Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het beleven
er was altijd
die glazen wand
de andere kant
van leven
je kon het
voelen bruisen
zag de intense
emoties huizen
maar het beleven
werd niet meegegeven
zij spiegelden naar jou
hun zakelijke kou
er was geen drempel
om te overschrijden
hen mijden is
realiteit geweest
generaties zijn gegaan
het glas is nu verdwenen
er is een naast elkaar bestaan
waarin begrip nooit is verschenen
Dicht bij mezelf
ik heb
in mijn leven nooit
echte vleugels gekregen
wilde het aardse
ontstijgen om elders
dicht bij mezelf te blijven
ver weg van de
heersende meerderheid
met hun democratisch gelijk
toch ben ik ontkomen
aan hun dwingende macht
met mijn geesteskracht
waarin ik leef en lach
in de vrijheid van mijn
zelfgekozen dromen
geketend in bestaan
trek ik toch ieder vrij moment
mijn virtuele vleugels aan
De laatste dromen
de golven zijn verdwenen
het water spiegelglad
doorzichtig tot de bodem
die in vroeger tijden
nooit echt aanwezig was
de wind is
langzaam afgenomen
in het eerder schuimend
kielzog drijven nog
de laatste dromen
toch ben je
hele dagen bovendeks
en checkt omstandigheden
de toekomst lijkt helaas
steeds meer op het verleden
Intrige en ogenvenijn
de luwte is groot
als je geen haantje
de voorste wilt zijn
ver van intrige
en ogenvenijn
red je het wel
kun jij die
talenten ontvouwen
waarop mensen vertrouwen
zonder onderling
gekissebis weet jij snel
wat er echt aan de hand is
waar anderen krakelen
over handen wapperen
heb jij ze allebei aan bed
en wuift
zonder hak te zetten
in vriendelijk gebaar al klaar
Lucht is goud vandaag
zacht kleurt zon
met leven uit de bron
mijn nog lichte huid
gewoon een plaatsje
op het strand met zee
en golven bij de hand
geen overlast
van een druk terras
maar stilte puur natuur
vanzelfsprekend
wel een schermpje
de wind is nog wat guur
de scene inviteert
tot spelen van het
schelp en waterspel
de stroming snel
het zand wat traag
de lucht is goud vandaag
paradijselijk om zon te eren
totdat mijn schouders prikken
ben vergeten om ze in te smeren
Het stil bewegen
ik heb de verte
nooit goed
in beeld gehad
er was altijd
een horizon
die leven gaf
het stil bewegen
voorkwam
een verder gaan
ik heb ooit op
het punt gestaan
om alles los te laten
zag mezelf slapen
tot ik bewoog
en wist dat dood
geen verte brengt
alleen leven ons een
echte einder schenkt
Oase van rust
langs wijkende bomen
in zachte glooiingen
van het landschap loopt
het eeuwenoude pad
een natuurlijke oase
van rust geflankeerd
door het groenende leven
van boom struik en blad
generaties zijn langs gegaan
met uitzicht op morgen
huis en haard achtergelaten
verdronken in zorgen
anderen zijn gekomen
hebben in het volgen
van vroegere dromen
dorpen en steden gesticht
het pad dat
eerder de weg wist
begeleidt zijn passanten door
hen richting te geven in leven
Mijn laatste zon
ik schijn
in het verdwijnen
mijn laatste zon
heb nog
een aantal planeten
als zegen weg te geven
een universum
vol onbekend leven in
de theatrale afscheidsregen
heb te veel gereisd
om de man met
de zeis te ontlopen
zag hem in de ruit
hij lachte in verwelkomen
ook mijn dromen logde ik uit
Vol onbegrip
ik ken je lach
hooghartig
uit een adembenemend
zwart gat
waar warmte en liefde
verdwenen is
gesloten lichaamsfront
de strakke mond
afwijzend in geluid
het schrille
geen tegenspraak willen
punt uit
heb je gesmeekt
om clementie
je keek niet eens
vol onbegrip
soleer jij je macht
terwijl ik stik
Verleidelijk
rood staat
voor gevaar
zij ligt daar maar
verleidelijk
met ronding
te kleuren
hoe ik ook kijk
ik kom haar
steeds weer tegen
een open
uitnodiging
om te bewegen
ik haal uit
stilte rinkelt
een gebroken ruit
Een ongeziene werkelijkheid
ik ervaar extreme krachten
beredeneer hogere machten
in een ongeziene werkelijkheid
ons tijdpad is
voortschrijdend leven
waarin begin en eind ontbreken
mythen sagen en legenden
tonen ons de wereld die wij
slechts uit overlevering kennen
in een existentieel verlangen
naar het levengevend licht
krijgt het spirituele zijn gezicht
nog zoekt de mens naar zekerheid
raakt aan religie en magie maar
weet bij god niet eens van wie
Het nooit vergeten lied
ik wist nog
een paar noten
de eenvoudige melodie
emoties kwamen
snel naar boven van
het nooit vergeten lied
weer prikten mijn ogen
van eenzaamheid en pijn
in afscheid van het samenzijn
woorden klonken luchtig
liefde smaakte vluchtig aan
het eind van de studententijd
we drempelden verlegen
naar volwassenheid en raakten
zingend onze jeugd daar kwijt
Een cocon van licht
ik heb een cocon
van licht gesponnen
uit vroege zonnestralen
een zachte wind
vergaarde de draden
uit geurende bloemen
ik wilde
de zomer begrijpen
reiken naar het feest
dat lang geleden
voor ons de tastbare
hemel op aarde is geweest
In kritische reflectie
ik breek meer
in de wereld
dan ik bouw
bekijk schoonheid
met een vaak
opgelegd wantrouwen
geniet muziek
maar hoor feilloos
dissonanten in het lied
toch eis ik
geen perfectie
in kritische reflectie
maar ga voor de ziel
en handen waarmee
mensen werken
zij bouwen
aan de hemel terwijl
anderen vroom kerken
Mijn bos
Ooit liep ik eens door een bos
waar mijn bladeren hingen over andere takken
de takken waar ik ooit mijn begin aan vestigde
de wortels van de stam die mij een nieuwe thuis gaven
op zoek naar het nieuwe groen
waar het leven opnieuw bloeide tot mijn eigen huis
een huis waar ik mijn bladeren aan kon vestigen
maar dat bos, mijn thuis, is niet meer mijn thuis
het is nu van iemand anders
iemand die het water tot zich opneemt tot een volgroeide stam
de stam die weer nieuwe takken maakt met nieuwe bladeren
de bladeren, die over nieuwe takken hangen.
de wortels, die hem nu zijn thuis geeft.
Uit de as die ik achterlaat
ik wilde ooit
het magistrale in mezelf
naar boven halen
iets met sculpturen
fantasierijk en speels
maar ook cultureels
gedragen door zuilen
van grieks origine die
tijdloze schoonheid hebben gezien
schouwde integer het
fundament van mijn leven
ontvouwde mijn ziel
wist dat ik alles zou geven voor
het monument van mijn dromen
tot heden is er niets van gekomen
maar ik ken de plaats
waar ooit mijn feniks zal rijzen
uit de as die ik dan achterlaat
In warme hunkering
ik heb de wolken gezien
het rood van luchten
in warme hunkering
om nog even te blijven
niet te vluchten maar
hun kleur te verdiepen
in genieten ga ik mee
duik in het donkerrood van
zee om de nacht te ontlopen
het is een hopen
want het zwart heeft
mij slechts spoken gebracht
waar licht leven geeft heeft
donker tijd en stilte genomen
in ontsnappen koester ik dromen
De juiste tonen
als woorden falen
hun inhoud niet
de juiste tonen
boven halen
is het contact
als los zand
het glijdt
door de hand
die net is gegeven
de blik in begroeten
zal drempels ontmoeten
die onoverkomelijk zijn
opnieuw de pijn
weer doen voelen
van elkaar niet verstaan
de onwil ervaren om
samen verder te gaan
de breuk in bestaan
in stilte zijn
wij gaan lopen
naar openheid waar
onbegrip kansloos is in
een hand die steun geeft
waar warmte en liefde leeft
Dansend schrift
met dansend schrift
modelleer ik in woorden
de werkelijkheid
wat krullen
in letters verhullen
zweeft passioneel in zicht
het rechte staccato
dramt in vibrato
dwingend zijn toon
toch ontsnappen
mijn zinnen en kleuren
de bloemen in dit gedicht
strofegewijs
breekt het ijs en samen
scheppen wij zo ons paradijs
In het ragfijne
je vertakt subtiel
in glas met
goddelijke bogen
licht straalt
transparant uit
een hemels boven
maar in het ragfijne
gaat kracht verdwijnen
speelt schoonheid
de eerste viool in
frivoliteiten die tot
breekbaarheid leiden
de kristallen tonen
ladderen omhoog
daar waar stilte
ooit zijn basis vond
dartelen klanken
nu de ruimte rond
je fonkelt in tal
van momenten door
het breken van licht
maar je bestaan zal
weer doven als ook
je takken worden gebroken