Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Magie van het vreemde
jij haalde als
zovelen bedachtzaam
je smalle vingers door
het lang blonde haar
een schijnbaar
achteloos gebaar
de afleider als ogen
op zoek gaan naar meer
klaar zijn
met uiterlijk vertoon
want schoonheid wordt
saai in een droom zonder ziel
juist het unieke
straalt onderscheid
niet zoals bij anderen
maar met jouw kwaliteit
het is die spanning
en aantrekkingskracht
alsof magie van het vreemde
iets moois uit de hemel leende
Een internetgezicht
het gaat zo snel
voor je het weet
is de maatschappij
totaal ontwricht
heeft de tv
een internetgezicht
waarop je alles kiest
in vrije programmering
you tube is een
eindeloze teaser
die jij interactief van
commentaar voorziet
bloggers en vloggers
dingen naar jouw gunst
want jij als volger
bepaalt hun kunst
op netflix ben jij
al langer gesteld
omdat je altijd waar
krijgt voor je geld
de jonge generatie
dient zich aan en kan
niet wachten op de oudjes
die zullen moeten gaan
zij zijn niet gek
veroveren heel snel
met multimedia hun zelf
gecreëerde geweldige plek
Het overwinnnigslied
ik heb
vanmorgen vroeg
met mijn merel gesproken
hij is van zijn
hoge tak af gedoken
kwam goed in zicht
zag zijn wakkere
ogen vol blijdschap
over het vroege licht
begon mij omstandig
uit te leggen hoe hij zich
tegen indringers verzette
het territorium was
van hem en zijn griet
hun nestje en liefdesgebied
ik begreep hem
draaide mij langzaam om
hij zong het overwinningslied
In fysiek openbaren
er was geen waas
of een aura
met vreemd licht
ik was compleet
de wereld kwijt
in een demasqué
van gewoontes
keek ik om me heen
voelde geen empathie
in tal van blikvangers
ze zeiden me niets
ook de verschillen
in vorm en grote
kon ik niet duiden
omdat alles bewoog
leek te ademen
als organisch geheel
zonder verplaatsen
maar wel met een
structureel onderscheid
ik raakte materie
voelde contact
wist mij geladen
met alles wat ik zag
in fysiek openbaren
het was een
bijna hemels ervaren
toch hernam de omgeving
zijn deel na dit deja- vu
van het scheppingstoneel
Zijn langzaam sterven
de tak dreef
beschreef met
levende woorden
zijn langzaam sterven
op de waterspiegel
hij gaat land en
hemel niet beërven
maar zal zich in
veelheid van zaden
op toekomst beraden
had de pech
dat een bliksemschicht
hem heeft geslecht
door brand dacht hij al
in de hel te zijn beland
de sloot redde hem
van een acute dood
een onverwachte doop
bood perspectieven voor extra
tijd misschien wel eeuwigheid
toch bleek het gedaan
zijn vrienden kwamen
er al in grote getalen aan voor
het feestmaal van verscheiden
terug naar de natuur zonder lijden
Vol speelse helden
we hebben
de witjes gezien
op gele velden
een zomers palet
vol speelse helden
in naamloos fladderen
vrijwel niet
te volgen in het
kleine doelloos vlagen
van een warme wind
die al die duizenden
moeiteloos kan dragen
daar waar thermiek
de kop opsteekt krijgen
zij eindelijk de hoogte
die hen doet verdwijnen
in het ijle wolkenwit
van de hemel daarboven
Die kus was meer
ik zag je verdwalen
te midden van al die mensen
ben je gaan halen
ogen afwezig bij
een moeizaam bewegen
je woorden warrig en vaag
heb jou een arm gegeven
zijn uit de drukte geraakt
je begon langzaam op te leven
glimlachte met
excuses in je blik voor
de overlast die jij mij gaf
je wilde geen koffie
moest nog wat doen
gaf mij zomaar een zoen
je verdween snel tussen
de mensen maar die kus was
meer dan ik me ooit zou wensen
Vuur van de hel
ik heb de
bloemen gezien
bloeiend met
paradijselijke pracht
volmaakt in
vorm en kleur
wiegend op
eigen muziek
in stralend
reiken naar licht
op ranke stelen
een schitterend gezicht
maar ik wist
dat hun wortels
een gif bevatten met
het vuur van de hel
in scherp vertakken
doorsneden zij grond
de duivel als
onschuld vermomd
mijn bloem
op weg naar het licht
maar wit van hun wortels
vergaarde kwaad uit de aarde
Een bleek zonnetje
jij oogt storm
in met vlagen
hyperactief bewegen
ik kwam je tegen
tussen de buien door
gelukkig geen regen
jij voer uit
tegen mij zonder
een bekende reden
ik liet je razen
trachtte een evaluatie
te maken van jouw averij
pas later in
rustiger vaarwater
kwamen de tranen
het mooi weer spelen
is gedaan donkere wolken
kunnen je niet meer ontgaan
de storm is gaan liggen
een bleek zonnetje
zit al naar aandacht te vissen
Leeft van lucht
je draait
en kolkt
spiraalt wolkend
hoog in de lucht
demoniseert
de zon met
regenbogen water
door brekend licht
jaagt cumulus in
zwart naar een
nog heldere einder
hoost daar alles plat
doezelt in zomer
verspilt tijd van
de dromer met
warme landerigheid
jij bent mijn
heerlijke windekind
leeft van lucht
lacht in iedere vlucht
Goddelijk dwalen
soms stap ik over
op een eiland
onbewoond en
voor mij alleen
laat de wereld los
die in mierenhopen
leven met hun eten
drinken en gebeden
zie eindelijk
in verbanden hoe wij
mentaal onthand zijn
met ons fysieke lijf
heb mijn grip
voor even prijsgegeven
lig daar beneden terwijl
mijn geest is uitgetreden
de rust geniet
van niet gebonden zijn
geen pijn en aardse kwalen
alleen maar goddelijk dwalen
Blauw licht
zij hebben
de ogen afgewend
spelen in de wereld
van blauw licht
zelden zien zij
een gezicht
als zij kijken dan
ontwijken ze de blik
een reflex
die rust moet geven
na een jeugdig leven
van alert moeten zijn
in totale uitdaging
zijn zij ten onder gegaan
alles was gericht op
status en een goede baan
zelf zijn zij
kind gebleven
vol onzekerheden in
overheersend beter weten
in selfies kunnen
zij zichzelf en anderen zien
eindelijk niet presteren
maar spelend uitproberen
Het tweede gezicht
ik zie het sterrenlicht
voel de diepte van
onbegrensde ruimte
met het tweede gezicht
uit zwart
schitteren in contrast
de vele zonnen waarmee
de schepping begonnen is
door wiens hand
is niet relevant
namen sluimeren in oneindig
weten zonder vergeten
ik kijk naar de hemel
voel de magie van
ooit zijn verdwenen en
nog zichtbaar in real time
ervaar hoe lichtsnelheden
beelden tonen die
uit het begin van de tijd
pas nu tot ons zijn gekomen
waarvan het bestaan
al eonen geleden is
gedaan door de geboorte
van een nieuwe constellatie
in de mystieke boeken
is zijn aanwezigheid
een dieper ervaren van de weg
naar een nirwana zonder gevaren
Zomert langs de kusten
het was warm
in het spel
van zon en wind
dat zomert
langs de kusten
verstrooiing
geeuwt zijn honger in
gedachteloos vervelen
schoonheid bleekt
in veel gezichten delen
drinken is gegund
omdat het dorstige
tekort wordt aangevuld
met bier en wijn voelt
verbranden nog geen pijn
pas veel later
als de vlakte weer
verlatenheid blakert
heeft wind vrij spel ruimt
schaduwen van restanten snel
Spelen overleven na
ik ben onder
de aarde gekropen
wist niet meer
wat boven was
heb het leven
geabstraheerd
het bestaan radicaal
binnenstebuiten gekeerd
gelijkheid voert
nu de boventoon
een droom met alle
alarmfases op nul
er is geen
voedselketen meer
de jacht op elkaar is
eindelijk opgeheven
aan het nieuwe manna
doet ieder zich te goed
er is geen hoog en laag
wij spelen overleven na
Vreemde vlaggen
chaos heeft danig
om zich heen gegrepen
ons bestaan aan een
smalle draad gehesen
met de zeis al aan de voet
nog zijn de wortels
krachtig en vitaal
maar in zuidwest
heeft wind een andere
geur en kleur gekregen
vreemde vlaggen
worden daar gehesen
als de stormbal staat
wij buigen door massaliteit
willen het oude bos niet kwijt
veren op en kijken verder
als de storm weer is geluwd
jonge aanplant trekt nog met
fris groen uit andere tijden
in woekering groeit ook hun lijden
Verzilverend blinkt
vaak is symmetrie de
echte schoonheid niet
pakt snel de blik
maar stilt in saaiheid
bij nader zicht
het zijn details
kleine oneffenheden
die de natuur per
ongeluk vergeten is
om netjes af te kleden
zij naderen het
volmaakte laten
in kwetsbaar zijn
de nog ontbrekende
schakels duidelijk zien
het intrigeert omdat
de hemel wenkt
het af te leggen pad
al paradijselijk zingt
succes verzilverend blinkt
De geur van hel
ik speelde met schaduw
om de zon te ontlopen
het rechtstreeks contact
was mij voor even verboden
zag licht in vele
stralen traag neerdalen
in het schimmig koel bos
ik zocht het donkere op
verbaasd over de vele
verschillen in flora en fauna
waande ik mij al gauw
in een totaal andere wereld
waar duister zonlicht
als standaard verving
met poelen in dodelijk zwart
waar de geur van hel nog hing
snel ben ik terug gegaan
naar het levende licht tot ik
weer schaduw zag en warmte
voelde op mijn koude gezicht
Rode waas
ze scherpt haar tong
in hoge modulatie
snerpt woede
en frustratie rond
een laag gesis
slist giftige tonen
als afwisseling
met het gewone
het zijn blikken
die doden in de
rode waas die over
haar is gekomen
tot buitensporige
hoogte zijn de
emoties opgelopen
naar acute psychose
in extremo
scheuren spieren
pezen van het bot
zij gaat totaal los
zacht droom ze weg
naar een vredig land
een geschrokken verpleger
de spuit nog in de hand
Proef het bittere zout
we dansen op
de donkere klanken
van een lange avond
vol weemoedig licht
met wisselend zicht
op glanzende kasseien
waar culturen raken
in samen eigen talen maken
gezegende grond die ooit stond
voor broederschap en vrijheid
waarvan de klank teloor ging
in elkaar niet meer verstaan
proef het bittere zout
van strijd tussen arm en rijk
nog zonder confrontatie
zo lang de bas het schemer strijkt
roer deze smeltkroes
van vele naties waar
nostalgie voelbaar aanwezig is
in beeld met goud gedekt gezicht
nog kaatst de maan
zacht golvend in de seine
na het laatste stil akkoord
vervreemden wij in snel te gaan