Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Ik wil U danken
Ik wil U danken, Heer, voor wie U bent
Voor al het schoons en mooie dingen
Waarmee U mij steeds wilt omringen
Dank U wel, dat U mij bij name kent.
Ik weet, U blijft altijd voor mij zorgen
Zonder U zou ik niet kunnen leven
U hebt mij zoveel liefde gegeven
U bent bij mij, elke nieuwe morgen.
Dank U wel voor het dagelijks eten
Dat U in ruime mate mij wilt geven
Tot instandhouding van mijn leven
Geef, Heer, dat ik U nooit zal vergeten.
Dank U, dat U bij mij bent elke dag
Dat U mij in liefde wilt aanschouwen
En ik mij aan U mag toevertrouwen
En het goede van U verwachten mag.
Amen
Wij prieelen
je trippelt
lichtvoetig blij
over gras dat
groen naar je lacht
rondt borders
streelt bloemen die
bloeiend op je wachten
geurt hen dichterbij
wij prieelen tussen
slingers herinneringen waar
ooit ballonnen hingen
met opschriften van toen
nog is je jeugd
onvergankelijk vitaal
straal jij warmte en
liefde naar ons allemaal
laten we proosten
op volle oogsten want
ook deze herfstige momenten
kennen helaas hun downs
Hernieuwde dialoog
het scheurde
niet helemaal plotseling
maar wat verbonden was
heeft zich een eigen
plaats toegeëigend
verkent voorzichtig
licht gehavend haar
nieuwe plaats met
wat pijnlijke rafels
resterend uit breuk
er is geen achteromkijken
kleinigheden overdrijven
wel liefdevol over de
zere plekken wrijven
in hernieuwde dialoog
een noodzakelijk kwaad
waarmee onafhankelijkheid
alleen maar is gebaat
nog zijn er kleine weeën
maar jullie zijn nu met tweeën
Schriftelijk sterven
ik schreef met
mijn donkere pen
schaduwde lichte letters
met een krullig accent
wist mij in
contrasten te verbergen
verboden emoties liet
ik zo schriftelijk sterven
in cursief kon ik mij
niet staande houden
op mijn verlegen aard
wilde niemand bouwen
nooit heb ik
iets onderstreept
de nadruk moest liggen
bij degene die het leest
ik schavuitte te vaak
in taal gebruik
mijn metaforen waren
meestal hun tijd ver vooruit
Het verleden
Vaak denken we aan het verleden
Aan die mooie, goede oude tijd
Een tijd van gezellige huiselijkheid
Toch een heel verschil met het heden.
Toen was er nog geen computer en t.v.
Men speelde ganzenbord of een ander spel
En dat lukte allemaal bijzonder wel
Men leefde rustig en ook wel best te vree.
De gezelligheid van toen is er niet meer
We leven in een drukke moderne tijd
Met knappe uitvindingen door de mensheid
Soms verlangen we naar de tijd van weleer.
De techniek schrijdt steeds maar weer voort
We zullen het verleden wel moeten vergeten
En blij zijn met de tijd die ons nu is toegemeten.
Vertrouwende op de beloften van Gods woord.
God is met ons geweest in het verleden
Hij heeft ons gedragen door alles heen
Hij liet ons in het verleden nooit alleen
En zal ook met ons blijven in het heden.
Mystieke rust
ik was verdwaald
bomen waren al
geschraald tot aan de top
zon scheen vaag
de theatrale kleuren
van het glas in lood
dat ons de vensters
bood van kathedralen
in het herfstig bos
na zomerlange
beden om verkoeling
heerst er nu mystieke rust
nog zucht de wind
kraken takken zacht
in een devoot ontroeren
zij bezielen nog het
kleurrijke palet voordat
de kou het gaat beroeren
Veel engelen
er zijn veel engelen
om mij heen
dat weet ik zeker
die door u zijn
gezonden, lieve vader
daar dank ik u voor
die ons behoeden
voor vallen
en bij ons zijn
in moeilijkheden
ons troosten en leiden
uw uitverkoren kinderen
zijn allen engelen
er zijn duizenden engelen
wat mogen we
daar blij mee zijn.
dank u wel, vader!
Ja, ik ben blij met u, god
ja, ik ben blij met u, god
in u te mogen geloven
deze wereld is zo dwaas
en zo vol lawaai en geluiden
maar we weten dat u
ons helpt alles te verdragen.
en dat we dagelijks
uw liefde mogen ontvangen
en dat er spoedig een tijd
aanbreekt vol vrede
ja, daar kunnen we heel
erg naar verlangen.
dank u wel voor uw
heilige geest
die ons kracht geeft.
en ons niet alleen laat.
Wilt u ons helpen
wilt u ons helpen
en ons beschermen
laat uw licht
over ons schijnen
en laat uw zegen
op ons zijn
wij hebben u zo nodig
en kunnen niet buiten u
met al ons verdriet
en al onze vreugde
mogen we tot u naderen
we weten dat u van ons houdt
en dat u ons nooit alleen laat.
wij houden van u
en danken u voor uw liefde.
Blijdschap
hoe gelukkig en blij
mogen we zijn
dat we het leven
hebben gekregen.
en we op onze vader
mogen lijken
wij zijn zijn kinderen
wat mogen we daar
dankbaar voor zijn.
om deel te mogen nemen
aan dit kostbare leven.
ja we zijn blij en dankbaar
een deel van u te mogen zijn.
Vaak denk ik aan je
ja, vaak denk ik aan je
we hebben elkaar lief gehad
maar het mocht niet lang duren
de liefde verdween
uit ons hart voor elkaar
ja, we zijn allebei anders
en pasten niet echt bij elkaar
ik denk dat je het meeste
houdt van je eerste vrouw
waar je zulke prachtige
zonen van hebt gehad.
toch denk ik dat we vrienden blijven.
ik heb geen haat voor je.
je bent een lieve man.
ik hoop dat het goed met je gaat.
U bent mijn heer
u bent mijn heer
ik dank u dat u,
vader, mij zoveel vertelt
over de mooie tijd
die zal aanbreken
ik zal gelukkig zijn
met mijn man
en in veel huisgezinnen
zal het geluk komen
ja we mogen blij zijn
dat god ons nabij is
en hij het beste wil
voor zijn kinderen.
ik dank u, vader,
voor uw liefde.
Het creatief moment
ik ken de sprookjes in al
hun grimmige liefelijkheid
boterzachte emoties met
vaak een harde realiteit
dan beleef ik liever dromen
waarin ook onmogelijkheden
op een heel bijzondere
manier naar boven komen
in spannende complexiteit
geven techniek en krachten
uit de diepst menselijke lagen
hun onvermoede energieën prijs
wat nooit oplosbaar leek
blijkt met een ingenieuze vondst
het ei van columbus te zijn
alleen mijn naam staat er niet bij
naast euforie kruipt snel
deceptie dichterbij als bij het eerste
ochtendlicht ontdekkingen verdwijnen
door het ontbreken van logische lijnen
toch droom ik altijd met
een lach en lichtelijk verbaasd
om wat het creatief moment
zonder remmingen naar boven haalt
Het incident
Mijn ziel mijn hoofd
Die leugens geloofd
Ik stond op springen
Alleen voor de dood
Geen touw geen trein
Geen spoor te klein
Alleen een vonk
Die doofd de pijn
Te laat, het gaat
Ik beroof een daad
Wat niet verteld
Maar in kranten staat
Tis kwijt, ik heb spijt
Een gegeven feit
Dat ik niet winnen kan
Van deze strijd
Tis laat, het gaat
Ik beroof een daad
Wat niet meer een indicent is
Maar over het leven gaat
Uitzichtloos, de witte roos
Verwelkt en op de doos
Waar ik het niet meer weet
En voor altijd het einde koos
Een vorige tijd
ik hoorde
struiken praten
had eerst weinig
in de gaten maar
een vleugje wind
droeg hun woorden
hoorbaar dichterbij
keek spiedend
om mij heen naar
een andere bron
zag gefilterde zon
in het donkere groen
rook de vage geur
uit bewegen van toen
een vorige tijd die
seizoenen herspeelde
in het decor van heden
daarbij declamerend
van elkaar lerend
hoe te leven in de
menselijke maatschappij
ik bewoog
woorden stokten
praten was vergeten
een mager ruizelen
deed het zonlicht
verbleken in de stilte
van niet willen weten
De pastelletjes
de eerste kou
trekt langs je huid
met vocht
uit barre streken
de overgang
is groot van
zomerbloot naar een
wat herfstiger leven
het speelse is voorbij
maar toch liggen
de pastelletjes nog
lichtwarm te geuren
donker is wat
zwaarder op de hand
waar dagen korten
door lage zonnestand
de oogst is rijp
in warme kleuren
knusheid straalt uit
nog geopende deuren
Heer, onze Heer
Heer, onze Heer, hoe groot bent U
Verheven en machtig is Uw naam
Wij willen U loven, allen tezaam
Elke nieuwe dag ons gegeven, ook nu.
Wij verwonderen ons over de sterrenpracht
Ook over de maan die licht verspreidt
En die overal te zien is, wereldwijd
Tijdens de avond en de donkere nacht.
Onbegrijpelijk dat U naar ons omziet
En werkelijk aandacht aan ons schenkt
U die ook alles wat op aarde leeft denkt
Wij zien het, maar doorgronden het niet.
Heer, onze Heer, groot is Uw majesteit
En dat U toch ons in alles nabij wilt zijn
In vreugde, maar ook in verdriet en pijn
Uw naam zij geprezen tot in eeuwigheid.
(woorden uit Psalm 8)
De diepere lagen
in een voorzichtig
tasten naar vlakken
die raakten spraken
je vingers zich uit
wisten direct een
gevoelig contact te
maken met de diepere
lagen van mijn huid
traag pulserende
stromen werden gewekt
om op een hoger
niveau te existeren
je manueelde de
sprankelende melodie
van bevrijden met muziek
als mentaal begeleider
in die helende sfeer
voelde ik de warmte van
je lach zag je sprekende
ogen lief fluisterzacht
Het kindje Jezus
frederiekje was heel blij.
want morgen was het kerstfeest.
ze was heel blij met
de geboorte van jezus
het kerststalletje mocht
zij klaar zetten.
de koningen waren prachtig
en de herders heel lief.
maar ze vond het kindje
jezus het liefste
teder legde ze het in de kribbe.
ja, kerstfeest vond frederiekje
wel het mooiste.
de kerstboom vond ze
ook wel heel mooi.
maar het meeste moest ze naar
het kindje jezus kijken.
ze had al zoveel gehoord van hem
op zondagsschool.
daar heeft ze goed naar geluisterd.
en nu kon ze heel vaak
naar het kindje kijken.
en het maakte haar gelukkig.
De badcel
het was op een warme dag
en mijn vader wilde
een douche nemen.
daar had hij wel erge zin in.
de badcel was in de keuken.
gauw kleedde hij zich uit.
en ging onder de warme douche.
mijn moeder deed per ongeluk
het haakje op de douche
en ze ging boodschappen doen
mijn vader wilde na een tijdje
de douche uit.
en dat lukte niet.
het haakje zat erop.
hij riep naar mijn moeder.
maar die was boodschappen
aan het doen.
mijn vader was wel heel kwaad
en hij ging maar weer onder de douche.
na een tijdje kwam mamma thuis.
en ze bevrijdde mijn vader.
hij was wel heel erg boos op haar.
ik vond het wel heel grappig om te horen..