Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Die ego ikken
zacht schuur ik
de laatste restjes
innerlijke beschaving af
weg stropdas
ook normen en waarden
gaan als stof ter aarde
onwennig met
intolerante blik
kijk ik de wereld in
en schrik
er zijn er nu te veel
die over lijken gaan
het sociaal zijn
is gedaan waar ieder
voor zichzelf kiest
de rest zal stikken
door het grote graaien
van al die ego ikken
in stil protest gaan de
armen bij hun graven staan
zonder iets is het ook met rijk gedaan
Gedoopt in inkt
ik lees het bos
dat landschap
opzuigt uit de aarde
sprieten reiken
nietigheid in hun hoop
de hemel te bewegen
wortels zoeken
in de kale grond
naar water om te leven
op hun papier
schrijf ik mijn
afscheid letters hier
gedoopt in inkt
van zwarte vennen
wil mijn pen niet wennen
aan de voetangels
en klemmen van de
vele jagers in dit bos
zij hoofdstukken
de grote grazers in
hun weidelijk complot
het goede hout is op
veel dieren zijn verdwenen
het landschap werd hun strop
Leven kan pijn doen
leven kan pijn doen, maar we weten dat we altijd
wel een vriend hebben die ons begrijpt
ja, er zijn veel mensen op de aarde en velen houden van u
en dat zijn onze broeders en zusters,
ik leef ook tussen goede mensen en mag daar heel blij mee zijn
ik hoop ook mee mogen dragen tot een goed begrip voor elkaar.
en mensen uit de duisternis mag halen
ik heb ervaren wat de diepste duisternis is.
dus zal ik mensen goed kunnen helpen.
ik dank mijn vader voor de goede gaven die u mij hebt gegeven.
Nooit gekust strand
golven
rollen om
in zand en schelpen
kijken gekuifd
naar de zon
voor zij ondergaan
het is geen
herhaling want
ieder is anders
hervinden vorm
in een altijd weer
nieuwer ervaren
delen herinnering
door het strelen van
nooit gekust strand
met het weten
van cirkels van leven
uit het aards bestaan
opgeslagen in
het silicium van zand
de databank tegen vergeten
Magie en mystiek
ik ken de magie
haar krachten hebben
ons ongeweten
veel sturing gegeven
toeval is de naam
die wetenschappers
gebruiken voor zaken
die zij voor zich uitschuiven
ook in de mystiek
liggen gebieden braak
vaak in mistige lagen die
andere waarheden dragen
zij worden maatschappelijk
uit zicht gehouden omdat
je op hun resultaten
geen economie kunt bouwen
toch kleuren zij
de ziel van ieder wezen
door verbindingen die zij
met andere werelden weven
Totale genenmatsch
god zag op
de laatste dag van
zijn scheppingsavontuur
de man naar zijn gelijkenis
adam lachte
keek om zich heen
maar voelde zich
toch moederziel alleen
de schepper nam zijn rib
transponeerde die tot vrouw
passie liefde hartstocht
volgden de evolutie trouw
nog steeds zijn wij
op zoek naar de enige
volmaakte met wie wij een
totale genenmatch kunnen maken
Als heersende vrouw
ik reik je met liefde dit speciale tapijt
jij vlijt je neer op het paradijs van weleer
samen ontvluchten we de groene oase
het brandend zand van de woestijn zal
ons met zijn thermiek naar de hemel dragen
onder ons bergen en de oude stad
waar het eonen geleden goed toeven was
beelden met mannen op de achtergrond
vrouwen met scherpe neuzen en dunne mond
de ogen pathetisch speurend in het rond
hun heerszucht deed bloemen verwelken
zelfs de zo statige aronskelken verlepten snel
want hun woorden waren wet in het matriarchaat
dat als een onneembare enclave in het midden
van de mannenmoslimwereld was neergelegd
ik heb jou afgezet om de stad vruchtbaar te maken
weer te bevolken met leven maar niet zoals
in de mannelijke exegese van de koran met een
partner als tweederangs na de man maar als
heersende vrouw hoedster van gelijkheid en trouw
De eerste rij
ik ben de
weg wat kwijt
wil vooruit
maar anderen
grijpen de buit
zijn sneller en
alerter pakken
alles zonder
gedachten of
even wachten
heb toen ook
mijn ellenbogen
maar gebruikt
het plezier van
samen was eruit
ik wil niet mee
op de eerste rij
geef mij restanten
ben blij met waar zij
nu al voor bedanken
Vleugje lente
een frisse wind
laat letters anders
kleuren in het woord
de uitspraak geeft
subtiele wijziging in
wat je normaal hoort
het is geen dialect
hoewel dat vaak met
stelligheid wordt gezegd
de tekst in zijn
geheel krijgt zo een
positieve lading mee
zou het al een
vleugje lente zijn in de
nu overjarige oubolligheid
De laatste halmen
nog ben ik
niet verdronken
in de donkere tonen van
de muziek om me heen
het duistere galmen
maakte me alleen
braken bijna de laatste
halmen van mijn oogst
ik had mezelf een
bloementuin beloofd
waarin ik uit hoge tonen de
mooiste melodieën liet komen
die in warme wind
jeugd en passie dansten
met elkaar sjansten in de
meest briljante akkoorden
maar het subtiele
gaat helaas snel ter ziele
in globaliserend volksgeweld
waarin onze cultuur niet meer telt
Was enkel geest
ik heb geen
stappen gedaan
om uit te treden
ben met
het heden naar
de toekomst gegaan
wist mijn plaats
in vaag verwachten
zag het spelen van krachten
was enkel geest
omdat zintuigen
ankerden in plaats en tijd
voelde me
bevrijd door een
grenzeloos opengaan
de golven achterna
die mij in zeeën energie
moeiteloos deden vervloeien
ik was een met
elementaire materie in
bijna euforische hysterie
moest terug om
mezelf weer te zijn uit de
grootsheid van oneindigheid
heb de toekomst geraakt
in beperking door het aardse
maar mijn eeuwigheid ligt daar
Naamloos diep
ik ken de
gaten in de tijd
kleine overstapjes
in korte afwezigheid
even oplossen
in het vreemde niets
door het schouwen
van pure energie
impressies zijn niet
echt fysiek maar
iets tussen oneindig
hoog en naamloos diep
een vervloeien met
de stroom die leven is
delen en vermenigvuldigen
in pulserende vertakkingen
zo uit inertie naar de
snelheid van het licht in
drie dimensionale eeuwigheid
snaren en golfjes ten spijt
ik koester die
momenten zonder tijd
mag delen in totaal geluk
als op de hemel voorbereid
Scrupules zijn vergeten
nog heb ik
de magische boeken
mystieke gezangen
religies die meerdere
levens omspannen
als rugdekking
voor mijn games
die ik speel vandaag
het spel wordt
steeds echter
de mensen slechter
zij schieten zonder
normen en moraal
vinden doden normaal
zonder enig geweten
scrupules zijn vergeten
als ik stap
over de velden
met mijn dode helden
nog virtueel toch
ruik ik hun bloed
ben ik nu speler
of is dit echt ben ik
dan werkelijk zo slecht
In alle openheid
wanneer kan stilte
eindelijk weer spreken
over zaken waar wij
liever niet over praten
in de immense
veelheid van woorden
ontgaat ons vaak het
onderwerp van gesprek
men haakt in
neemt snel over
eindigt lachend op
een doodlopende weg
stilte is niets zeggen
samen bouwen
aan fundamenten
van vertrouwen
om dan in alle
openheid ruimte
te geven aan het
transparante in leven
Zijn geraamte
ik heb een skelet
aangekleed met wat
ik dacht dat leven heet
zijn geraamte behangen
met maatschappelijke belangen
die hij dringend nodig heeft
toch knookt hij
nog terughoudendheid
zijn zekerheden is hij kwijt
rammelt botten in
aanvaarde eenzaamheid
dood en verwanten ten spijt
ik heb hem niet
kunnen bezielen met
emoties en overlevingsdrang
hij gaat zijn gang zombiet blij
met zijn blauwe schermpje
hoort hij er weer helemaal bij
Echt tegenlicht
ik heb je ooit
ondergedompeld in liefde
maar waar ben jij nu gebleven
in kleine speldenprikken
scherp rakende woorden
jouw tegengas dat mij deed leven
we hebben rotsen verkend
handen tot bloedens toe
opengehaald voor het mooiste zicht
maar altijd wist jij
toch nog een betere plaats
gezien vanuit echt tegenlicht
in een toegevend ja
zijn we jouw kant uitgegaan in
de hoop op een gelijkwaardig bestaan
het is helaas niet zo gelopen
als ik toen mocht hopen
ieder heeft zijn eigen wereld gekozen
Gods blote hand
hoor een vaag geluid
voel het zacht gebrom
dat eeuwig leven heet
het is alom
ik kijk pas om als het
octaafje hoger wordt
waar bestaan
zich ook laat zien in
groei en bloei misschien
in het spel van harmonie
dissoneren valse tonen
schaduw in de melodie
het zijn oneffenheden
die men moet leren in het
zingen van een eigen lied
soms daalt in overgang
de stilte neer van een
vergeten stukje land
het lijkt de aarde weer
die ooit geschapen is
door gods blote hand
Oeverloos laveren
ik wil langer schemeren
om het dubbele in ons
bestaan intenser te beleven
de speels vrolijke kanten
het lieflijk dansante
in het jeugdig bewegen
in schaduwen bijeengeraapt
de desolate wanhoop zonder
uitweg en het ten einde raad
wij blijven bij de grenzen weg
in oeverloos laveren maar zoeken
beide zijden op in steeds proberen
zo juichen wij van vreugde
dompelen onder in immens verdriet
in ons licht en donker schemerlied
In zonlicht gebroken kleuren
ik heb zinnen losgelaten
als vallend herfstblad
hoopte diep van binnen dat
er ergens een mooie strofe lag
ben gaan zoeken
naar patronen in het
kleurrijke tapijt maar raakte
zo de weg volledig kwijt
heb moeten wachten
op de laatste sneeuw
tot de wereld eindelijk lachte in
zijn ontdooiend witte schepperskleed
zag toen mijn gedicht
in zonlicht gebroken kleuren
voelde hoe zijn intrinsieke warmte
het prille van de lente al deed geuren
Ongeziene talenten
door weinig ervaren
mengden mijn kleuren
vervlakkend naar licht
in het niet
uitgesproken zicht
kregen klanken dezelfde toon
waaide gelijkmatigheid
een doffe berusting
zonder sprankjes hoop
ik ben gaan retoucheren
om de oorspronkelijke
pigmenten te vitaliseren
tot verbazing
helderde juist schaduw
het verflauwde licht
uit donkere contrasten
ontsnapten kleuren
naar een nieuwe jeugd
unieke momenten
die hemel gaven aan
nog ongeziene talenten