Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Schaduw rondde al
nooit wilde ik buigen
maar schaduw rondde al
onder de last mijn schouders
ik die altijd
hoog op tornde
tegen de strakste wind
elementen trotseerde
met fier geheven hoofd
in de trots van mijn jaren
ben verstrikt geraakt
op stikken na sterft de tijd die
mijn bestaan nog mogelijk maakt
Spreuken
nooit vergaat de liefde
helemaal
als we blijven geloven
zal de heer ons zijn liefde
geven
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
het is de laatste tijd
spoedig zullen we op de nieuwe
wereld wonen
wat een rijkdom zal het zijn
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
ziekten kunnen ons pijn doen
vooral geestelijke ziekten
die laten ons in een donkere
wereldleven
hoe graag willen wij in het licht
leven
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
hoe graag verlang ik niet naar
een huis met een rustige omgeving
waar ik nu woon is het te druk
en word ik steeds zieker
maar ik weet dat het eens goed
komt
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
veel mensen zijn er op de wereld
sterke en zwakke mensen
de sterken zijn schuldig de zwakken
te dragen
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
jouw liefdesstem fluistert zacht
in mijn oren
zo lieflijk, zo teer, zo zachtmoedig
op jouw stem ben ik helemaal
verliefd lieveling
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
trouw, liefde, zachtmoedigheid,
tederheid, daar verlang ik naar
lieverd, jij kunt me dat geven
laat me niet langer alleen.
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
de kinderen die wij hebben
gekregen
brengen ons veel liefde
ons verdriet kussen ze weg
-o-o-o-o-o-o=o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
Mat gepolijst
het steen lijkt
de beitel te ontwijken
als ik een stukje dwars
voorzichtig wil splijten
meegaand heb ik
zijn structuren gepolst
aders en lijnen gevolgd
in subtiele verfijning
mat gepolijst
met de glans van
bloed zweet en tranen
ademt schoonheid je schaduw
vol karakter sta je daar
bevallig en profiel
maar met je stukje dwars
ben ik nog lang niet klaar
Het schermpje en ik
de brood en spelen carrousel
draait weer op volle toeren
omdat leegloop en verveling
op alle hoeken staan te loeren
het massaal vermaak
heeft platvloerse attitudes
rivaliteit en bendevorming
hebben het helemaal gemaakt
waar geld en macht victorie kraaien
is er het gewetenloze graaien
spelen voor de eer halen zij neer
op hun eindeloze weg naar meer
samen zijn is maar een eng begrip
er is alleen het schermpje en ik
mijn likes kan ik ondertussen wel dromen
er is nog niemand live naar mij toe gekomen
Heel subtiel
ik heb wit gebroken
tal van pigmenten
tot leven gewekt
mijn verf heeft
met linnen gesproken
samen iets nieuws opgezet
door vloeien kunnen
kleuren weer groeien
in een natuurlijk verloop
geen kwast dirigeert
de harmonie van bewegen
het mes is terzijde gelegd
vrijheid in componeren
heeft heel subtiel de toon
voor mijn ziel weer gezet
Het vileine geel
in jouw bloedrood
zullen hanen kraaien
het vileine geel
waarmee je stilte schijnt
is voor even verleden tijd
ik voelde je krachten
zag hoe licht verschoof
van geel naar rood
zich spreidde en jou
oplichtte in duister blauw
jij kon niet meer
de spiegel zijn van
het nachtelijk vergeten
waarop jij eonen lang in
koele rust hebt neergekeken
pas als de nacht
zal stokken en de zon
ter kimme stijgt geef jij
de vage kleur weer prijs
die altijd aan de hemel prijkt
Ons eigen paradijs
blikken zijn veranderd
ogen lichten op in schermblauw
zien gauw een stukje wereld
verdwijnen weer in virtuele kou
open zicht is een
zeldzaam fenomeen geworden
vreemd het kijken naar elkaar
geen klikjes toch een paar
het voelt als een gemis
naakt omdat er geen verbinding is
zonder kudde lijkt het kil en leeg
omdat niemand je een like-je geeft
nog piepen alle apps
trilt en zoemt het apparaat
vraagt aandacht om er bij te horen
maar jij en ik zijn aan de praat
om eindelijk terug te keren
naar het werkelijk bestaan
zonder dwang en eis weer te
gaan werken aan ons eigen paradijs
De groten gelezen
ik heb er jarenlang op
gejaagd en ieder gevraagd
naar het geheim van leven
de groten gelezen
maar hun exegeses konden mij
geen antwoorden geven
geploeterd en geliefd
hoe diep ik ook groef
aanwijzingen kwamen er niet
tot ik begon met
het loslaten van zaken
toen kon ik vorderingen maken
het werd transparant
in het voorzichtig
naderen van de overkant
ik ken nu eindelijk
het geheim van leven
alleen dood kon me dat geven
Onder oplichtend wit
ik voel aan strand
de warme energie van
het collectief geheugen
in grijsblauw doorzichtig
schilderen golven ons leven
onder oplichtend wit
zij kabbelen gedachten
fluisteren woorden uit
de boeken van bestaan
alles is opgeslagen in
minuscule flintertjes zand
glijdend door de losse hand
zacht draagt wind
de refreinen van ieders lied
het eeuwig nirwana vergeet jou niet
Spielerei en gekte
we draven door
en graven weer
naar de geschiedenis
van het authentiek detail
in de cirkel der historie
is dat altijd het geval
als wij in een stijlloos
vacuüm zijn beland
de mens grijpt terug
naar schoonheid uit
verleden tijd omdat heden
zonder inspiratie blijft
ook muziek en schilderkunst
borduren voort op
vroegere patronen maar
vernieuwing wil niet komen
chaos schrijft in gedichtenland
omdat ieder alles van poëzie
denkt te weten zijn slechts
spielerei en gekte overgebleven
Kittig hoog klikken hakken
verleidelijk winkelt de straat
dringt ongemerkt haar kleuren op
aan argeloze passanten
warm vertellen geuren op
delicate wijze hoe laat het is
nodigen uit tot een kleine dis
maar niet nadien etalages
hun snuisterijen hebben getoond
appellerend aan de smaak van de koper
verlokkelijk is bling bling
dat opgepoetst straalt
en artistiek fraai is uitgelicht
kittig hoog klikken hakken
het wachten is passioneel amicaal
met de vrolijke taal van witte wijn
zachte muziek schildert
in speelse tonen een achtergrond
van beleven en uitgekomen dromen
In confrontatie
ik heb het landschap uitvergroot
groen in duizend tinten
op maagdelijk linnen gladgestreken
maar aan pigmenten kleefde dood
wilde het vitale en de
oerkracht van de zee weergeven
golven vangen in hun schuimig grijs
zelfs geen waterspat bleef hangen
zag de storm schimmig jagen
voelde uit donkere wolken regen vlagen
striemend pal in mijn gezicht
het woest natuurgeweld heb ik gemist
ik zoek altijd naar extremen
om weer te voelen dat ik echt besta
niet de zachtheid van het meebewegen
maar in confrontatie met waar ik voor ga
Lachte geluk
hij speelde met blokjes
in alle vormen en kleur
stapelde langzaam tot bouwen
in tijdloze aandacht
lachte geluk voelde hij
warmte en vertrouwen
toen kwam het kind
speelde met wind
danste op hoge voeten
haar open gezicht
bleek en wat sproeten
groette hem stil
in voorzichtig kijken
begrepen zij beiden
dat ieder anders was
speelde op eigen wijze
samen en toch apart
dat echt delen voor later was
Terwijl storm bossen rooit
weer laat de natuur zijn
vleugels vieren om de ondraaglijke
saaiheid van het leven te versieren
de rivieren zijn geknecht
hun speels meanderende bochten
afgesneden en weer recht gelegd
maar een stortvloed zal
de vele dijken doen bezwijken
water zal zijn overloop weer krijgen
hagel gaat de oogsten stenigen
terwijl storm bossen rooit en
een regenboog de heuvels glooit
kom maar heldere zon
en brandt het laatste tere blad
in de verstuiving tot woestijnen
nog zijn het slechts details
maar de eerste tekenen zijn er al
saaiheid brengt het leven in verval
Het vlammend rood
de bosrand
staat nog vlammend
in rood krijt bij het
afscheid van de zomer
waar groen
al donker duistert
draden elkaar kruizen
tot herfstige huizen
heeft zij de zon gekeerd
op hete dagen hitte
geweerd en verwezen
naar trillende einders
zij was de poort
van het schaduwrijke bos
het veilige oord
voor schuilende dieren
nu kaalt de dood
als brekende wind
verbleekte takken in het
vergeten vlammend rood
Het applaus is grijs
hij poetst en polijst
spreekt van zilver
maar zijn woorden
slaan zwart uit
wanhopig kijkt hij
zijn toehoorders in de ogen
ziet wat hoofden gebogen
terwijl de rest hem ontwijkt
nog is hij niet klaar
wie zwijgt stemt toe
maar het applaus is grijs
en zijn stem doodmoe
als hij het katheder verlaat
met een nietszeggend gebaar
ziet hij op de voorkant prijken
spreken is zilver goud het zwijgen
Wat kan ik zeggen, psychiater?
Wat kan ik zeggen
tegen zo iemand zoals jou
-tegen iemand die alles al heeft
die zit toch niet op mij te wachten?
Wat kan ik tegen je zeggen
Moet ik je nog meer van mezelf uitleggen?
Of zie je dat dan als een groot meelij
dat ik dan voor mezelf zou voelen,
nee, met mij
is het niet zo gesteld.
Nee,
Ik zeg je niks
Ik wacht wel
totdat jij je vragen stelt.
Naschrift:
Beste psychiater...
nog maar een keertje
tot later...
Zal mijn geluk wederkeren:
of zal ik het...
nooit leren....(!)
Nacht
Wat verwacht
je van de nacht?
Je kunt ook zeggen:
Wat vermag
voor jou de dag?
Laat mij maar kiezen voor de nacht
De nacht met al zijn pracht
Die stilte, die programma's
op de radio
Nee, overdag zijn die niet zo
De nacht doet zichzelf leven
Dagen duren te lang
en nachten maar even.
Liefde voor de nacht
In mijn diepe binnenste
zit een beetje verborgen
een voorliefde...
De liefde voor de nacht
's Nachts, huizen donker, buiten lampen aan
Niemand die voorbij je huis kan gaan
en er zo naar binnen kijkt
Zeg eens
of het je ook niet wat meer lijkt?
Een vlinder ben ik
Een nacht-vlinder
Als je ermee leert leven
heeft niemand ervan hinder.
Het heet sociaal (Het is de maatschappij)
Eenheid in de wereld, eenheid in de kerk;
Gereformeerd of katholiek, 't Is allemaal gekkenwerk.
De baby is reeds anarchist, ja maar dat is toch ook niet raar;
Want de opa's van tegenwoordig zijn toch ook nog punkies, nietwaar?
Toch niet? Wat vreemd en uit de tijd maar; wat doet hij dan?
O, is hij secteleider, dat wil ik ook worden in mijn volgende leven,
ik ga in de leer bij die man.
Och nee toch maar niet want dan is een pacifist, nog origineler;
Nee, ik word een met pensioen-gaande helderziende,
anders word ik met de dag scheler.
1981
Erwina alias Pina Jones