Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Stukjes natuur
ik heb ze
zien bewegen
de regen en het doek
ook hoe jouw penselen
de donkerzwarte bui
langs het zwerk joeg
als jij dan
even rustte
brak verderop de
zon en glinsterden
frisse druppels op
een oude regenton
jouw beelden
zijn geen plaatjes
maar stukjes natuur
die met hart en ziel
begiftigd zijn in de na-
middagse zonneschijn
Schrik
ooit heb ik
schrik gezien op
je gespannen gezicht
ogen opengesperd
in confrontatie
met wat niet kan
niet waar was en
nooit zou kunnen
gebeuren behalve nu
van irreëel naar
werkelijkheid die jou
fysiek in de greep had
vastgenageld aan de
grond zonder een woord
te kunnen uitbrengen
tot die hoge ijle
schreeuw alle angst
eruit krijste
de knop omzette
naar actie die meteen
in gang werd gezet
Lange warme haren
het licht
kroop zacht
dichterbij met
lange warme haren
het openbaarde
de desolate kou
die mij in somberheid
gevangen had
gehouden in de
afgelopen tijd
het is begonnen
met twijfels aan
de echtheid van
licht dat opgepimd
door anderen veel van
zijn glans verloren wist
over de warmte die
het zou moeten
verspreiden en die
niemand ooit had gemist
nog ken ik de
woorden stralen
en gloed maar het
licht wist niet meer
hoe dat moest
met die lange zachte
haren ja dat was altijd
moeders groet maar
die geboortewarmte
was weg voorgoed
waar wij elkaar en
alles om ons heen
ooit bezieling gaven
in liefde aandacht
en licht was dat verdwenen
door de egotijd die
onderlinge haat en nijd
aan alles gaf om ons
heen dit leven zal ons
nooit meer hemel geven
Brekende stilte
langzaam verkleurde
haar lach de spanning
in duizenden kinderogen
nog knipperden zij
op klein vermogen
in een zacht
heen en weer
bewegen kwamen zij
weer tot leven
ademden hoorbaar uit
zo lieten handen
in een sterke kramp
eindelijk hun vingers
weer vrij in een
opluchtend gebaar
in brekende stilte
rezen zij als
een man op van hun
plaats zongen en klapten
het dak van de zaal
Het magische licht
jij deelt het
magische licht
dat alle leven een
gezicht kan geven
een vogel in de
lucht is voor jou
een grandioze vlucht
tussen de wolken
waar in sierlijkheid
en slanke kracht het
dartele diertje ultieme
schoonheid beleeft
het zomers gesprek
dat jij hebt met de
bomen van het bos over
het grondwatertekort
jouw samenkomen
met mensen die ondanks
alles nog dromen
van een betere wereld
die in mantra's hun
liefde voor leven
en natuur eindeloos
herhalen in alle talen
Op blonde hoogte
je danste
met de eerste
regensluiers
in je haar
nog was
het droog op
blonde hoogte
maar druppels
holden achter
elkaar aan en
slierten in het
snel naar
beneden gaan
water in je nek
je lachte
schudde miezer
in het rond op
de draaiende
beweging als hond
de warme bui gaf
je een tweede huid
die als gegoten zat
waarin jouw
waterpassen
tot op de millimeter
pasten in de
choreografie van
jouw regendans
Als medemens
zij hebben
gepraat met elkaar
stranden en zeeën
oceanen en rotsen
delta's en rivieren
in een alles
omvattende eerste
mondiale beweging
ook van binnenuit
gromt de aarde
spuugt zijn lava
kilometers hoog
waar de bossen
branden en dieren
ten ondergaan
aan hitte en rook
mensen zijn in
shock door hun
virale nederlaag
ook de eigen broeder
is geen hoeder
geworden omdat
samen zijn de dood is
in ieder geboren kind
dat nooit zijn umwelt
vindt door het snobisme
van de mens aan de
top van de evolutie.
dat als enige potentie
het doden van leven heeft
van alles dat zich verheven
heeft als medemens
Kleine amourette
we kasteelden
speelden met nat
zand op strand
middeleeuwen
met hoge torens
een slotgracht
de ophaalbrug
met lange schelpen
torenkamers met
uitzicht op zee
voor jonkvrouwen
die wachtten op hun
prins aanvarend op
golvenwit of in
galop op strand
met spattend zand
in witte herinnering
zakdoekjes die vrolijk
fladderend hun afscheid
lieten zien aan het strand
een kleine amourette blij
die altijd kwam met vloed
toch later weer langzaam
wegebde naar dood tij
Die liefde parelt
Ik wist
als kind al
waar ik lang
mocht warmen
bekende armen
hielden mij altijd
liefdevol vast
met een lach
ik voelde
het vlammen
herkende als
baby al geur
ben als kind al
op zoek geweest
naar een plaats waar
mijn geest kan rusten
als mijn lichaam
in een kouder
wordende wereld
zijn eigen warmte
hard nodig had
was er altijd plaats
voor mij ging jouw
warmte niet voorbij
zo heb ik jou
altijd gezien
ogen warmte stralend
en een lach
die liefde parelt
Partituur van de natuur
jij straalde
als een opkomende
zon op het groene
gazon met in je hand
de partituur
van de natuur
in de geur van
pas gemaaid gras
liep jij lichtvoetig
door de eerst aanzet
van de proloog onder
een dubbele regenboog
later walste jij
in gepaste kledij
de vierkanten in
licht en donkere
kleur afhankelijk
van maaiers vleug
in lentes pril begin
kleurde muziek
steeds meer waarbij
close harmony in
samenzang snel overging
naar het rijke zomerlied
toch had de
partituur zijn volle
oogst nog in de rijpe
herfst epiloog waar
in eerste winterse nachten
warme harten lachten
Rode bessen
nog groent
de herfst in
krachtig blad
en rode bessen
omgeven met
prikkels en stekel
wordt leven
maandenlang bewaard
wij winterslapen
niet maar vieren
onze feesten vol
verwachting en hoop
met sneeuw en
ijskoude regens
blijft ons binnen
veel ellende bespaard
toch houdt
de pandemie mensen
kort omdat bij iedereen
er aan de angst wat schort
helaas staan sint en piet
weer helemaal alleen
het kindje in de stal voelt
de kou van 1,5 meter al
Een eigen timbre
ik wist dat jij
gedachten kon
uitpakken tot
veelkleurige
creaties zonder
dat hun woorden
de betekenissen
volledig verloren
onder jouw
handen mengden
zich de kleuren
van stemming
en emotie die in
een eigen timbre
bewogen en samen
lieftallig oogden
het was een
genot om jou
bezig te ervaren
met je lach
als penseel en
schattende ogen
die de verhoudingen
lieten harmoniëren
bij jou als
stralende godin
pelden de mensen
alles van zich af
zelfs hun diepste
geheimen omdat
loslaten zo heerlijk
bevrijdend was
De waaier
moleculen
schuurden
vreemde kleuren
uit de zonne-energie
in het nog
nooit gebeuren
zag ongezien de
merkwaardige waterval
in rood groen
profileerde zich
noorderlicht maar de
waaier kende ander licht
het was niet
buitenaards maar
ontsnapte aan de trage
vaart van de natuur
die in middeling
van evenwicht
compensatie zocht
voor innerlijk licht
Deze groep exoten
je triomfeerde
met de licht
hautaine blik
die in vitaliteit
een jeugd uitstraalde
vol lijnen met fysieke
aantrekkingskracht
de vereenzelving
overweldigde als
een begeerlijk
kleinood dat in
verfrissing afrekende
met kleinburgerlijke
maatschappij opvattingen
sterk voelbaar
was de legitieme
cohesie met nieuwe
sentimenten die
de groep uitdroeg
in zijn direct zichtbare
overheersende formatie
de wil om god te zijn
in het beheersen
van gevaarlijke
manipulatieve
krachten door het
verachten van de
menselijke eigenheid
bleek gelukkig de
dodelijke dolksteek
in de rug te zijn om
de groei van deze
groep exoten geen
enkele kans op
voortbestaan te geven
Haar buitenissigheden
ik dacht dat ik
ooit in de zacht
rode delen van
jouw hart je ziel zou
gaan ontmoeten
zij bleek geen
onbekende voor mij
omdat de ziel- en
harts- verbondenheid
door liefde geringd was
alleen op haar entiteit
kon ik geen vat krijgen
zij leek op een andere
planeet te leven energetisch
verbonden met elkaar
haar buitenissigheden
waren ongrijpbaar
gebleven soms kwamen
wij elkaar toevallig
tegen op de overgang
waar leven en
bestaan nog even
hand in hand blijken
te gaan tot ook die
transmissie is gedaan
Het onmogelijke land
ik heb je gezien
in de lach
van je slaap
vol blijdschap
betrad jij het
onmogelijke land
met geopende hand
waar vingers
knippen zonder
geluid en dromen
van alle kanten
tot je komen met
de liefelijke vraag
wil je er even uit
je bewoog in
zachte meegaandheid
met een warme
zucht draaide soepel
ontspannen op je rug
ogen half open naar
nieuw blauw in de lucht
ik streelde
je gezicht zonder
lijnen en groeven
in de ontspanning
van vroeger je
ontwaakte zonder paniek
droomde altijd zo lief
Het kapje
ik zag
haar ogen
boven het kapje
ze peilden mij
oneindig diep
loslaten kon ik niet
we wisten
van het prikken
toestaan of je
anders schikken
zij boog ik bood
mijn arm aan
zij voelde
hoe mijn huid
zich onder haar
vingers spanden
toen de naald in
mijn spier belandde
haar beweging
ging al terug
zij entte mij vlug
in het nauwelijks
raken een pleister
om het af te maken
zo ben ik een met
haar geworden
alleen een plaatje
met haar naam
immuniteit ging
zonder woorden
ogen met een stem
die goedemiddag wenste
ze plakte stikkers op
de donkerrode buisjes
daarin huisde nog
steeds warm mijn naam
Jouw stilte
jouw stilte
gaf licht op
je gezicht waar
de contrasten
voorzichtig eerste
woorden spraken
in het spel
tussen zwart
en wit begonnen
gevoelige tonen
langzaam kleur te
krijgen in melodie
nog waren er
geen akkoorden
in de wat droeve
communicatie
waar gevoelens
als emotie rijpten
speels begon
harmonie de
sfeer te klaren
met liefdevolle
gebaren die jouw
stilte expressie gaf
Narcistisch zelfvertrouwen
ik heb het
oplaaien van de
branden in je
ogen gezien
de verschroeiende
hitte van het
immense vuur
in je ziel gevoeld
lucht waarde
rond met dood
vermomd als rook
en gloeiende as
zacht brak de
hemel in flitsend
ontladen rolde donder
uit gerafelde gaten
er was geen tijd
en plaats voor angst
het zintuiglijk bereik
herkende al zijn eind
we rouwden om
de ondergang van
het paradijs dat niet eens
de status van hemel bereikte
treurden om de
weggegooide kansen
om nog eenmaal met
anderen te kunnen dansen
de apocalyps voorbij
niets kon ons weerhouden
om zo te gokken uit ons
narcistisch zelfvertrouwen
Gestold leven
ik heb je nooit
ijsbloemen gegeven
als restant van
het veel te snel
gestold leven
vaak was het
de kou die
trager leven gaf
waar warmte ooit
standaard was
ook het gebrek
aan samen gaf te
weinig kansen om
elkaar eens goed
door te warmen
geef mij je hand die
ik niet meer laat gaan
dan open ik mijn hart
die warmte is basis
voor een goed bestaan