorg
voor de medemens vergeten
participatie wordt nu voorgeschreven
hebben aan alles
een prijskaartje gehangen
om het bestaan economischer te vangen
wij zien geen ogen meer
maar vraag en aanbod
blikken haastig heen en weer
verdwenen is arbeid met plezier
targets tools en kennis
bepalen nu de rendementen hier
norm en waarden zijn passé
want geld maakt alles goed
alleen het medemenselijke is zoek
Met plaat en grammofoon
ik ben terug gegaan
naar jaren die vergeten bleken
heb ze muzikaal weer kleur gegeven
met plaat en grammofoon
wat geruis en kleine krassen
die naadloos in herinnering passen
voel de emoties weer komen
van avonden vol drank en dromen
verhitte gezichten in vreemde flash backs
waar zijn ze gebleven
die toen trouw zworen op het leven
van bohemien en kunstenaar
de plaat is blijven hangen
vervangen door een bandje en cd
maar het intens bestaan maakten wij mee
Het donkert
het donkert
in handen die de wereld
met vrede omvatten
waar eens
muren water een
droge doortocht gaven
spoelt de tijd
met donderend geraas
herinneringen naar realiteit
weer leven zij met
bekende gezichten als vreemden
terwijl zij als kind samen speelden
nu als vijand die
elkaar het land betwisten
dat hun vaders ooit deelden
Een dubbelleven
het is niet zo
dat ik de dood
iedere morgen
in de ogen kijk
wel begeleidt hij me
als trouwe toeverlaat
die omstandigheden tekent
kleurt waar het om gaat
in rust en mijmering
deelt hij de monoloog
een schaduw die in verfijning
de lichtintensiteit vergroot
mocht hem ooit ontmoeten
gelukkig in afscheid weer groeten
wij leiden een dubbelleven
alleen hij heeft een vriend weg te geven
Op verre vlucht
vlieg maar
pak de vrijheid van lucht
ga op verre vlucht
je kijkt me aan
ik zie je denken
terwijl jij daar blijft staan
heb je hand gepakt
we zijn gegaan
in afscheid nemen
op woorden
zijn we weggedreven
keken nog heel even om
twee mensjes liepen daar
maar hun geesten waren vrij
onbelemmerd vlogen wij
Wanhopig blij
ik raak je aan
met zon en wind
jij bent mijn spinselkind
heb je ooit
met bloemen gekleed
op het eerste lentefeest
nu zomer je
al in volwassen bruin
speelt het liefst nog in de tuin
met zand en water in je element
geen prater maar de doener
die anderen met haar kunst verwent
jouw wereld zijn de dagen
in een al vergeten maatschappij
je lach en leven maken mij wanhopig blij
Schaduw als bestaan
ik heb mijn tanden
stukgebeten op de tijd
in een vlaag van haat en nijd
het heeft niet mogen baten
in wrok kijk ik nu om
door de gaten die gevallen zijn
verrafelde mijn leven
ging kapot aan onderhuids venijn
waar ik schaduw als bestaan zag
donkerden de mooie jaren
uit zicht omdat ik dacht dat licht
niet voor mij was weggelegd
spelend met frivoliteit en lach
mocht ik mijn leven niet vullen
alleen mijn dromen konden
dat intense verlangen nooit verhullen
in dit gebeuren is geen schuld
toch doet het iedere keer
weer pijn dat groei en bloei verloren zijn
door een leven lang beoefenen van geduld
Het roestige weerbarstig zijn
er zit traagheid in de tijd
het roestige weerbarstig zijn
kraakt en piept een
al reeds lang vervlogen lied
niets gaat meer gesmeerd
norm en waarden worden
vluchtig aangeleerd
in honger naar succes
stress en haast
jagen op seconden in
het krakkemikkige contact
op oog en hand wordt niet gewacht
pas als het opwinden is afgelopen
omdat de veren zijn gebroken
herkent de dag zijn vierentwintig uur
slaat de klok het levenslied weer puur
Aangelicht door eeuwigheid
waar wij in kleur
het leven in balans houden
ontstijgen gouden momenten
onverwacht het bestaan
als zwart en wit
bij gelegenheden samengaan
straalt soms de gloed
van een stukje hemel ons tegemoet
tussen diepe stilte
en overdonderend applaus
bloeit de saamhorigheid
in wederzijds respect en trouw
zij zijn niet weg
maar aangelicht door eeuwigheid
in verbonden zijn op hoger plan
ons leven kleurt door deze band
Open en bloot
het duurde lang
voor ik erachter kwam
dat ik geplakt zat
achter het behang
dacht dat
dessin en kleur
het leven waren
omdat de muren bleven
open en bloot
sta ik te kijk in het
schonen van de wanden
alleen met lege handen
heb de ruimte verkend
meer licht en transparantie
helaas gaf mijn behang
geen levenslang garantie
Rode laarsjes
rode laarsjes
spetterden in plassen
water spatte huizenhoog
ik zag plezier
en hoorde lachen in
de kleuren van de regenboog
ondeugend als
verzopen katten
zonder regenpakken
staan zij schuldig
uit te lekken na
de plotselinge zomer bui
als de zon weer schijnt
is nattigheid ook snel voorbij
staan rode laarsjes drogend op een rij
Het lange lome
koortsig
dwaal ik rond
op deze hete dagen
het lange lome
komt met
overspannen dromen
wiek om koelte
voor de schaduw
die ik was
ontheemd
sluit ik me af met
een been in het graf
delirium
krijgt realiteit in
wartaal en wat spoken
de lijn is niet gebroken
rafels zijn er nog als
waarschuwing van boven
Het leven als een bloem
Als een bloem zo is het leven
't begin is teer en klein
De een die bloeit uitbundig
de ander geurt heel fijn
Sommige bloemen blijven lang
weer anderen blijven even
Vraag niet bij welke bloem je hoort
dat is 't geheim van het leven
Liefde en restanten kerk
ik heb mijn beelden neergezet
maatschappelijk en als ouder
gehouwd in jaren werk
met liefde en restanten kerk
zij staan nog als een huis
gerestaureerd in goed herinneren
maar ik ben niet meer thuis
in die sculpturen van de kinderen
er is een tweede leven
in een snelle tijd die alle
vroegere belemmeringen met
reële argumenten bestrijdt
wij kijken samen terug
op het kruispunt van los laten
zij zijn in bestaan vooruit gegaan
maar mijn beelden zijn daar blijven staan
Warmte van omhelzen
een pleintje met
twee winkelstraten
een man die zong
de strooien hoed
en mensen die zich
aan hem vergaapten
geen sjofel type
maar een geschoolde stem
zong over haar en hem
gebroken door een scheiding
diep sneed zijn pijn
in een klassieke timing
de melodie met
liefdevolle nostalgie
tekst uit zijn verleden
het leek alsof
mijn vaders handen zo
op mijn schouders gleden
ineens kwamen de tranen
terwijl applaus weerkaatste
voelde ik zijn armen
in een knuffel om me heen
de warmte van omhelzen
toch was ik moederziel alleen
Leerde hem spelen
zij gaf hem vleugels
maar hij wist niet
hoe hij vliegen moest
leerde hem spelen
het winnen zat
te diep in zijn bloed
zij zijn de jaren aangegaan
hebben al die tijd
water bij de wijn gedaan
het smaakt niet meer
er is geen enkele veer
die zij nog kunnen laten
zonder zichzelf kapot te maken
er is geen groei in hun bestaan
hun korte bloei was al gedaan
Stiltes worden niet gehoord
soms kan ik
de wereld niet meer raken
die anderen met
eigen beelden maken
hun werkelijkheid
vol met emoties
die als los zand langzaam
door mijn vingers glijdt
geen enkele affiniteit
om toe te treden tot het spel
dat in hun ogen leven heet
maar het verleden snel vergeet
de diepgang is verdwenen
stiltes worden niet gehoord
zij genieten de momenten
hun ego's kennen geen akkoord