Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Wij prieelen
je trippelt
lichtvoetig blij
over gras dat
groen naar je lacht
rondt borders
streelt bloemen die
bloeiend op je wachten
geurt hen dichterbij
wij prieelen tussen
slingers herinneringen waar
ooit ballonnen hingen
met opschriften van toen
nog is je jeugd
onvergankelijk vitaal
straal jij warmte en
liefde naar ons allemaal
laten we proosten
op volle oogsten want
ook deze herfstige momenten
kennen helaas hun downs
Hernieuwde dialoog
het scheurde
niet helemaal plotseling
maar wat verbonden was
heeft zich een eigen
plaats toegeëigend
verkent voorzichtig
licht gehavend haar
nieuwe plaats met
wat pijnlijke rafels
resterend uit breuk
er is geen achteromkijken
kleinigheden overdrijven
wel liefdevol over de
zere plekken wrijven
in hernieuwde dialoog
een noodzakelijk kwaad
waarmee onafhankelijkheid
alleen maar is gebaat
nog zijn er kleine weeën
maar jullie zijn nu met tweeën
Schriftelijk sterven
ik schreef met
mijn donkere pen
schaduwde lichte letters
met een krullig accent
wist mij in
contrasten te verbergen
verboden emoties liet
ik zo schriftelijk sterven
in cursief kon ik mij
niet staande houden
op mijn verlegen aard
wilde niemand bouwen
nooit heb ik
iets onderstreept
de nadruk moest liggen
bij degene die het leest
ik schavuitte te vaak
in taal gebruik
mijn metaforen waren
meestal hun tijd ver vooruit
Mystieke rust
ik was verdwaald
bomen waren al
geschraald tot aan de top
zon scheen vaag
de theatrale kleuren
van het glas in lood
dat ons de vensters
bood van kathedralen
in het herfstig bos
na zomerlange
beden om verkoeling
heerst er nu mystieke rust
nog zucht de wind
kraken takken zacht
in een devoot ontroeren
zij bezielen nog het
kleurrijke palet voordat
de kou het gaat beroeren
Het creatief moment
ik ken de sprookjes in al
hun grimmige liefelijkheid
boterzachte emoties met
vaak een harde realiteit
dan beleef ik liever dromen
waarin ook onmogelijkheden
op een heel bijzondere
manier naar boven komen
in spannende complexiteit
geven techniek en krachten
uit de diepst menselijke lagen
hun onvermoede energieën prijs
wat nooit oplosbaar leek
blijkt met een ingenieuze vondst
het ei van columbus te zijn
alleen mijn naam staat er niet bij
naast euforie kruipt snel
deceptie dichterbij als bij het eerste
ochtendlicht ontdekkingen verdwijnen
door het ontbreken van logische lijnen
toch droom ik altijd met
een lach en lichtelijk verbaasd
om wat het creatief moment
zonder remmingen naar boven haalt
Een vorige tijd
ik hoorde
struiken praten
had eerst weinig
in de gaten maar
een vleugje wind
droeg hun woorden
hoorbaar dichterbij
keek spiedend
om mij heen naar
een andere bron
zag gefilterde zon
in het donkere groen
rook de vage geur
uit bewegen van toen
een vorige tijd die
seizoenen herspeelde
in het decor van heden
daarbij declamerend
van elkaar lerend
hoe te leven in de
menselijke maatschappij
ik bewoog
woorden stokten
praten was vergeten
een mager ruizelen
deed het zonlicht
verbleken in de stilte
van niet willen weten
Zwaartekrachtgolven
wij pulseerden wat
zagen toe hoe
zwarte gaten elkaar
radicaal op aten
wisten dat er
nieuwe energie
aan zat te komen ook
wij hadden onze dromen
een paradijselijk heelal
met lange diepzwarte
zwaartekrachtgolven
die ons liefelijk bedolven
ik voelde in de kern
van mijn neutronen
dat ook de rode dwerg
dit ging overkomen
wij spanden onze vezels
om deze zondvloed
in de kosmos te ondergaan
een implosie te weerstaan
we zijn gegroeid in
het interstellaire geraamte
eerst spierenbundel nu orgaan
vibreren het hart in duobaan
Schone schijn
je ogen wijken niet
omdat ze kijken
alsof zij weten
dat schijn bedriegt
in het kruisen
van de blikken proef ik
de altijd durende strijd in
het spanningsveld der ikken
daar zijn geen sluiers
meer voorhanden worden
banden strakgetrokken
met ontblote tanden
ik lach terwijl
het altijd menens is
een schijnaanval omdat
jij naar meer info vist
uit de tent gelokt met
nog een grote schep erop
pareer jij gebakken lucht
dat enkel onbenulligheden zucht
een slagveld voor even
maar alles is te overzien
schone schijn lijkt op de vlucht
wij gaan verder met ons leven
Medeleven
langzaam schoven muren
in vervreemding nabij
nog had ik perspectief
maar een diepe angst
nam plotseling bezit van mij
ben naar buiten gegaan
onder de beklemming vandaan
maar niemand keek me aan
allen op pad naar hun doel
in een strak afgemeten pas
ik stond daar alleen
het spel dat zij speelden
was mij onbekend maar
zij waren met velen
inwisselbaar zonder end
er zat geen leven in dit
maatschappelijk bewegen
slechts hout en steen
als restanten uit het vergaan
van een ooit vorig bestaan
dit schouwspel baarde
mij angst voor een desolaat
leven door de medemens vergeten
ik had schaduw en als hoop de dood
die mij glimlachend medeleven bood
Als in deja-vu
ik zag
grijze wolken
roodstrepen door
ondergaande zon
lachte
naar de golven
zij krulden licht
vonden mij niet dom
ik speelde
zomaar op het strand
als volwassene met
water en rul zand
joeg wat schelpen
door de zilte wind
met handen in
gebaren van een kind
uren heb ik
mij vermaakt
tijd heeft me voor
dit even niet geraakt
herboren ben ik
later teruggegaan
belde licht
verwonderd aan
het huis lachte
als in deja-vu
ik vroeg vriendelijk
verbaasd ben ik er nu
Het mentale pantser
het gonst
voel de trekkracht
van vele geesten
mensen
wirwarren in
besluiteloosheid
er is geen strakke
energiegerichte
daadschap streep
wel een kakofonie
van speldenprikjes
die ontladen in de geest
zij bouwen
spanning op waarin
ik niet kan blijven
ik vlucht
wat schielijk weg
van al die lijven
de druk neemt af
voel mij leeggezogen
omdat kracht is afgetapt
een dagje stad
het mentale pantser dat
nergens in de verkoop was
Marionet
jij holt maar door
neemt niet eens de tijd
om even te rusten
in zuchtend jezelf zijn
getrapt in de val
van weten is macht
zonder ontzag voor
de balans in het leven
ja hoofdzaken vergeten
in dansen aan touwtjes
door anderen gegeven
ter volmaking van hun web
zij spinnen garen
uit jouw spel als marionet
halen je in als jij vertraagt
en je targets niet meer haalt
Vaak vlamt rood
ik ben al
een tijdje vergeten
de stenen te raken
hun krachten te voelen
verhalen te horen over
hoe zij ooit werden geboren
ook hier delen zij ongewild
in de spanning van leven
al zijn zij verstild in bewegen
waar steen en glas
versmelten kleuren lijnen
het intense lijden aan elkaar
vaak vlamt rood
de nood van te veel energie
geeft daar haar pijnen bloot
in variaties blauw
snijdt heldere kou
uit ijstijden ons tegemoet
groen noorderlicht is
gestift in brekend zicht
scherft zijn dansende groet
ik hoor het
zachte fluisteren
onder mijn warme handen
wij hebben elkaar gevonden
hun elementaire bronnen
zullen eeuwigheid branden
Logistiek raakt in paniek
ik heb vergeleken
mierenhopen bekeken
de stukken land die
zij bestreken voor
een krioelend bestaan
mensen als olievlek
de grond wordt omgezet
in een productieproces
dat honger moet stillen
variatie door mechanisatie
de logistiek raakt
in paniek door de
snelle vlucht naar de stad
waar alles zich samenpakt
zonder privacy en cultuur
de cirkel is weer
compleet en wij hebben
dat ooit geweten in
ons micro samenleven
maar dat is allang vergeten
nu is de trend mondiaal
de conglomeraten zijn
onbeheersbaar geworden
binnenlanden zijn leeg
niemand weet of hij morgen eet
Zonder gezicht
ik zwaai
naar het licht
achter me volgt
de schaduw
nog zonder gezicht
pas als ik kijk
mijn handen
laat zakken
is er weer de
oude egaliteit
toch heb ik
gezien waar zij
is verdwenen door
aarde en stenen
finaal terug naar af
om weer
te verschijnen
als licht wordt
geblokkeerd en
energie is geabsorbeerd
Toevallige incidenten
soms zijn wij de
logische verbanden
heel diep van binnen kwijt
in ervaren dat
denken niet meer zijn
hand reikt aan onze zinnen
wij de wereld
gaan beleven als
toevallige incidenten
waarbij oorzaak
en gevolg bestaat uit
niet gekoppelde momenten
in blokkeren
proberen we de flow weer
op het goede spoor te krijgen
rangeren zal
nog moeilijk blijven
omdat overzicht ontbreekt
lichten gaan pas
op groen als onze innerlijke
verbanden het weer doen
Zonder franjes
bijna fluisterend
hoorde ik zacht
stilte spreken
een vreemde stem
die ik toch ergens
uit verleden kende
hij intoneerde
met bekende klank
dat schiep een band
ik voelde hoe
hij mijn herinneringen
vluchtig passeerde
probeerde de echte
waarheden zonder
franjes te etaleren
ik wist het
zwarte gat dat ik
altijd verborgen had
omdat ik de diepte
niet kon bereiken
zonder zelf te bezwijken
zijn woorden werden
spoken die ik gelukkig
dit keer niet heb gesproken
Raakte aan
stil waren
structuren in balans
je hand reikte
raakte aan
in de chaos die volgde
was het met de rust gedaan
paniek en schrik
volgde je blik naar
de gekneusde onderdaan
wat jaren stil
gehangen had volgde
nu de zwaartekracht
de potentie die
in ophang was verleend
viel op je grote teen
nog ken ik
de afloop niet maar de
artsenpost geeft goed repliek
De apocalyps
jij sloeg
de bladzijde om
zag nog net
de flits van de
laatste waterstofbom
weg was de wereld
ontdaan van natuur
en het beetje cultuur
dat wij in vele generaties
beschaving hadden vergaard
verdwenen de muur
van het huis dat
onderdak bood aan
een knus en vooral
liefdevol leven thuis
het was geen vertwijfeling
maar een zeker weten
jij hebt het boek
tot deze bladzijde gelezen
de omslag was het moment
in de apocalyps
doken planeten voorbij
vrij van hun interstellaire
banden niet meer gespannen
in de ooit kosmische balans
alleen in zwarte gaten
verscheen het hemelse licht
van het heelal grote theater
waar goddelijk bazuingeschal het
geluid overstemde van de laatste knal
deze apotheose
had zijn oordeel al gegeven
in het eindige leven viel daarover
niets meer te lezen in de blanco
a-viers die als epiloog resten hier
Een fraai decor
ik wist de laatste
stralen te vangen
van de laagstaande zon
verzamelde schaduwen
die de lengte van dagen
een ander aanzicht gaven
later ontwaakten kleuren
in de zachte avondgloed
door oplichtend zonnebloed
herfst had zijn tapijt
al uitgerold toen wind
de bladeren had neergevlijd
een fraai decor waar kleur
en schaduw elkaar mijden om
het duister van nacht te bestrijden