Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Zes maanden later
er zijn nog altijd sporen van je leven
een restje braaksel op de stekker van het printersnoer
en in de groeven van het televisietoestel
ik poets het slecht verteerde voedsel weg
dat je kankercellen niet hebben gekregen
jij liet uitwisbare herinneringen achter
alleen de stilte elke ochtend als ik wakker word
kerft in mijn hele wezen het besef
hoe niets ontziend opdringerig
jij hebt bestaan
Oeverloos laveren
ik wil langer schemeren
om het dubbele in ons
bestaan intenser te beleven
de speels vrolijke kanten
het lieflijk dansante
in het jeugdig bewegen
in schaduwen bijeengeraapt
de desolate wanhoop zonder
uitweg en het ten einde raad
wij blijven bij de grenzen weg
in oeverloos laveren maar zoeken
beide zijden op in steeds proberen
zo juichen wij van vreugde
dompelen onder in immens verdriet
in ons licht en donker schemerlied
Litanie
als je nichtje naar mij kijkt
zacht en ondoorgrondelijk
mis ik jou
als ik een ander in mijn armen neem
haar teder kus en streel
mis ik jou
als de wekker rinkelt
en het verder stil blijft
mis ik jou
als mijn kleren niet gescheurd zijn
en mijn huid geen krab vertoont
mis ik jou
als de afwas eerder klaar is
en het huis wat vlugger schoon
mis ik jou
als er niemand naar mij uitkijkt
naar mij toeloopt bij mijn thuiskomst
mis ik jou
als ik ongestoord kan bellen
en elk voorwerp op zijn plaats blijft
mis ik jou
als niemand met lawaai mijn aandacht eist
als er niemand op mijn schoot zit
mis ik jou
maar ook zonder wat ik net genoemd heb
met vijf poezen om mij heen
mis ik die mijn enig kind wou zijn
De stilte van samen
een wereldje vol onbegrepen zaken
dwarrelt nevelig door de straat
alleen het licht van de lantaarnpaal bestaat
het trekt ons aan als wij gaan spelen
samen lachen en steeds harder praten maar
geeft ook schaduw in de stilte van samen
niets is meer zeker in het leven van vandaag
cadeautjes en het feest van sinterklaas
door woorden van vriendjes of het echt wel zo gaat
ik had alles op een rij was nerveus en blij
met de lijstjes en verwachtingsvolle dromen
toch zijn er nu ook twijfels die diep zijn aangekomen
ik ben wat uit het licht waarin gezelligheid danst
voel me de laatste tijd in twee werelden tegelijk
het altijd warm vertrouwde wil ik nog steeds niet kwijt
Jij geeft
Jij geeft me de energie
voor dit gedicht
Jij geeft me de warmte
van een knuffel
Jij geeft me de kracht
van de zon
Jij gaf me je hart
voor de nacht
Jij bent de roos waar
ik vanacht aan dacht
Aan het eind
zo statig gleed hij over 't grijze water
verheven boven het gekwaak
nu ligt zijn slappe hals in vouwen op de oever
het grauwe water kabbelt rustig voort
duisternis bedekt de aarde
die woest en ledig wordt
In zonlicht gebroken kleuren
ik heb zinnen losgelaten
als vallend herfstblad
hoopte diep van binnen dat
er ergens een mooie strofe lag
ben gaan zoeken
naar patronen in het
kleurrijke tapijt maar raakte
zo de weg volledig kwijt
heb moeten wachten
op de laatste sneeuw
tot de wereld eindelijk lachte in
zijn ontdooiend witte schepperskleed
zag toen mijn gedicht
in zonlicht gebroken kleuren
voelde hoe zijn intrinsieke warmte
het prille van de lente al deed geuren
Weerzien
ze zou me afhalen van het station
het meisje met de grote hertenogen
en donkerbruine, bijna zwarte vlechten
er was alleen een grijze dame
ogen verzonken in de kreukels van haar huid
die haar doodshoofd nauwelijks verhulden
we zouden land en zee doorkruisen
ze stuurde mij vakantiekaarten
toont trots de kamers van haar kinderen
de kamer met het echtelijke bed
de muren licht als van een folterkelder
laat jullie avondmaal aan mij voorbijgaan
ik neem zo vlug ik kan de trein naar huis
Het familiehuis
er is een
stukje horizon
langzaam verdwenen
dat deel uitmaakte
van mijn jeugd en leven
nog zijn er
muren dak en schuren
buren waren al gegaan
welig onkruid bleef
hoog op de paden staan
het familiehuis van
meerdere generaties
bewoond met werk en deugd
het spelen van de kinderen
in een toch zorgeloze jeugd
die horizon van vele jaren
wordt nu snel geslecht
nieuwbouw op de plek
maar onze diepgewortelde
herinneringen blijven echt
Mirtazapine
water kleuren met het bloed dat uit mijn polsen stroomt
de straat plaveien met mijn vlees en botten
de trein alweer een halfuur doen vertragen
je haalt het scheermes uit mijn hand
je plaatst je voor de balustrade
je trekt me weg van de perronrand
mirta
mirtazapine
vriendin of engel
als jij er bent
ben ik er ook
Authentiek
haar huid was
tanig zongebrand
de vingers lang
pezig gespannen
aan haar hand
zij lachte een
paar tanden bloot
kakelde wat woorden
leefde op in aandacht
waarvan zij genoot
toch werkte ze
onverstoorbaar door
met noten en olijven
vroeg ons nog te blijven
voor een volgend glas
zij was authentiek
paste precies in het
grieks orakelplaatje
dat ik in de lessen
mythologie ooit zag
Morgen...
Morgen is voor ons mensen verborgen
We weten niet wat er dan zal gebeuren
Of we blij zullen zijn of moeten treuren
Zullen er moeilijkheden zijn of zorgen?
Morgen is voor ons mensen verborgen
Maar laten we hopen op een goede dag
Dat ieder die in vrede doorbrengen mag
Zonder verdriet, moeite, pijn en zorgen,
Morgen, we zien wel wat het ons brengt
Als we maar weten dat God met ons gaat
Hij zal er zijn, Hij die ons nooit verlaat
En ons altijd Zijn trouw en liefde schenkt.
Morgen is voor ons mensen verborgen
De dag van vandaag is weer voorbij
En God zorgde voor u en voor mij
Ook morgen zal Hij voor ons zorgen.
Uitstel
Hoever het zand gevallen was, mocht ik niet weten.
De loper was verborgen in zijn wijde mouw.
Ik vroeg hem of ik mee kon gaan.
Hij schudde zijn benige hoofd.
Met de belofte dat hij terug zou komen,
loste zijn zwarte gestalte op in de nacht.
Had ik mij maar aan hem vastgeklampt.
Ik wilde niet nog langer op hem wachten.
Iets zachts streek langs mijn rechterhand.
Twaalf groene lampjes lichtten op.
Verleidelijker dan die schim
zogen zij mij naar zich toe.
Hereniging gevierd met luid gespin.
Voorlopig hoefde ik hem niet te zien.
In samen slapen
ik volgde de
lijnen die langzaam
in je hand verschijnen
kende hun naam wist
waarvoor ze staan en toch
kon ik hun loop niet rijmen
voelde warme energie
onder je huid waar al
het zachte leven klopte
jouw reageren was
geen verweren maar een
zoeken naar totaal contact
ik wist dat jij er was
met heel je wezen en
kon mij zorgeloos overgeven
we zweefden vrij
en door elkaar in een
verbazingwekkende dimensie
gedachten rolden uit
in een nog maagdelijk gebied
op hemelse frequenties
wij zijn voor even god geweest
in samen slapen hebben wij
elkaar opnieuw geschapen
Weerspiegeling
tussen naamloze gedaanten in een winkelstraat
loopt onverwacht mijn moeder naar mij toe
licht gebogen in haar grijze regenjas
tot zij vlak voor mij staat
ik had gedroomd dat zij er niet meer was
ik glimlach en ze glimlacht terug
ik strek mijn armen naar haar uit
maar stoot me aan een spiegelruit
Ongeziene talenten
door weinig ervaren
mengden mijn kleuren
vervlakkend naar licht
in het niet
uitgesproken zicht
kregen klanken dezelfde toon
waaide gelijkmatigheid
een doffe berusting
zonder sprankjes hoop
ik ben gaan retoucheren
om de oorspronkelijke
pigmenten te vitaliseren
tot verbazing
helderde juist schaduw
het verflauwde licht
uit donkere contrasten
ontsnapten kleuren
naar een nieuwe jeugd
unieke momenten
die hemel gaven aan
nog ongeziene talenten
Verstoting
Ik zou de prins zijn die je wakker kuste,
maar was de spoel die je verwondde.
Vol liefde gaf je kopjes aan mijn handen,
waarmee ik je genadeloos de mand in schoof.
Terug naar je oude huis, terwijl je in mijn woning
je had gekoesterd in de zachtheid van een vrouw.
Een judaskus als afscheid ter kalmering.
Je laatste blik, onthutst en radeloos.
Waarom dit alles?
Om hier en daar een hoopje
en plasjes in de hoeken van de kamers.
Geen poep- en pieslucht hangt nog in mijn huis,
maar uit mijn ziel raak ik de zwavelstank niet kwijt.
Een boodschap
ik heb een boodschap
toch voel ik mij
nog geen profeet
er zijn volgelingen
die mijn geschriften lezen
mensen genezen kan ik niet
ben ook geen ster
of een bekend persoon
middelmaat en heel gewoon
ik schrijf niet om
mensen te bekeren maar wel
om hen iets belangrijks te leren
hebben en nog meer bezitten
zijn geen drijfveren tot leven
wel in samenzijn jezelf geven
Morgenlied
waarom opstaan
als mensen met grijs haar
die mij in leven hielden
door koesterende blikken
en pijnstillende woorden
zijn verborgen achter een gordijn
dat na mijn dood pas open wordt getrokken
waarom opstaan
als managers oud bloed vergieten
hun tanden liever zetten in vers vlees
totdat ook dit is leeggezogen
slaapkamer veilige moederbuik
maar aan de deur wordt luid gekrabbeld
groenogige gezanten uit de hemel
trekken mij opnieuw het leven in
Als heuse frivoliteit
wie strijkt
de vanen glad die
ik opgestoken had
om kleur en zwier
aan het leven te geven
als heuse frivoliteit
het gaan en staan
in geijkte snit en plooi
is niet meer van deze tijd
maar kon niet rekenen
op de transparantie van
het hooggeëerd publiek
ben voor gek verklaard
kreeg levenslang vakantie
wegens deze extravagantie