Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Zij schaduwen schoonheid
ik ken de pennen
die vals schrijven
in gif gedrenkt zie je
hoe letters en krullen
hun kwade genius onthullen
zij schaduwen schoonheid
breken met lompheid
het speelse in zinnen
die in hun optie nooit
als kunst kunnen beginnen
toch zijn zij welkom
met hun pennenvruchten
die nu nog zuchten
onder de winterse kou
acceptatie is lente kom gauw
Verstrooit het licht
je bent van glas
dat in zijn matheid nog
maar vage beelden lacht
waar het bewegen
nog slechts een schaduw
is van het echte leven
je krachtige lijnen
zijn broos en breekbaar
door de tijd geraakt
het kristal transparante
heeft na vele jaren zijn
vitale flonkering gestaakt
nog ben je niet gebroken
maar in de warme middagzon
verstrooit het licht je ouderdom
Toch zijn er rafels
ik streepte zwevend
weg in straffend raken
wist van mythische figuren
bouwstenen te maken
voor mijn komend rijk
gegrondvest op de rede
geen dwaze luchtkastelen
versierselen en ornamenten
maar transparante treden
op de ladder naar omhoog
zonder losbandigheden aan
het einde van de regenboog
toch zijn er rafels
in de krochten beneden
diep in verborgen stegen
krioelt het passionele leven
door veel roze en fel rood
sterielheid is al levend dood
Duizend dingen
Ik denk aan duizend dingen,
geen dag gaat meer voorbij.
En al die duizend dingen,
ik zet ze op een rij.
Al die gedachtes in m'n hoofd,
ze zweven rond en ik weet niet wat dat belooft.
Vreugde en verdriet,
niks gaat er aan voorbij.
Gelukkig ondanks dit,
ben ik nog steeds vrolijk en blij.
Ik geniet van de grote en kleine dingen,
dit zijn juist alle bijzondere en fijne herinneringen!
Stille weemoed
ik wist
dat de kou
weer zou komen
zag de ganzen
op hun vlucht
in je ogen dromen
met stille weemoed
vlogen wij mee naar
het zuiden langs de zee
je was iets kwijt
lachte in berusting
ik voelde vage spijt
de wereld was
intens verlokkelijk
met opgefokte haast
wij werden opgeslokt
alleen in de vakanties
was rust altijd de baas
Weer klinkt het lied
hun woorden
bevroren tot ijs
door een gure
wind gedragen
tochtten zij kilte
door het paradijs
waar tropische
emoties bruisten
felle blikken
huisden in het
smeulend vuur
van omfloerste ogen
stilte brak
de eerste schrik
paniek vluchtte in
chaotische taferelen
zij drongen met velen
naar te weinig lucht
hun vlucht
is gevangen
in lange gangen
van de witte dood
weer klinkt het lied
alleen zij zijn er niet
Je bladerde bleek
het was al
een klein wonder
dat jij groeide
zag hoe je steel
zich kromde in een
voortdurend verwonden
je bladerde bleek
op een plaats uit de zon
zonder koesterend licht
bijna niemand wist
hoe eenzaam je oogde
in het mat witte gezicht
toch knopte je
na doorgestane ellende
bloeide plotseling voluit
met warme kleuren die
vol tederheid spraken over
je leven dat even de hemel raakte
Vallend licht
merkwaardig toch
hoe mensen zich gedragen
als zij zomaar stenen rapen
vergelijken vormen
grote en structuren in een
bijzonder diepgaand turen
verbazen zich om lijnen
die een onnavolgbaar
patroon laten verschijnen
zij zijn vergeten
dat de steen hen wenkte om
aandacht aan hem te schenken
hij focust al van verre
met kleur en vallend licht de blik
van ogen in een speurend gezicht
Echte schoonheid
het lijkt een gave
om strijdbijlen
niet te begraven
maar ze als eerste steen
te werpen zodat jij je gelijk
als waarheid kunt erven
juist in schikken wordt
een compromis naar eenheid
geleid en is consensus bereikt
ik lach als de cd voor
de duizendste keer wordt gespeeld
met het refrein dat overleven heet
Weinig mystiek
ons rest nog
maar weinig mystiek
door rationele repliek
ook de magie wordt
in het logisch circuit
stevig te kijk gezet
wij zijn verworden tot
automaten die zogenaamd
iets zinnigs uitbraken
geloof hoop en liefde
zijn niet te vatten omdat
zij nooit in structuren passen
godzijdank zijn er nog
dromen waarin sprookjes sagen
en legenden tot ons kunnen komen
schijnt toeval en verbazing
dwars door de dubbele beglazing
van onze geïsoleerde geest
Leven is geven en nemen
ja, het leven is geven en nemen,
soms moeten we meer geven
en dat is ook goed.
in mijn leven heb ik
veel van mezelf moeten geven
het heeft mijn zelfvertrouwen
niet veel goed gedaan
ik voel me vaak verloren
maar wil wel aan mezelf werken
en door al mijn gedichten
die ik schrijf
krijg ik meer vertrouwen in mezelf
ja, het leven is geven en nemen
zo zal het altijd zijn...
Op het eerste gezicht
jij bloeide ooit
in woordenschat
de mooiste bloemenpracht
schilderde poëzie
met de fijnste penselen
en kleuren uit je hart
toch ben je terug gegaan
het echte grote werk
trok je artistiek niet aan
jij stileert
eenvoud en precisie
in een stillevende positie
raakt met
een enkel woord
het groot orkest en koor
waarbij zinnen hun
warme harmonie zingen
in lyrische strofes
die de wereld veroveren
in een hemels gedicht met een
goddelijke lach op het eerste gezicht
Een tijdloze kust
ik hoor de
vroege vogels weer
schrijf letters neer in
een sprankelend verband
was gestrand
op een tijdloze kust die
de altijd rollende golven
met eeuwigheid sust
diep verankerd
in het zuigend zand van
licht autistische gewoontes
bij een perspectiefloos land
hun gezang
doorbreekt het treurend
afzien op de dagen die
veel lasten zijn gaan dragen
ik neem het roer
weer zelf ter hand waar
zon en licht de koers bepalen
naar een schitterend vergezicht
In het duffuse licht
het is nog niet vergeten
een stukje nostalgie
uit heel intens beleven
met knikkeren en pot
flarden mist losten op
langs hoge lantaarnpalen
er vlaagde etensgeur
onze inzet werd hoger
honger en hebzucht groter
de mooiste stuiters
blonken in het diffuse licht
spanning op ieders gezicht
ze rolden weerbarstig
door spaarzaam gebruik
het geluk lag er plotseling uit
dollend zijn we naar
huis gegaan maar het verlies
voelde heel verdrietig aan
Geluidloos licht
stilte is mijn vriend
ik ontmoet hem vaak
maar weet niet of ik
hem met mijn emoties raak
hij wandelt graag
net als ik geniet hij van
een schitterend vergezicht
in zacht geluidloos licht
ook van het bos
waar donkere vennetjes
rimpelloos zuchten
onder klarende luchten
natuurlijk praat ik
schatert mijn lach
om mezelf te voelen in
het niet alleen zijn op pad
totdat hij wenkt
mij zijn rust en
schoonheid schenkt
van samen weer genieten
Onwetend lief
er is weer een
herder neergestreken
die eigen wijsheid
verbetert in taal en teken
zing zijn lied
draag de leiband
like zijn kudde
jij nu nog onwetend lief
hij is de ster
hoedt met halfgoden
en zijn virtuele leiderschap
de volgzamen op zijn pad
doodt initiatief
miskent het eigene
prijst de hype want
die maakt iedereen gelijk
er is helaas geen poëzie
die hij kan preken
dat is het magisch samenspel
tussen schrijver en de lezer
Het fijne geklepel
waar woorden
eenduidig hun kleur luiden
is het fijne geklepel
van klokjes niet hoorbaar
het monotoon starre
dringt zich meer dan
opzichtig op en houdt
ogen en oren gevangen
de kleine nuances
accenten en speelse
wendingen in zinnen en
strofen komen niet op toon
wat een kleurige boeket
vol harmonische klanken
had moeten zijn resulteert
in een doordrammend refrein
Het doldriest onbesuisde
het water strakte
onder striemende woorden
bevroor tot ijs
voor hen die ze hoorden
scherp spiegelden
sterren de waarheid
in het zwart oppervlak dat
feilloos gerechtigheid zag
waar vergeving
al in rietkragen ruiste
verwarmde zon
het doldriest onbesuisde
brak langzaam het ijs
smolt wrevel en ergernis
in rimpelloos verdwijnen zo
dat hij weer in water kon schijnen
Aaibaarder dan ik dacht
hij had
ogen aan touwtjes
maar kon toch alles zien
de echte
bruine berenvacht was
aaibaarder dan ik dacht
een zwarte neus
zonder gaten
die frunnikte ik pas later
hij was mijn
knuffelbeest en beste vriend
die ereplaats heeft hij verdiend
nog kijkt hij
mij vragend aan als
ik kom en hem zie staan
na een kroel
tussen de kapotte oren
lijkt zijn knor altijd te horen
hij is een stukje jeugd
dat ik koester uit vroeger tijd
mijn maatje in onzekerheid
Ezelsoren en een vouwtje
ik heb de titels gelezen
de imposante lay outs
heel duur uitgegeven
mag ik na een lang leven
ook een plaatsje in de rij
ben klein en heb
helaas een slappe kaft
beduimeld door talloze
vingers van hen aan wie ik
mijn droom en zinnen gaf
ezelsoren en een
vouwtje in het blad
gaven aan wanneer het tijd
voor een gezonde nachtrust was
ik sloot dan het hoofdstuk af
ben nu uitgelezen
tot op de draad versleten
wordt in de kast gezet maar
af en toe mag ik heel even weer
warme handen voelen die mij lezen