Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Scherpe kruiden
ik kan de werkelijkheid
zo raken hoef niet eens
een lange arm te maken
waar verleden door
mijn vingers glijdt raak ik
langzaamaan mijn wortels kwijt
nog opent de dag
met zon in een weidse polder
maar wind vlaagt scherpe kruiden
waar rust en stilte heersten
lopen nu jong en oud in exotisch
lange drachten hun avondwachten
luidruchtig in hun vreemde talen
want straat moet zelf zijn
regels stellen en de norm bepalen
hoe lang zal naastenliefde nog
tolereren dat zij niet willen integreren
in onze christelijke maatschappij
Pensioen
Hoera, eindelijk met pensioen
Een zee van vrije tijd is aangebroken
Een nieuwe periode is ontloken
Leuke dingen gaan we nu doen.
Nooit ergens tijd voor gehad
Altijd maar werken en zwoegen
Maar toch wel met veel genoegen
Vallen we nu niet in een zwart gat ?
Afscheid genomen van de zaak
Alle collega's een hand gegeven
Iedereen toonde z'n medeleven
De baas hield een fijne toespraak.
Pensioen, laten we er van genieten
Niet achter de geraniums gaan zitten,
Niet bij de pakken neer gaan zitten.
Maar puur van elke dag genieten.
Pensioen, genieten met volle teugen
De tijd van zakelijke plicht is voorbij
We voelen ons nu frank en vrij
We mogen ons in deze tijd verheugen
Pensioen, je hobby's botvieren
Fietsen, wandelen er op uitgaan
De deur achter je dicht gedaan
En door de bossen en hei zwieren.
Pensioen, een gouden tijd
Een tijd om van alles te beleven
Als God het ons wil geven
In goede gezondheid en vitaliteit.
Laten we dankbaar zijn voor deze tijd
God danken voor deze jaren
En dit als een geschenk ervaren
God, zij geprezen, tot in eeuwigheid.
Je ogen dromen zomer
speels zweeft allerlei
op warme lucht
gesnapt door snelle
vogels op hun vlucht
zacht wiegt je lach
madeliefjes op
deze mooie lentedag
je ogen dromen zomer
in samen wordt het
paradijs weer herontdekt
dat groeit en bloeit
uit moeder aarde
er zijn geen
klokken omgezet
de schepping is voor ons
in den beginne klaar gezet
Onafscheidelijk
soms weet ik
niet meer wie ik ben
het is alsof mijn
eigen schaduw mij
nauwelijks herkent
ik loop vaak
in het volle licht
kijk voortdurend
achterom of hij
nog wel aanwezig is
laatst bij het
binnengaan was ik
per ongeluk vergeten
hem voor te laten gaan
hij bleef buiten staan
pas veel later
heb ik geweten hoe
dat zo is verlopen
deed de deur wel open
maar de lamp niet aan
toch zijn wij samen
onafscheidelijk alleen
hij wordt erg oud
steeds trager in bewegen
hoop dat hij nog lang blijft leven
Met streelzachte kleuren
ik heb mij omgeven
met streelzachte kleuren
maar als zij soms breken
valt duister door scheuren
speelt chaos zijn eigen muziek
raak in paniek door dissonanten
die in een macaber decor over
mijn uitgebalanceerd leven dansen
vecht voor mijn adem en zing
in verstilling mijn autistisch lied
prevel mantra's en sluit mij af
van een wereld die mij niets gaf
waar ik alleen nog kan bestaan
door het raken aan kleuren
die in alle schoonheid langs mij gaan
Een eenvoudig surrogaat
wat in zwart
geschreven staat
de woordstatus heeft gehaald
om op papier te komen
is niet het gewone leven
maar een eenvoudig surrogaat
een betonskelet
de slaapkamer zonder bed
of hoe een bos met gekapte bomen
nog ooit van lente en zomer kan dromen
jij bent mijn lezer en de zinnen stylist
creëert met witregels kleuren in dit gedicht
Een bewogen leven
jij hebt mij
je hand gegeven
ik heb strelend
de lijnen gelezen
van hoofdstukken
uit een bewogen leven
in langzaam
ontspannen opende jij
uit de schaduwen
kwamen ook de in
vele jaren verborgen
kleine littekens vrij
jij hebt een bijzonder
sterke overlevingskracht
die smart en pijn
te weinig ruimte gaf
maar nu in liefde deelt
omdat je ziel weer lacht
Een subtiel verkleuren
er zat verandering in de lucht
ik bespeurde een subtiel
verkleuren van de horizon
door het fletser worden van
de schetsen die ik altijd zag
trad een vervreemding op
donker rollende wolken
kwamen als uit het niets geboren
stemming maken in dreigende vlucht
ademen ging allengs trager
door de hoge vochtigheidsgraad
temperaturen stegen metterdaad
niemand weet meer waar
de winden zijn gebleven in de
gevaarlijk dikke druppels regen
de eerste klap was angstwekkend
raak en heeft van de grote eik
een brandend monument gemaakt
ter herinnering aan het vreselijke
noodweer op het einde van de oorlogstijd
pas daarna voelden wij ons echt bevrijd
Een klein wonder
ik ben gek
maar heb
alles in de hand
weer klant
in de snelle trein
van borderline
heb geen haast
maar ik wil
sneller dan licht
verdwijnen in
het zwarte gat
van jouw gezicht
in je lijf rondspoken
ziel en zaligheden
bij opbod verkopen
een spiegel
duikt plotseling op
wij breken ik stop
mijn ogen
schichten verschrikt
rood in mijn kop
een klein wonder
krijg tegenwoordig
niet eens op mijn donder
Verlokkend bloot
de avondzon
kleurt bloedrood
ik zie al glimpen
verlokkend bloot
bij schikgodinnen
in het donker aardse
diep van binnen
maken kobolden
en kabouters zich klaar
voor het feest van het jaar
elven feeën en wat
heksen op een rij
bezemen hun straten
in vrij entree voor magiërs en
tovenaars in rood scharlaken
ridders rovers en bandieten
mogen niet van dit
binnen aards plezier genieten
wulpse vrouwen daarentegen
komen hun charmes geven
pas als de goden zitten
op hun gouden troon rommelt
onweer zijn donkerste toon schicht licht
langs hemel en aarde in een pandemonium
dat mensen de haren doet rijzen in afgrijzen
Adem warmte in woorden
ik heb gewikt
en gewogen
kijkend van
beneden naar boven
nog maskeer ik
mijn onzekerheid
adem warmte in woorden
die niemand wil horen
kleur zinnen
die ego's nooit
zullen beminnen ondanks
hun bekende edelmoedigheid
heb vaak op
op lange tenen getrapt
in het spoor bijster zijn
maar zonder opzettelijk venijn
open treed ik naar buiten
misschien beslagen ruiten
hoop op lieve ontvankelijkheid
zelfs met mijn tikkeltje eigengereid
Geluidloos verdriet
ik vroeg maar
je antwoordde niet
keek me aan
iets in je blik riep
wanhopig mijn naam
jij draaide om
wilde gaan
ik pakte je handen
je twijfelde
bleef even staan
zag tranen
in ogen
een mond met
geluidloos verdriet
je vertrok zonder iets
ik heb je nooit
meer gezien
de tijd was op slot
wij gingen in liefde
samen kapot
Het blijft ons kind
Soms gaat ons kind een andere weg
Waarmee wij het niet eens kunnen zijn
En aanvaarden wij dit met zorg en pijn
Het gaat z'n gang, zonder overleg,
Graag hadden we het anders gezien
Maar we kunnen ons kind niet dwingen
We blijven het met ons gebed omringen
Hopelijk verandert het nog, misschien.
Maar toch blijft het altijd ons kind
En onze zorg erover blijft bestaan
Ook al is het zijn eigen gang gegaan
We bidden dat het de juiste weg vindt.
U alleen Heer kan ons kind bewaren
Voor alle problemen, en al het leed
O God, hoor naar onze noodkreet
Wil ons kind behoeden voor gevaren.
In volle overgave
zij draaide klei
maar wond de vormen
niet om haar vingers
had een zwak
voor rondingen
in warm manipuleren
was blij als het
toch stugge materiaal
zich liefdevol schikte
in volle overgave
profileerde zij
lengte en diepte
werkte af met
fingerspitzengefühl
tot in het kleinste detail
ook deze schoonheid werd
geboren zonder barenswee
door een ferme keizersnee
In krullend water
ik wist de zee
in krullend water
zag de kleuren later
het witte schuim
schreef keurig schuin
zijn regels op het zand
in grijsblauwe tinten
lijkt de hemel te blinken
aan een verre horizon
waar lucht en aarde
elkaar nevelig raken
licht regen helder op
donkert een zware bui
zijn schaduwstrepen in
het eindeloos ruime sop
Ons leven is als een boek
Ons leven is net een opengeslagen boek
We worden geboren als een blanco blad
En we vervolgen al gauw ons levenspad
Naar het slot zijn we nog niet op zoek.
Tijdens ons leven wordt het beschreven
Met mooie en warme vreugdevolle dingen
Door veel lieve mensen die ons omringen
Maar zeker ook met droefheid in ons leven.
En in het laatste hoofdstuk van ons leven
Moeten we afscheid nemen van het bestaan
Met ons aardse leven is het dan gedaan
Het boek is uit en alles is volgeschreven.
Maar in het Boek der Boeken staat te lezen
Dat de dood gelukkig niet het allerlaatste is
Want we mogen geloven in de verrijzenis
En dat we bij God in de hemel mogen wezen.
In witregels
ik heb altijd
een open boek
willen zijn
met dansende letters
op vrolijke muziek
een kaft waarvan je geniet
vaak ben ik begonnen
een eenvoudig lied maar
de woorden klonken niet
de lach heb ik
uitvoerig beschreven zonder
echte warmte in het leven
papier en pen gaven
wel contouren aan helaas
zonder de pijn in mijn bestaan
ze zijn ontbloot van
de belangrijkste emoties
die ik in witregels goot
de bladzijden zijn leeg
het boek mocht er niet komen
ik lijd alleen in mijn dromen
Een ijdele hoop
ik heb altijd
wrakhout gezocht
op mijn tocht langs
exotische stranden
verdwaald en
aangespoeld
gebroken uit
sociale verbanden
samen stoken we
vuur dat rookt
en brandt als de hel
vonken knetteren fel
vlammen dansen
verhalen in alle talen
het bizar en grotesk
streven naar overleven
later smeult pijn
als venijn gloeit
en haat weer groeit
tegen alles en iedereen
verhitte gezichten
donkeren weg als
het vuur langzaam dooft
leven blijft een ijdele hoop
Het geluk van zijn
de wereld
was volmaakt
toen wij kwamen
het kraambed in
uitstekende staat dat wij
meteen eigenden met namen
trokken ons plan
zetten alle stempels in
een persoonlijk perspectief
maar met warmte
en liefde de omgeving
delen deden we niet
het was ons gebied
met alles hebben en houden
gingen wij een leven opbouwen
niemand leerde ons
het geluk van zijn in dat
geschapen paradijselijk domein
Tot Gods eer
Tot Gods eer wil ik juichen
Hij die de wereld geschapen heeft
En nog onderhoudt alles wat leeft
Van Zijn goedheid wil ik getuigen.
Tot Gods eer wil ik leven
Hem danken voor alle fijne dingen
Waarmee Hij mij wil omringen
Ik wil Hem mijn vertrouwen geven.
Tot Gods eer wil ik handelen
In heel mijn aards bestaan
Zal ik altijd tot Hem gaan
En in Zijn voetsporen wandelen.
Mijn God wil ik eer bewijzen
Aan Hem mijn dank betuigen
En eerbiedig voor Hem buigen
Zijn grootheid loven en prijzen.