Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het tweede spoor
heb geluk gevonden
zomaar op het strand
stond in zand geschreven
niet door een mensenhand
ik kon de tekens
nauwelijks ontcijferen
het voelde tegendraads
begon aan mezelf te twijfelen
tot ik het tweede
spoor ontdekte
uit de glooiing in de verte
holde leven naderbij
in achteruit bewegen
stond de ontmoetingsplaats
heel duidelijk beschreven
op de rand van eb en vloed
het samengaan deed goed
in het steeds kopje ondergaan
zag ik nog wondertjes van geluk
mijn dag kon niet meer stuk
De pikantste pigmenten
ik zou zo graag een
echte schilder willen zijn
met een oud en stoffig atelier
hier en daar wat flessen
wijn een paar gebroken glazen
van een bacchanaal in eerdere dagen
een flamboyant figuur met grote
zware laarzen die pillen slikkend
zijn kunstbroeders steeds doet verbazen
de baret en zwarte cape
die ik mij aanmeet suggereren
de bohemien die ik eigenlijk niet ben
heb de pikantste pigmenten in huis
de modellen hebben al ruim
voldoende aan hun eigen naturelle thuis
nog is het zware linnen ongebleekt
trillen mijn vingers voor de eerste streek
ook zelf ben ik ooit maagd geweest
Het duisterde traag
het duisterde traag
subtiel penseelde tijd
meer donkerte in het decor
zette contrasten aan
die normaal de structuur van
bestaan wrijvingsloos aanpasten
de samenpakkende
schaduwen gaven een
koud en onbestendig gevoel
waar vroeger minuscule
stofjes dansten in tevreden
namiddaglicht tochtte het kil
in verlopend samenzijn
sloot ieder steeds meer de grenzen
doodde stilte het al woordloos gesprek
met blikken naar binnen gekeerd
vervaagde het licht in hun zijn
restte leven als donkere schijn
Schizofreende gespleten
ik schizofreende gespleten
had diamanten geroofd
terwijl ik al in de cel zat geketend
dromend van jaren water en brood
wist uit oorlog en schroot met het
bloot van mijn handen een imperium
op te bouwen met mensen die van
macht geld en manipuleren houden
ik hallucineerde mij god
geen weg was te kort in het scheppen
van werelden zonder enig gebod
natuurlijk vergat ik de zevende dag
met rust die mij overzicht gaf heb dus details
vergeten die ik ooit wel heb geweten
mijn heelal geen hebzucht en religie gegeven
zij leefden gelukkig en blij helaas was ik er niet bij
De volgers
ik zie geen ogen
hoofden gebogen
zo schuifelen ze voorbij
de volgers
die mijn leven delen
zij schuwen werkelijkheid
ze weten enkel hoe
ik was en ben geweest
zijn afwezig op mijn feest
niet even langs gekomen
in het achterna jagen
van mijn virtuele dromen
blikken zijn verweesd
zij denken enkel geest als
solitairen met kleine schermen
in nasmaak proeven zij
mijn leven maar hun ogen
zullen het echte nooit weten
Omdat tijd vrijt
ik ben niet geboren om
te luisteren naar muziek
kijk naar mensen zie ze
bewegen vooral hun mimiek
heb geen talent
om zelf te spelen maar
probeer alles in zang
en dans tot mij te nemen
schilder stillevens
met vaart omdat
tijd vrijt met vorm en kleuren
in een eerder gebeuren
het resultaat
staat als een huis
maar de realiteit is vergaan
omdat niets heeft stil gestaan
zelfs als ik je kus
vol liefde en lust
dan blust het koele heden
nog branden uit verleden
we protocollen
spelen met regel en maat
toch is saaiheid geen baas
want ik heb nog een troef
Is dood ook geschapen
wij groeien
bloeien en verwelken
maar diep in de kelken
gaat het leven door
als dood zijn
vleugels spreidt
is het nieuwe al bereid
de plaatsen in te nemen
mooier groter meer
voorspoed in bestaan
zo blijven generaties
in hun eigen cirkel staan
zou dood ook geschapen zijn
om ons naar het volmaakte
te laten gaan door aanpassing
aan een veranderende aarde
leven wij als uniciteit
of zijn wij de soort en
delen met velen de
lange weg naar eeuwigheid
Bittere ernst
mijn lot
was onbeschreven
geen vel papier
enkel wat gegevens
van mijn ouders hier
een wereld
die eerst lachte
maar later werd
het bittere ernst in
veel te veel verwachten
ik heb de jaren
zien verslijten
in een drukke baan
een voor een gingen zo
ambities naar de maan
nu heb ik mijn lot
in eigen hand genomen
beschreven wat er is gebeurd
het lijkt soms op echt leven
alleen mijn dromen zijn gekleurd
Rebellerende tonen
er is iets
dat me al tijden
vreselijk irriteert
eerst vaag
en onbewust
heb het nooit gesust
dacht ermee
te kunnen leven maar
het heeft nu stem gekregen
sist indringend venijn
spreekt tegen wat
goed zou moeten zijn
het lijkt luider
te worden door
rebellerende tonen
is tegendraads en
opstandig in attaqueren
van het gewone
heeft vrienden in
krant en massamedia
valt op door verschijnen
het zijn de wortels
van het sluipend kwaad
godzijdank nog niet de mijne
Onheilspellend
ik wist de
wolken op hun vlucht
een donkere lucht
rolde windstilte vooruit
warmte klamt
en laatste vogels
zoeken schuw een
veilig onderkomen
onheilspellend
is het wachten
op de eerste klap in een
vernietigend ontladen
waar angst het
luider spreken
zichtbaar maakt
staken de woorden
bevrijdend knettert
bliksem en hoost
een fikse regenbui
donder rommelt traag voorbij
Zijn eeuwenoude dromen
weer zuigt leem
als ik land schoon
van knoesten en dood hout
het is mijn loon
voor het vernietigen van
stukjes leven en hun ecodroom
wilde het uitgestrekte land
onder mijn strakke hand
tot grotere bloei zien komen
maar ging respectloos om
met wat al eeuwenlang
bestond in de vruchtbare grond
probeerde gras groener te maken
maar het groeien staakte
door een gans en muizenplaag
ben eindelijk gaan luisteren
naar de vogels en de wind
liet weer de bloemen komen
nu boer ik goed
is mijn land in harmonie en
bloeit zijn eeuwenoude dromen
Haar gekooide leven
ik heb voor even
de boeken weggelegd
die verhalen over de
zonnige kant van leven
werd gegrepen
door wat zinnen
over andere dingen
uit ons dagelijks gaan
ben een zoektocht
begonnen naar
de essenties van
ons aards bestaan
afdalend naar holen
en spelonken waar
herinneringen nog aan
duister zijn geklonken
in verbijstering
moest ik constateren
dat vooruitgang
onmogelijk was te leren
het ego is gebleven
heeft alleen een eigentijdse
snit gekregen en de vrouw
lijkt vrij in haar gekooide leven
Het altruïstische zijn
hoe kon het
zo vreselijk misgaan
met het altruïstische zijn
wij gingen voor hebben
nog meer bezitten
behouden in angst en pijn
dat binnenhalen bleek
een groteske vergissing
het meerdere was valse schijn
allen hadden samen
moeten zijn in delen
niet ik steeds beter dan jij
respect en om elkaar geven
zonder macht en geld
gewoon om wie je echt bent
Waar onbegrip spookt
de stenen
hebben gesproken
zij hebben de
spoken gezien
die mij bedrogen
ik wist de muren
maakte contact
sprak met de vingers
over alle emoties
die ik in me had
zij warmden
mijn handen ieder
op eigen manier
bekenden hun afkomst
uit klei van de rivier
kennen de
echtheid van leven
waar onbegrip spookt
verwijzen standvastig
naar dimensies van hoop
Het magisch licht
je bent
schitterend geslepen
kaatst kristal helder
het licht terug in
de kleuren die jij
hebt kunnen breken
loepzuiverheid
is jou gegeven
de setting blijft
nog even een geheim
want jouw karaat moet
in harmonie met de tiara zijn
jij glanst het
magisch licht uit de
eerste scheppingsdagen
toen volmaaktheid
in het paradijs nog door
al het leven werd gedragen
Stralende momenten
ik ken de storm
weet dat hij zal
groeien tot een orkaan in
het dragen van jouw naam
met beukend water
tegen basalt en graniet
brekende kades en dijken
een terug is er niet
toch kan jij ook
heel zacht en teder het
kleinste bloempje strelen
met de warmte van je hand
lachen je ogen
in stralende momenten
ben je gelukkig met zang en
dans bij gezellige evenementen
uit blikken ken ik
je hemel in het heldere blauw
maar als zij donker gaan wolken
bliksemt ineens de furie in jou
Spiegelde in pijn
ik kon het
lijfelijk onbehagen
bijna niet verdragen
voelde energieën
stromen die nooit van
binnenuit konden komen
zij leken botten
spieren en pezen
andere posities te geven
legden feilloos de
mankementen bloot in
mijn verwaarloosde conditie
ik raakte verdwaald
in geestelijke sferen die
anders leven propageerden
ervaarde nieuwe
perspectieven in
plaats ruimte en tijd
was heel even
mijn aards gerichte
oriëntatie volledig kwijt
tot ik spiegelde in pijn
mezelf herkende als de mens
die ik altijd al had willen zijn
Stukjes ziel
soms zie ik
stukjes ziel in een
onverwacht gebeuren
een oogopslag
of lieve lach zij
kleuren ineens mijn dag
het zijn intense
geluksmomenten
die ik meer zou wensen
het zielenleven
lijkt in zijn roerselen
ons laatste groot geheim
alleen de pijn
kent iedereen uit
een heel diep ervaren
laat geluk maar komen
in een nieuwe dimensie
het wakker worden na dromen
Het zout der aarde
ik rook ziltige lucht
proefde het zout der aarde
zag in de duinen
wat verlaten eieren
van vogels op de vlucht
zand knarste
in losse gedachten die
zich niet lieten ordenen
tot een vriendelijk geheel
alles werd me te veel
maar zee spoelde
de bitterheid weg
door monologen
van talloze golven
kwam ik langzaam tot rust
heb het strand gekust
mijn armen huilend gespreid
voelde me eindelijk bevrijd
draaide me om en zag jou
godin in de ondergaande zon
Daarom doet leven pijn
de stappen zijn gezet
het geloof is al als
kerkelijk vangnet uitgelegd
met mazen voor het doel
een hemel en de hel in een
ontwakend religieus gevoel
niet nu maar op termijn
daarom doet leven pijn
in opoffering van het unieke zijn
omzichtig wordt
de mens geknecht met
lichaam als de bron van kwaad
getemperd door de geest
als het wellustig vlees
zich weer eens te buiten gaat
ooit zal de mens ervaren
dat lichaam ziel en geest altijd al
een onverdeelde eenheid is geweest