Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Dwaas
hij weet best dat het stom is
om vast te houden aan iets wat voorbij is
maar hij kan haar niet vergeten
al ziet hij haar samen met een ander
het doet hem zo'n pijn,
hij kan en wil haar gewoon niet kwijtraken (te laat)
zijn vrienden noemen hem een dwaas
maar hij heeft nog hoop
oude liefde roest immers niet?
ze zal hem zeker gaan missen.
want echte liefde verwaait toch nooit? (zo droomt hij voort)
hij ziet hij haar soms met een ander ...
dan doet hij alsof zij dat niet is geweest
het duurt een tijdlang voor hij beseft
dat hij de dwaas is waar zijn vrienden hem
voor hielden en hij huilen kan om haar
nog langer duurt het om haar los te laten
De kunst van het web
heb uit handenvol herfst
draden gepakt
wilde mijn web
ermee weven
heb ze geplakt
met luwte en zon
in de regen
glansden ze prachtig
maar de druppels
werden te zwaar
zij scheurden
de lijnen aan flarden
ik laat ze waaien
zoals het hoort
maar de kunst van het web
heeft mij altijd bekoord
Krimpt de tijd
je hebt
de euforie gehad
van bacchanalen en
nachtenlang doorhalen
het ongeremd
de grenzen overgaan
naar een wereld die nog
zonder normen kan bestaan
je de standaard toegeëigend
van lak aan alles krijgend
als het feesten maar niet stopt
want de beesten zijn nog los
maar in demping
van gevoelens krimpt de tijd
tot een meedogenloos vervelen
omdat niets je meer kan schelen
bent je dieptepunten kwijt
in de roetsbaan van het leven
ook de hoogtepunten zijn vergeven
wat blijft lijkt slechts eentonigheid
wat is jou de medicatie waard
als hel en hemel gaan verdwijnen
en je eindelijk de warme zon
weer op je huid kunt voelen schijnen
Het was fout
Ik dacht leuk een grap,
ja, dat dacht ik.
Maar ja het liep anders,
de jongens konden niet lachen.
Nu zit ik hier met spijt,
ik wil sorry zeggen.
Maar dat lukt niet,
niet aan jou.
En ik vind jou juist zo leuk,
maar dat zeg ik niet.
Nu wil ik sorry zeggen,
maar ik vindt dat zo eng tegen jou.
Tegen jou praten is zo eng,
het spijt me.
SORRY ALLEMAAL
Herfstbladeren
vallende blaadjes
dwarrelen voor het raam
in kleuren van rood tot
goud
rode lippen
kussen de zomer
tot ziens op mijn mond
opoe herfst haast zich
met haar kleurenpalet
ik mis je nu al want je
hebt besloten de herfst
elders door te brengen
spoedig hoor ik liedjes
ze gaan over de winter
maar je weet dat ik je
het meest mis tijdens
de herfst
zeker als de bladeren
beginnen te vallen
in kleuren van rood
tot goud
eenzame wandelingen
bladeren
onder mijn voeten
de wind waait koud
lief,
zeg toch dat je spoedig
terugkeert
Gekleed in naturel
ik zie je staan
maar in het naderen
wijk jij steeds meer
van mij vandaan
je kleurt helder
in het grijs van
niet geziene vormen
eenvoud kent zijn prijs
waar anderen
woekeren met talenten
bloei jij doorschijnend fel
slechts gekleed in naturel
jij bent voor mij een
nimf in onbereikbaarheid
alleen schoonheid kent als
hoogste trede exclusiviteit
Here
Here
u bent een heer
zoals niet bestaat,
bij u zijn wij veilig,
ondanks alles wat mij kwelt
bent u een veilige haven
bij u is het allerbeste
Lijnen met vroeger
hoe wist je
van het kistje
met de liefste
dingen uit mijn leven
ik had het
weggeborgen
om ooit te bekijken
in tijden zonder zorgen
jij hebt al
flitsjes gezien van
zaken die mij raakten
herinneringen dieper maakten
wij zijn alles
rustig door gaan nemen
hebben edelstenen
weer nieuw licht gegeven
het kistje
is niet meer gesloten
de lijnen met vroeger
blijven voortaan open
De rood gestifte mond
voorwaar ik idealiseer
de benen zonder haar
het kruidvat en de lont
de rood gestifte mond
t-shirts die als jurkjes vallen
strak en zonder zwier
alleen de wind
waait op in speels plezier
met het kleurig trippelen
op kingsize hakken laat je
ongemerkt de ander zakken
kijkt neerbuigend om
maar ik heb je herkend
jij bent in cool passeren
en toch heet vibreren mijn
splendid isolation monument
Gouden morgen ( 2009 )
de zon kleurde de bladeren van de bomen
sprookjesachtig mooi.
zijn ogen plaagden haar terwijl zijn lippen
haar zachte mond zochten.
een onvergetelijke zomer lang waren ze nu
samen. hij was niet langer onzeker dat ze
zich bij hem zou vervelen, na deze nacht vol
hartstocht, hadden ze samen deze morgen
begroet.
deze heerlijke oktober morgen... het voelde
méér dan goed. straks zouden ze er op uit
gaan... stráks, als ze op zouden staan.
hij nam haar in zijn armen, zoals het er uit
zag zou hij haar ook in de winter mogen
verwarmen.
Met aankomend geel
zij tokkelden
het groen van gras
rond de korenbloem
die diep blauw
gestreken werd door
het licht van de eerste viool
wind dirigeerde
in koper het rood van de loper
voor de ondergaande zon
maan reflecteerde
met aankomend geel
de al grijs roffelende trom
fluisterend besloten
kleur en muziek deze dag in de
donkere echo van de laatste paukenslag
Het lot in handen nam
ik zag
de stralende dag
maar telde traag de uren af
op het geraamte van verveling
minuten rammelden
hun knokige eentonigheid
met seconden zonder leven
op het afgekloven bot
tot jij kwam
het lot in handen nam
mij overrompelde
met je overwinnaarsblik
zonder strijd want jij schonk mij
wat ik een leven lang al miste
een toekomst waarvan wij
gelukkig nog niet alles wisten
Lente regen en muziek
een blik naar buiten
we zien hoe de avond
zich langzaam ontvouwt.
lente regen zo zacht
zo mild...
we omhelzen de komst van
de nacht (en elkaar)
fluisteren dingen in elkaars
oor die bij aanvang van de
ochtendstond
alleen wij beide zullen weten
met op de achtergrond altijd
Arabische muziek
Jouw lege plek
je bloeide aan de beek
in een flauwe bocht
wat hoger op de kant
tegen het groene mos
zag je altijd spiegelen
in bewegend rood en zwart
nooit was er rust en stilte
op de lange zomerdag
het oogstseizoen
heb jij niet meegemaakt
in zware regen zijn
de oevers los geraakt
zag hoe je wortels
werden ondergraven
terwijl jij trachtte
jouw bloemen nog te dragen
het kolkend water
heeft je meegesleurd
woest vliedend door het bos
jouw lege plek spiegelt nu slechts mos
De echte wereld
heb de plaatjes
en filmpjes gezien van
dieren die op mensen lijken
kleertjes aan
hun stemmen en lach
zelfs de kus en een traan
maar ik wil
ze zelf ontdekken
hun geur en eigen geluid
de warmte van vacht
kunnen raken en weten
waarom die ook plast
ik wil voelen en ruiken
bewegen en leven
in de echte wereld daarbuiten
Voelde de pijn
ik gaf haar een roos
zij vouwde
stralend het blad
in verfraaien
ik voelde de pijn
van vervormen en kleur
hoopte dat de bloem
niet meer in leven zou zijn
keek haar toen aan
zag in de ogen mijn kleren
hoe zou het mij dan vergaan
als zij dat bij mij ook probeerde
de spiegel antwoordde
ontnuchterend snel
ben ik de man die
daar staat eigenlijk wel
Wind in koele tint
het licht
is langzaamaan
de volle kleur gaan dragen
vloeit trager uit
in bezwangerd zijn met
vrucht en rijpend fruit
streelt met warme hand
het graan tot goud
na lange zomerdagen
speelt transparant
met wind in koele tint
als de forel weer springt
tijd ontlaadt het licht
en klaart in strakkend blauw
de eerste komst van ijle kou
Niets zo mooi
niets zo mooi
als je stem
die fluistert
liefste, liefste
zo sterk, zo
krachtig
zoals jij zelf
mijn baken in
de nacht
mijn man
die niet twijfelt
aan ons
die ik ongeremd
lief kan hebben
in de storm van
alledag
Licht geworteld
de stam
is licht geworteld
in onthechten
buigzaamheid
van twijg en tak
is wat verzwakt
toch straal jij
met trotse kracht
weerbarstigheid
de balans is fragiel
in confrontatie voelt
jouw weerstand iel
buig maar en
kom langzaam op
ook zo bereik je ooit de top
Mijn vurige beden
ik heb de schaduw
weg geredeneerd
maar hij blijft hangen
aan de randen van mijn blik
het licht van logica
en wetenschap
schijnt knap en
helder in de hoeken
na het gerichte zoeken
leeft het donker op
beleven spookgedachten
hun vage angsten in mijn kop
het schrijnt aan mijn bestaan
rust en zekerheden zijn verdwenen
ondanks al mijn vurige beden
komt schaduw langzaam naar beneden