Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Jouw logica is chaos
je bent ambivalent
wilt gul geven met
de ene hand maar uit
de andere komt geen cent
je ratelt door
slaat meer planken mis
dan ik in korte tijd
herstellen kan
jouw logica is chaos
zonder kop of staart
jij hypt emoties tot je
weer op barsten staat
ik heb de bui zien komen
voelde al snel nattigheid
ga nu maar lekker dromen
dan raak je alle spanning kwijt
Die wilde bloemen zeiste
was ik de boer
die wilde bloemen zeiste
tot aan de blauwste van het veld
aarde open reet om
veredeld gras te zaaien zodat
de melkindustrie kon blijven draaien
ben jij de boerin met
meer dan 100 zeugen waarvan
de biggetjes vaak niet deugen
dan commercieel worden
afgemaakt omdat het mooiste
vlees voor de hoogste prijzen gaat
wij hebben de sleutels
van deze drama's in de natuur
nog eisen wij het beste en heel puur
met deze mentaliteit van
gaan en staan zal alle diversiteit
in schoonheid spoedig vergaan
Genetische blauwdruk
wie zijn wij
eigenlijk wel
hoe doen wij mee
in het spel waarvan
schijnbaar niemand
de echte inzet weet
wij kunnen sommige
processen aardig
naar onze handen zetten
marionetten bewegen
door ze eten te geven in
het actie reactie patroon
de genetische blauwdruk
is door ons niet te lezen
ondanks de moeite die
wij daaraan hebben gegeven
succesje hier voortgang daar
met gods hulp karren maar
het echte spel
loopt heel gesmeerd kijk
naar wat de mens presteert
in chaos en vervuiling
schepping gaat dan in verweer
met een reli kruisbestuiving
we zullen onze hoofden
echt moeten breken
om ooit te weten
hoe wij kunnen delen
in het mystiek heelal
pluspunt is we zijn er al
Scherpe kruiden
ik kan de werkelijkheid
zo raken hoef niet eens
een lange arm te maken
waar verleden door
mijn vingers glijdt raak ik
langzaamaan mijn wortels kwijt
nog opent de dag
met zon in een weidse polder
maar wind vlaagt scherpe kruiden
waar rust en stilte heersten
lopen nu jong en oud in exotisch
lange drachten hun avondwachten
luidruchtig in hun vreemde talen
want straat moet zelf zijn
regels stellen en de norm bepalen
hoe lang zal naastenliefde nog
tolereren dat zij niet willen integreren
in onze christelijke maatschappij
Je ogen dromen zomer
speels zweeft allerlei
op warme lucht
gesnapt door snelle
vogels op hun vlucht
zacht wiegt je lach
madeliefjes op
deze mooie lentedag
je ogen dromen zomer
in samen wordt het
paradijs weer herontdekt
dat groeit en bloeit
uit moeder aarde
er zijn geen
klokken omgezet
de schepping is voor ons
in den beginne klaar gezet
Met streelzachte kleuren
ik heb mij omgeven
met streelzachte kleuren
maar als zij soms breken
valt duister door scheuren
speelt chaos zijn eigen muziek
raak in paniek door dissonanten
die in een macaber decor over
mijn uitgebalanceerd leven dansen
vecht voor mijn adem en zing
in verstilling mijn autistisch lied
prevel mantra's en sluit mij af
van een wereld die mij niets gaf
waar ik alleen nog kan bestaan
door het raken aan kleuren
die in alle schoonheid langs mij gaan
Een eenvoudig surrogaat
wat in zwart
geschreven staat
de woordstatus heeft gehaald
om op papier te komen
is niet het gewone leven
maar een eenvoudig surrogaat
een betonskelet
de slaapkamer zonder bed
of hoe een bos met gekapte bomen
nog ooit van lente en zomer kan dromen
jij bent mijn lezer en de zinnen stylist
creëert met witregels kleuren in dit gedicht
Een bewogen leven
jij hebt mij
je hand gegeven
ik heb strelend
de lijnen gelezen
van hoofdstukken
uit een bewogen leven
in langzaam
ontspannen opende jij
uit de schaduwen
kwamen ook de in
vele jaren verborgen
kleine littekens vrij
jij hebt een bijzonder
sterke overlevingskracht
die smart en pijn
te weinig ruimte gaf
maar nu in liefde deelt
omdat je ziel weer lacht
Adem warmte in woorden
ik heb gewikt
en gewogen
kijkend van
beneden naar boven
nog maskeer ik
mijn onzekerheid
adem warmte in woorden
die niemand wil horen
kleur zinnen
die ego's nooit
zullen beminnen ondanks
hun bekende edelmoedigheid
heb vaak op
op lange tenen getrapt
in het spoor bijster zijn
maar zonder opzettelijk venijn
open treed ik naar buiten
misschien beslagen ruiten
hoop op lieve ontvankelijkheid
zelfs met mijn tikkeltje eigengereid
In volle overgave
zij draaide klei
maar wond de vormen
niet om haar vingers
had een zwak
voor rondingen
in warm manipuleren
was blij als het
toch stugge materiaal
zich liefdevol schikte
in volle overgave
profileerde zij
lengte en diepte
werkte af met
fingerspitzengefühl
tot in het kleinste detail
ook deze schoonheid werd
geboren zonder barenswee
door een ferme keizersnee
In krullend water
ik wist de zee
in krullend water
zag de kleuren later
het witte schuim
schreef keurig schuin
zijn regels op het zand
in grijsblauwe tinten
lijkt de hemel te blinken
aan een verre horizon
waar lucht en aarde
elkaar nevelig raken
licht regen helder op
donkert een zware bui
zijn schaduwstrepen in
het eindeloos ruime sop
In witregels
ik heb altijd
een open boek
willen zijn
met dansende letters
op vrolijke muziek
een kaft waarvan je geniet
vaak ben ik begonnen
een eenvoudig lied maar
de woorden klonken niet
de lach heb ik
uitvoerig beschreven zonder
echte warmte in het leven
papier en pen gaven
wel contouren aan helaas
zonder de pijn in mijn bestaan
ze zijn ontbloot van
de belangrijkste emoties
die ik in witregels goot
de bladzijden zijn leeg
het boek mocht er niet komen
ik lijd alleen in mijn dromen
Een ijdele hoop
ik heb altijd
wrakhout gezocht
op mijn tocht langs
exotische stranden
verdwaald en
aangespoeld
gebroken uit
sociale verbanden
samen stoken we
vuur dat rookt
en brandt als de hel
vonken knetteren fel
vlammen dansen
verhalen in alle talen
het bizar en grotesk
streven naar overleven
later smeult pijn
als venijn gloeit
en haat weer groeit
tegen alles en iedereen
verhitte gezichten
donkeren weg als
het vuur langzaam dooft
leven blijft een ijdele hoop
Het geluk van zijn
de wereld
was volmaakt
toen wij kwamen
het kraambed in
uitstekende staat dat wij
meteen eigenden met namen
trokken ons plan
zetten alle stempels in
een persoonlijk perspectief
maar met warmte
en liefde de omgeving
delen deden we niet
het was ons gebied
met alles hebben en houden
gingen wij een leven opbouwen
niemand leerde ons
het geluk van zijn in dat
geschapen paradijselijk domein
Zonder bezit
op de rand
van schaduw
wuif ik licht een
warm welkom toe
zonder bezit
stap ik over
voel me vrijer
dan met gewicht
ik ga doe
en ontmoet
niet gehinderd door
hebben en houden
winst en verlies
kennen zij niet
in de groep die
er is zoals ik ben
jezelf zijn blijkt
genoeg om te leven
geven en delen lijkt
het volmaakte geluk
De gekroonde hoofden
ik heb de pracht
en praal gezien van
de gekroonde hoofden
de luister en élégance
waarmee zij zich
in het openbaar bewogen
levend in een protocol
dat met geld en macht
in stand wordt gehouden
hofdames en lakeien
als persoonlijke getrouwen
gebonden aan blauw bloed
maar heb ook de stamboeken
gelezen waarmee het adellijk vee
tot grotere rijkdom werd gedreven
vechten zuipen en hoereren
hebben zij nooit kunnen verleren
terwijl het volk alles moest ontberen
ons geweten is al lang gesust
wij betalen voor hun marionettenspel
aan de echte touwtjes trekken zij zelf wel
Toch speelden wij zon
ik heb de schaduwkanten
lang gezien dacht dat
zij het echte leven waren
de jeugd werd er al
heel vroeg mee omgeven
toch speelden wij zon
klein geboren mochten wij
pas laat de stem verheffen
op hun manier gaan overleggen
weerstand was hun zekerheid
in generaties opgebouwd maar
wel in een vooroorlogse tijd
wij zochten openheid en
vrijheid in het discussiëren
hun tolerantie moesten wij ontberen
gelouterd door de strijd
mochten wij de bloemen dragen
om samen een nieuwe orde te maken
Nog even dwalen
ik heb je onverwacht
weer teruggebracht
uit de chaos van de tijd
je opende verschrikt
je ogen in een eerst paniek
herkende de omgeving niet
pas later vloeiden
beelden uit je droom
ineen tot werkelijkheid
je zag mijn lach
wilde nog even dwalen
maar ik wist je terug te halen
samen op de bank
hebben wij de tijd weer
helemaal in eigen hand
Het verboden spel
waar bomen
zich tuigen met
groene wazen en
bloesemende luister
speelt de wind
het verboden spel
in tintelfrisse vlaagjes
opent hij de dag
om met een lach
koesterende warmte
van zon als deken
gratis mee te geven
hij verlost wolken
van vorm en kleur
droogt de lucht
tot in het blauw
kou zijn witte lijnen
recht kan schrijven
nu zon is vertrokken
zitten wij met de brokken
door sproeien en rook
hebben wij de nachtvorst
bevochten voordat hij
lente grote schade berokkent
Het eonenlange wachten
ik liep het pad
maar miste het
knerpende grint
de kiezels die
mijn voetstap altijd
ving in bekend geluid
nog voelde alles
vertrouwd ondanks
donkergrijs in het vooruit
het goot stil makend
de sfeer veranderde snel
naar kil en fel
tijd had opgehouden
te bestaan toen het
hemelwater zich liet gaan
zag de zondvloed
komen als een zee
die het land overstroomde
wist de apocalyps nabij
maar lachte blij
na het eonenlange wachten