Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Pure rebellie
ik heb zinnen
gebroken die nooit
goed wilden lopen
klanken gingen
langzaam dissoneren
wat ik ook probeerde
het leven dat ik
de taal had gegeven
leidde een eigen bestaan
was uit haar
sociale setting gegaan
in pure rebellie
omgeven met
mystiek en magie
was er altijd al repliek
maar een totaal
nieuwe richting was
baldadige brandstichting
in het stoffige
taalsecretariaat is men
nog altijd onthutst en kwaad
Het zwarte moeras
ik ken de
witte wieven en
het zachte gepruttel
van het gas uit
het zwarte moeras
de vage zuchten
van oude bomen
als de wind is
gaan liggen en takken
vrij kunnen dromen
toch is in de jaren
het donker verdiept
omdat onbereikbaar
bezit heeft genomen van
ruimte ten koste van licht
waar vroeger het bos
zich transparant opende
met oplichtende plekken
en spiegelende vennen
dreigt de woeker van groei
het recht van de sterkste
in entropie van de eenvoud
overheerst de harmonie
der soorten door hun
verstikkende aanwezigheid
Winters triptiek
wij trotseerden de kou
ik danste met jou
op de eerste kristallen
die waren gevallen dit jaar
in de witte muziek
die speelde en dwarrelde
door het winters triptiek
in de wereld rondom ons
ook zij waren nieuwsgierig
naar vrijheid in zwieren
met hun vrind de wind hoe
het lied sneeuwde in dat gebied
later hebben wij samen
het plaatje gescoord dat hoort
bij de rode kerst met eland
en arrenslee die vers spoort
Patina
jouw handen
streelden het
gepolitoerde hout
deden vlammen
oplichten uit lang
vervlogen jaarringen
patina van vele
generaties heeft
het karakter gegeven
wijsheid is
het gevoel dat
nu is meegekregen
in delen is
verbinden juist
het hoogste goed
omdat houtsnijwerk
van deze kwaliteit
nooit echt heeft gebloed
Dit vreemd decor
ik zag nog
in je lach
het kind dat
jij ooit was
onbevangen
en puur van
het vroege tot
het late uur
het leven
omvattend
met tomeloze
ontdekkingskracht
totdat ook jij
uiterst subtiel
op weerstand
bent gestoten
de wereld
droomde niet
en waarheid
werd gebroken
in dit vreemd
decor was jij
niet gewend
toneel te spelen
acteerde in
een steeds
kleinere rol hield
dat niet meer vol
bent op eigen
benen gaan staan
op een aarde die
weer echt bestaat
Zonnig papier
ik heb met
schaduw op
zonnig papier
contrast geschreven
scheidingslijnen
zijn fel maar
later loopt de inkt
opdrogend dood
venijnig bijt zij
stukjes licht in
wat langzaam
vergrijzend zicht
waar in overgang
zwart en wit
ieder nog gaan
voor eigen belang
verre contouren
scherpen elkaar
maar van dichtbij
is grijs heerlijk vrij
want naast
elkaar bestaan
wordt samen gaan in
een nieuwe werkelijkheid
Tijdelijkheid
jij hebt schaduw
nooit direct benaderd
door haar andere impact
tegenover schijnend licht
zelden ging jij
daar uit jezelf op af
maar hield respect en
afstand van het gebeuren
zo gaf jij mensen
weer de tijd om zichzelf
bij te sturen na het
staan voor hetere vuren
er is geen strijd in
het grote niemandsland
dat licht en schaduw bestrijken
er is evenwicht in tijdelijkheid
Het vroegste uur
wat bleek nog
op het vroegste uur
en toch schreef
licht al een warm
welkom op de muur
in rood
gebroken kleurde
zon de opkomst
van een nieuwe dag
waarvan ik getuige was
ik zag de eerste
knoppen bloeien
hun doorzichtigheid
fluorescerend gloeien
breekbaar als kristal
heb de ijsbloemen
nog niet gewekt want
hun bevroren leven
zal pas in ontdooien
zuiver water geven
De nieuwe weg
ik heb
je tranen gezien
weet hoe hoog
jou het water
aan de lippen staat
de branding
heeft gestaag
rotsen ondermijnd
alle houvast lijkt
plotseling vervlakt
je bent
een speelbal
van de golven
die jou richtingloos
hebben bedolven
nog schijnt er licht
uit alles wat jij
ooit hebt weggegeven
die stukjes leven wijzen
jou de nieuwe weg
waarin het zelfbesef
weer vorm krijgt en
rijpt naar toekomst
met een perspectief waarin
jij van jouw vrijheid geniet
Winters grauw
ik zag je bladerenspoor
maar daar waar kleuren
van de herfst nog dansten
donkerde dood in nieuwe kansen
je tekende de eerste kou
met ijzig wit in het ijle
blauw als voorbode van het
al snel naderend winters grauw
de eindeloze zomer
heeft meer dan alles gegeven
in uitzonderlijke oogsten tot
heel laat in de tijd van het jaar
na droogte is er
eindelijk toch volop regen
dat maakt de grond met humus
van het blad weer lente klaar
In vloeibare herinnering
ik wist dat het
glas ooit zou breken
samen hadden wij lang
naar haar volmaakte vorm
en transparantie gekeken
zij gaf de
hoge zuivere toon
die als een droom
kristallen muziek
uit de hemel vibreerde
daar waar
anderen verscherfden
in kwetsbare posities
erfden wij de laatst
overgeblevene van het stel
in vloeibare herinnering
dronken wij vaak de
familiegeschiedenis uit
de ziel van de drank die
sprankelend glansde in glas
door die mysterieuze
verbondenheid raakten
wij haar uiteindelijk kwijt bij
het dramatisch stoten van een
droom tegen de harde werkelijkheid
Sfeer van magie
langzaam zag ik
wolken ontvolken
alleen op een wat
donkere rand was
nog iets aan de hand
daar blonken degens
en zwaarden in het valse
licht van een pittige bui
op aarde in de tweestrijd
tussen goed en kwaad
er waren geen geesten
daar aan het feesten
fictie schreef een eigen
verhaal voor mensen die
gewoon meer wilden weten
ging mee in gedachten
naar illustere krachten
en onbekende emoties
die spanning gaven om de
dagen minder grijs te maken
ja ik kijk en zie ze
heerlijk spelen daarbuiten
niet geremd door stenen
en ruiten maar vrij van materie
in de opwindende sfeer van magie
Lichtvoetigheid
zij had het gelukkig
niet hoog in de bol
bewaarde haar charme
voor onder de wol
sprankelde vrolijkheid
met een gulle lach
was in snel weerwoord
vrijpostig alert en gevat
kende de grenzen
in blikken en woord
over vriendschap en liefde
onschuld is altijd vermoord
haar lichtvoetigheid
leek zweverig in sfeer
maar haar rake bemerkingen
deden vaak later pas zeer
zij leefde met geesten
die in positivisme
altijd mee wilden feesten
wachtten met hen op de haan
haar gasten wisten
dat de party was gedaan
nog een laatste dans en kus
lief werden emoties gesust
Kleine stukjes huis
ik heb
mijn thuis gebouwd
met kleine stukjes huis
niets paste toen ik
voor de eerste keer
de voordeur open deed
kleuren zongen
hun disharmonie
vloekten zonder woorden
toch ben ik
aan de gang gegaan
met 50 tinten wit
het kaatste al
in licht verwachten
haar volledige balans
ik heb mijn ziel
met creatief uittreden
in iedere kamer uitgelegd
de sferen gaan
wij samen dromen
in liefdevol bewonen
ik ben niet van de
gewone er is geen haast
in de wereld van hiernaast
Licht bevriezend
ijskoud
tochtte schaduw
licht bevriezend
door de warme
kamers van je hart
het spontane
circuleerde niet meer
de geestdriftige
flow zwakte af naar
voorzichtig gevegeteer
waar is de bloem
die schoonheid bloeit
op de midwinterdag
ieder de warmste
kleuren in handen gaf
nog heeft jouw elan
niets ingeboet blijf
jij de verschijning die
met oog en hand nog
steeds respect afdwingt
in wilskracht is bloed
blijven stromen hebben
dromen jou een paradijselijk
perspectief gegeven in
openbaring van het leven
Klokt ook tijd
zacht op het
ritme van je hart
klokt ook tijd
zijn slagen
in vervliegen
zal niemand ooit
de zwaarte voelen van
verantwoordelijkheden
want waar seconden
dollen en minuten
uitgroeien tot
paradijselijke uren
is omzien geen last
zoals daar waar
druppels uiteindelijk
de emmer doen overlopen
toen heeft de geschiedenis
oeverloos gewacht
op de volgende fase die
de tijd in gedachten had
Op dood hout
ik schudde takken
op dood hout
dor blad
was al gevallen
in knisperend
kraken raken
mijn voeten
amper de grond
herfstmuziek
in mineur van
vergankelijke kleur
door wind gedragen
nog schijnt zon
vragen over
de zomer die
ons heeft verlaten
kil steken sprieten
in transparante staken
tegen ijzig blauw
lucht en vooral kou
In warmte neergevlijd
was jij het blad
dat alle herfsttinten gaf
in dwarrelende vlucht
nog even
met wat zon en regen
uit een dreigende lucht
de uitstekende oogst
schitterde nog zomer aan
het einde van de regenboog
na maanden zonnestralen
kwam kou de kleuren halen
voor zijn eigen herfsttapijt
jij had je loom
in warmte neergevlijd als
laatste stukje paradijs
de pracht die jij
in kracht gedragen had
droogde als beeldschone bloem
een eeuwige herinnering
aan de bijna scheppingsdagen
van dit volmaakt seizoen
Ozonde geur
groen dreigden luchten
hun elektrische lading
ozonden geur en
rumoerden gedonder
statisch geladen
was het inslaggebied
waar bliksem kortstondig
de aarde mocht kussen
rook van brandend bos
smogde de lucht
maakte regen troebel
in zijn vallende vlucht
rood en blauwe schichten
tekenden het zwerk
in een laatst stuiptrekken
tot alle spanning was geaard
het systeem van warme
en koude luchtbeweging
was al op sterven na
dood door de apocalyps
Zijn harde hand
wind schuurt
de onmetelijke vlakte
eigent zich zand
en stenen toe in
doldriest draaiende
gigantische tornado's
vol ballast gaat hij
over koude dreven
loost onverwacht
wat hij in gulzig
nemen weer teveel
aan alles bij zich had
zwiept en passant
een zee aan golven over
de kering van het land
zijn harde hand duldt
in genadeloze uithalen
geen enkele tegenstand
het zijn wat plaagstootjes
die hij aan het oefenen is
het echte werk moet nog
komen als de duurzame
balans het heeft begeven
en voorgoed van slag af is