Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
In het duffuse licht
het is nog niet vergeten
een stukje nostalgie
uit heel intens beleven
met knikkeren en pot
flarden mist losten op
langs hoge lantaarnpalen
er vlaagde etensgeur
onze inzet werd hoger
honger en hebzucht groter
de mooiste stuiters
blonken in het diffuse licht
spanning op ieders gezicht
ze rolden weerbarstig
door spaarzaam gebruik
het geluk lag er plotseling uit
dollend zijn we naar
huis gegaan maar het verlies
voelde heel verdrietig aan
Geluidloos licht
stilte is mijn vriend
ik ontmoet hem vaak
maar weet niet of ik
hem met mijn emoties raak
hij wandelt graag
net als ik geniet hij van
een schitterend vergezicht
in zacht geluidloos licht
ook van het bos
waar donkere vennetjes
rimpelloos zuchten
onder klarende luchten
natuurlijk praat ik
schatert mijn lach
om mezelf te voelen in
het niet alleen zijn op pad
totdat hij wenkt
mij zijn rust en
schoonheid schenkt
van samen weer genieten
Onwetend lief
er is weer een
herder neergestreken
die eigen wijsheid
verbetert in taal en teken
zing zijn lied
draag de leiband
like zijn kudde
jij nu nog onwetend lief
hij is de ster
hoedt met halfgoden
en zijn virtuele leiderschap
de volgzamen op zijn pad
doodt initiatief
miskent het eigene
prijst de hype want
die maakt iedereen gelijk
er is helaas geen poëzie
die hij kan preken
dat is het magisch samenspel
tussen schrijver en de lezer
Het fijne geklepel
waar woorden
eenduidig hun kleur luiden
is het fijne geklepel
van klokjes niet hoorbaar
het monotoon starre
dringt zich meer dan
opzichtig op en houdt
ogen en oren gevangen
de kleine nuances
accenten en speelse
wendingen in zinnen en
strofen komen niet op toon
wat een kleurige boeket
vol harmonische klanken
had moeten zijn resulteert
in een doordrammend refrein
Het doldriest onbesuisde
het water strakte
onder striemende woorden
bevroor tot ijs
voor hen die ze hoorden
scherp spiegelden
sterren de waarheid
in het zwart oppervlak dat
feilloos gerechtigheid zag
waar vergeving
al in rietkragen ruiste
verwarmde zon
het doldriest onbesuisde
brak langzaam het ijs
smolt wrevel en ergernis
in rimpelloos verdwijnen zo
dat hij weer in water kon schijnen
Aaibaarder dan ik dacht
hij had
ogen aan touwtjes
maar kon toch alles zien
de echte
bruine berenvacht was
aaibaarder dan ik dacht
een zwarte neus
zonder gaten
die frunnikte ik pas later
hij was mijn
knuffelbeest en beste vriend
die ereplaats heeft hij verdiend
nog kijkt hij
mij vragend aan als
ik kom en hem zie staan
na een kroel
tussen de kapotte oren
lijkt zijn knor altijd te horen
hij is een stukje jeugd
dat ik koester uit vroeger tijd
mijn maatje in onzekerheid
Ezelsoren en een vouwtje
ik heb de titels gelezen
de imposante lay outs
heel duur uitgegeven
mag ik na een lang leven
ook een plaatsje in de rij
ben klein en heb
helaas een slappe kaft
beduimeld door talloze
vingers van hen aan wie ik
mijn droom en zinnen gaf
ezelsoren en een
vouwtje in het blad
gaven aan wanneer het tijd
voor een gezonde nachtrust was
ik sloot dan het hoofdstuk af
ben nu uitgelezen
tot op de draad versleten
wordt in de kast gezet maar
af en toe mag ik heel even weer
warme handen voelen die mij lezen
Subtiel vertakt
sierlijk neeg het glas
naar de vorm
die ik voor ogen had
subtiel vertakt
spreidde zij haar ijle stelen
naar de schikking die ik dacht
rondde haar bloemen
naar helder zicht waar zon
uitbundig brak in alle kleuren licht
Juist stilte
je hoort de woorden niet
die geschreven staan in wolken
bij het passeren van de maan
zij verglijden in uitweiden
over ons bestaan
het komen en weer gaan
in scherp oplichten
tonen zij vaak het donkere
van onze werkelijke gezichten
hun zinnen rijgen wij
heel diep van binnen
tot eigen levensgedichten
juist stilte maakt herkenning
tot een mogelijk feest als
je poëzie van jezelf leest
Een warm pulseren
wij botsten niet
zij lichtten op in
een ijlend passeren
er was geen tocht
maar energie ioniseerde in
een tintelend manifesteren
geen angst maar wel
een mystiek verwachten
van positieve krachten
zij fluctueerden op
onbegrepen frequenties
in een warm pulseren
fenomenen uit een dimensie
zo dichtbij ik voelde mij
volmaakt gelukkig en hemels vrij
Een apocalyptische strop
het goud glanst
minder dan gedacht
de zekerheid die
altijd stralend lacht
heeft nu wat
schaduw meegebracht
nog zit het
edele in het hart
kleurt onderscheid
de exclusieve schijn
van schaarsheid in
de monetaire schrijn
maar wat standaard is
wordt onderuit gehaald
vertrouwen gefileerd
de maatschappij raakt
ingekeerd en hangt zich op
in een apocalyptische strop
Tussen het witte linnen
ik was in de ban
van vorm en kleur
zij inviteerden mij
als hun penseel
mijn beitel bleek
te scherp en agressief
claimde teveel ruimte
in een brok graniet
bij het sierlijk
transparante van glas
was het de warmte die
ik niet onder controle had
ik wist altijd
al garen te spinnen
tussen het witte linnen
in mijn schildersatelier
de verf op het penseel
kleurde als een juweel
haar magisch licht gaf
de achtergrond gezicht
wij vormden een geheel
waarin mijn stem
verbaasd bleef zwijgen
door naar kunst te kijken
Een brood en spelenbeest
heb in de wei gespeeld
duizenden bloemen bekeken
ze met elkaar vergeleken
in vorm en bijzondere kleur
voor ieder was licht
vruchtbare aarde
een plaats in de zon
waar hun leven begon
wij met alle talenten
worden gestuurd en geduwd
gemanipuleerd en uitgeprobeerd
voor een plek in de maatschappij
opgevoed en geleid
om te leven op een manier
die is verweven met de kuddegeest
van een brood en spelenbeest
het initiatief loos feest
is de manier van bestaan
eigen kleur en vormen zijn
al lang geleden in rook opgegaan
Dood hout
het lijkt
alsof ik te veel
levens leid
bomen splijt
die eigenlijk
moeten groeien
voor meer ruimte
heb ik het zand
laten verstuiven
maar de vennetjes
zijn opgedroogd
de fauna is gestroopt
mijn bos
is chaos in de greep
der elementen
mij rest
dood hout
in wanbeheer
het loof dat ik
lang koesterde is er
helaas al lang niet meer
Elkaar lichtjes raken
het stoeien
schateren en ravotten
is al lang voorbij
wat rest is
netjes handen thuis
blijf af dat is van mij
elkaar lichtjes raken
drie kussen in de lucht
gaat in een zucht
wij zoeken geen
contact meer in
woord en oogopslag
dat is te dichtbij
die ervaring hebben
wij zelfs nooit geleerd
ook in eigen kring
is privacy een bastion
ego daar draait alles om
ik wil ze niet meer zien
al helemaal niet raken
heb niets met ze te maken
Flower power kind
ik was geen
flower power kind
had eerbied en respect
van huis al meegekregen
pas later ging ik
voor en tegen wegen
koos wat ontredderd als
naamloze de middenweg
de scherpste kantjes
had ik al opzij gezet
hekel de prestatiemaatschappij
snel consumeren maakt niet blij
nu speel ik met bloemen
droom van liefde met
een hart dat nog kan groeien
in de tijd die rest voor jou en mij
Hun schepping voorbij
de beitel spleet
zag scherpte aan
vallende scherven steen
venijnige bassen
zongen in hameren
het donker breken van tijd
hoge tonen
ketsten in lijden
hun schepping voorbij
jij verafgoodde god
in het pogen zijn
volmaaktheid te evenaren
liet eva herrijzen
maar zij was geknakt door
die ene fataal brekende klap
Dat herfstige
je hebt
dat herfstige
in vale kleuren
de volle zomertinten
verschralen maar het grijs
intense van een verre horizon
je lach trotseert
de elementen en is
de lage zon al gepasseerd
je pas mist
het joyeuze voorzichtig
stappend op het nevelige pad
nog oogsten
lange schemeruren
de laatste kleur van het seizoen
maar winter kraakt
al in gebed en heeft
zijn eerste nachtvorst ingezet
Een innige mortale kus
ik ben je niet vergeten
al sinds mijn geboorte
heb ik jou op mijn geweten
jaren ben je weggebleven
af en toe wat schaduw of
het grauw en wit van een gezicht
maar de laatste tijd
maak jij toch min of meer een
ongepaste inbreuk op mijn leven
waar cultuur haar mooiste
kanten toont zie ik jouw hand
die vergankelijkheid beloont
jij oogst volop natuur
en zeist naar hartenlust
met een innige mortale kus
nog spelen wij quitte
gunnen toeval een vrij spel
ik leef mijn hemel en jij vindt mij wel
Gebutst in verval
zij speelden met knikkers
juichten en joelden maar
bij het missen van de pot
hield dat geluid even op
ik zat erbij
wilde niet meedoen
omdat ik geen afscheid
van mijn schatten kon nemen
genoot van hun kleuren
in het transparante omhulsel
het divers zijn in vormen
allemaal keurig op rij
ik verzamelde en spaarde
ging mij niet om het spel
de beschadigde huid van
de winner gaf mij kippenvel
jij was de eerste die mij
intrigeerde gebutst in verval
daarboven draaien de sterren
spelen knikkers hun eigen heelal