Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Luchtspiegeling
Ik wacht op de bus die mij naar jou zal brengen.
Het haltebord met je plaatsnaam kleppert in de wind.
Ik wacht al zoveel uren.
Bestaat je stad niet meer?
Besta jijzelf niet meer?
Aan de schaduwkant van de straatweg
loop jij mij tegemoet.
Als je mij hoort roepen,
lost je beeld weer op.
Ik betast de letters van je woonplaats
op het zwiepende haltebord,
kille, zwarte tekens,
die jou niet bij mij brengen.
De bloemen die ik je wou geven,
leg ik neer aan de voet van het bord.
Mijn vluchtige vrijheid
kom geef mij je hand
in het samen ontdekken
van de lege plekken
in onze toch rijke geest
ooit was er
een intens contact
met alles wat leven
materie en verschijnen had
maar onze werkelijkheid
is zintuigelijk verschraald
in onze hersenen zijn die
talenten nog niet verdwenen
voel hoe de eerste
stromen door de neuronen
van onze vingers glijden in
elkaar tintelend begroeten
ik zie zee in je ogen
proef het zilt van jouw
golven als mijn wolken
je raken aan de verre horizon
jij vliegt mijn vluchtige
vrijheid zonder vleugels
in de wind die jou krult of
als storm die zuidwester brult
in samen ervaren
gaan wij in schepping
weer de hemel evenaren
kom geef mij je hand
Verzoek aan de winter
Koning Winter, kom toch gauw
en stol mijn tranen tot ijs.
Een wereld kil en kaal en grauw
is voor mij een paradijs.
De zon, die mij nog dagelijks tart
tot leven, liefde en lijden,
wordt afgewezen door mijn hart,
dat onrust wil vermijden.
Koning Winter, breng toch sneeuw.
Kom mij daarmee begraven.
Mijn requiem zij het geschreeuw
van kraaien en van raven.
Stralen op kerstnacht
ik ben de
kelder ingedoken
heb tussen alles wat
in onbruik is geraakt
de dozen kerstfeest
weer tevoorschijn gehaald
open in verwachtingsvolle
stilte de grote koffer
waarin de beeldengroep
en stal met zacht papier
in houtwol is verpakt
om te stralen op kerstnacht
de rollen groene mos
waarop ik mij een herder
waande tussen schapen
die rustig lagen te slapen
onder de aangelichte ster in
de zang van engelenscharen
de warme dieren
het nog geurig hooi maria
jozef en de kribbe ik schikte
harmonie die ik richtte op de
nachtelijke komst van het
langverwachte vredeskind
Pasgeborene
vier weken terug de wereld ingesmeten
slaapt hij nu roerloos als een pop
de oogjes en de knuistjes saamgeknepen
geroezemoes
een kleuter is gaan schreeuwen
de baby slaat zijn oogjes op
ontvouwt zijn vingertjes
en met vertrokken lipjes
geeft hij nauw hoorbaar snikjes
wangetjes en voorhoofd kleuren rood
een zachte stem laat hem vergeten wat hem hindert
't gezichtje en de handjes worden licht gestreeld
het kindje van de wereld weer geheeld
glijdt in een slaap die kalm is als de dood
Eenzaam
Er is zoveel verdriet,
Van binnen in mij.
Niemand die dit ziet,
Behalve ik en jij.
Ik wil dit zo graag delen,
Maar dan besef ik dat dit niet gaat.
Er is niemand die mij begrijpt,
En weet waar ik over praat.
Nu blijf ik hiermee zitten,
En het doet me zoveel pijn,
Wist ik maar hoe het was,
Om voor 1x gelukkig te zijn.
Zijn apocalyptisch manifest
de klok heeft geslagen
wij staan in deze steeds
complexere dagen met
een mond vol vragen
normen en waarden
vervagen in een
wereld die alleen het
hebben zit op te jagen
waar overzichtelijkheid
klonk in het zachte beieren
van klokken zijn de digitale
uurwerken op hol geslagen
de raderen draaien nog
door het oude vakmanschap
maar de tijd is van slag omdat
alles maar moet kunnen en mag
die balans wordt fataal
overmand door haast en stress
klepelt het laatste carillon
zijn apocalyptisch manifest
Iwan, in memoriam
de gouden ogen eens zo groot en helder
zijn klein geworden en hun blik is dof
het forse volle lijf van achttien jaren
verschrompeld tot wat botjes met een vacht
hij wil zo graag weer liggen op mijn schoot
maar is te moe om op de bank te klimmen
als ik zijn kopje aai maakt hij een zacht geluid
in plaats dat zijn gespin de kamer vult
nog een keer naar de dokter voor de laatste spuit
hij protesteert zwak als hij duizelingen voelt
dan valt hij op zijn zij
ik geef hem kusjes
en fluister lieve woordjes in zijn oor
totdat de dokter zegt: het is gebeurd
en nu, tien dagen na zijn dood,
vind ik een plukje zachte grijze haartjes
ik wrijf ze tussen duim en middelvinger
en roep zijn naam alsof hij terug kon keren
die tastbare aanwezigheid en dat gemis
kon ik de dood voor een keer slechts bezweren
heel even denken dat hij er nog is
ik gooi de haartjes in de prullenbak
acht groene ogen zien mij aan
ik zou mijn mooiste boeken, platen, kleren geven
als ik hem bij de and'ren mocht zien staan
De engelen
raphael en uriel zaten op een
mooie witte wolk
ze zaten dicht bij elkaar.
ja, ze waren de geliefde engelen
van onze vader
maar vandaag hadden ze
de hemel verlaten
en gingen vliegen
met hun mooie vleugeltjes
er waren zoveel mooie witte wolkjes
ze hadden een hele mooie uitgekozen.
heel zacht voelde dat aan.
ze voelden zich heel gelukkig
ja, ze zagen er heel mooi uit met hun
zwarte en blonde krulletjes.
engelen zijn vaak mooi.
ja, vader had ze mooi gevormd.
in het paradijs waar ze woonden
was het ook heel prachtig
maar ze wilden ook weleens
wat anders zien.
ja, engelen houden wel van afwisseling
ze bewonderden de mooie vogeltjes
die langs hun vlogen
en zo mooi zongen.
ja dat was een leuke middag
voor raphael en uriel.
ze werden er heel blij van.
Ja, ik hou van blijdschap
blijdschap te voelen
geeft zo een goed gevoel
hoe vaak heb ik dat niet ervaren
ik was altijd een blij kind
kon genieten van veel dingen.
lezen was voor mij nog het mooiste.
je te verdiepen in een
fantasierijke wereld, dat deed heel goed.
ook het contact met mijn broer en zus gaf blijdschap
en blij met alle mooie dingen op de wereld
nu ben ik blij om gedichtjes te maken.
het geeft zo een goed gevoel.
de fantasie houdt nooit op.
daar ben ik heel blij mee.
We kunnen niet zonder hoop
we kunnen niet zonder hoop,
hoop op al het goede wat nog komt
hoop op de mooie dingen,
die er altijd zullen komen
hoop dat onze pijn zal overgaan
en er in de plaats liefde en
blijdschap mag komen
ik weet dat ik de mooie liefde
zal ervaren met de liefste man
die ik ooit gekend heb
die hoop laat ik nooit varen
hij zal mijn hart doen open bloeien
en zal mij zijn liefde geven
waar ik zolang al naar verlangd heb
ja, zonder hoop kunnen we niet leven.
in een toekomst geloven met hoop is mooi.
De kerstboom
ja hoor, de kerstboom
staat er weer
in al haar pracht
ze heeft prachtige rode ballen
en schattige witte engeltjes
en rode en witte slingers
ja ze is heel mooi om te zien
de kaarsjes zijn echt en mooi wit
het is altijd feestelijk
als de kaarsjes aangaan
de kinderen genieten volop.
en zingen de prachtigste kerstliederen.
de sfeer is zo fijn in huis.
ja, zonder kerstboom
is het echt geen kerst!
Ja, met u kunnen we alles aan
ja, met u kunnen we alles aan
u bent onze sterkte
bij u zijn we thuis
liefste vader in de hemel
hoe goed doet het niet u te kennen
voor u alleen wil ik buigen
en u mijn liefde geven
u bent alles voor me
nooit kan ik meer buiten u
bij u is alles goed.
Goed volk hier
zij wisten de
deur op een kier
maar het goed volk hier
had in geen jaren geklonken
het werd te vroeg donker
gestommel beneden
gekraak van de trap
de deurknop bewoog
maar gaf geen entree
aan wie er ook was
verschrikt in stilte
keken zij elkaar aan
onbeweeglijk lieten zij
de minuten gaan in
hun angstig verblijven
de gast was verdwenen
op de tafel beneden
een wat krabbelig schrijven
ik ben de nieuwe hulp
maar kan niet langer blijven
Traan in de pijnlijke stilte
Dit is voor iedereen,
voor iedereen met verdriet.
Een traan in de pijnlijke stilte,
de leegte en niemand die het ziet.
De onverdraaglijke pijn,
gevangen in je eigen lichaam.
Dit is voor iedereen,
met verdriet en pijn zonder naam.
De laatste gang
met stramme pootjes strompelt hij de bus in
wat grauwe krullen op het broos skelet
de blinde ogen op hetzelfde punt gericht
de vrouw gaat zitten bij een raam
en laat hem op het middenpad
waar hij omvergelopen wordt door grove benen
de vrouw poetst ijverig een vlek weg op de ruit
als om een laatste streling te vermijden
dan loopt ze naar de uitgang en zegt kom
gelaten wankelt hij de treden af
thuis til ik een voor een mijn poezen op
en koester ze langdurig in mijn armen
Liefdevol
je ogen lachen
jij hebt altijd al
het talent gehad
om met je blikken
woorden te bezielen
ze zoveel warmte
mee te geven dat
zij in raken hun
energie laten stralen
in zachte koestering
het zijn jouw vragen
die het beste in ons
naar boven halen
met een weerwoord
verpakt in onze lach
jij maakt het
delen compleet
omdat jij de pijn
van ons zijn onderkent
haar altijd liefdevol heelt
Voor Susie
"Mijn boeken zijn mijn vrienden"
Als je van hen houdt,
laat dan je handen glijden
langs hun glanzende of doffe huid.
Snuif de zoete geur op van hun jeugd
of de bitterheid van ouderdom.
Bekijk ze met liefde en eerbied.
Vergeet hen niet wanneer de wereld
je om wil vormen tot een vrouw.
Als eens de mensen je verlaten,
de dagen even stil zijn als de nachten,
weet dan dat zij je nog omringen
met rechte ruggen in 't gelid
of kromgetrokken door het vocht,
wachtend tot jij hen van hun stof ontdoet
en jullie in elkaar worden herboren.
Over dat
je streelde
met een bijna
achteloos gebaar
mijn wang
terwijl jij
in zinnenlange
monologen tegen
de wereld sprak
je mening gaf
over van alles
en natuurlijk
over dat
jouw visie
warm belichtend
hopend op
mijn zwichten
nooit raak
jij uitgepraat
over de liefde
van een kant
maar die strelende
hand heeft mij toch
de das omgedaan
ben met je meegegaan
Salome
ze groet me met een sierlijk sprongetje
haar kopje vult de holte van mijn hand
alsof het hiervoor is geschapen
twee stukjes barnsteen in fluweel
voeren mij met hun geflonker
diep in een oeroud toverbos
waar niet wordt gekweeld en gekwinkeleerd
maar in alle bomen gesnord