Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Apocalyptisch manifest
ik heb de tijden
erop na geslagen
het zal u niet
behagen maar
dit is alweer de
duizendste uitgave
van het veel te
vaak gepubliceerde
apocalyptisch manifest
ik ben gestopt
waar vissen kleine
plastic tranen huilen
in hun van afval
totaal vergeven zee
waar spiegels steeds
ondoorzichtige beelden
geven van vervuiling
door kleverig fijn stof
met roet beslagen
oppervlaktes wijzen
alle aanspraken af
op het zicht dat ons
ontnomen is en
nu verwordt tot
de ergste nachtmerrie
die de mens al is
overkomen in zijn dromen
Het koningspaar
de poppenkast
zit vast tussen
heden en verleden
nog spelen handen de
personages en vertolken
stemmen hun geluid
maar het jeugdig
tegenspel geeft
veel te vaak niet thuis
dan gaan de poppen
in herstel met grote
wasbeurt van de kleren
schuren en plamuren
een likje kleur
past dan wonderwel
het boek met teksten
is altijd leeg gebleven wel
zijn de datums bijgeschreven
wij voelden ons het
koningspaar in lachen en plezier
de woorden stroomden maar
Scheppingsgeluid
het gras
zingt groener
waar bloemen
kleuren orkestreren
in blauwe tonen
spant lucht
ruimte voor het
immens scheppingsgeluid
nog is de harmonie
onbestemd in
de veelheid van
gespeelde partituren
maar er is altijd
de dirigent die het
fenomeen lente kent en
naar een grootse finale brengt
Tandengeknars
ik heb de
poorten van de hel
open zien gaan
na een imposante
trap omlaag likten
vlammen vurige zuilen
ik had kabaal
verwacht geweeklaag
en tandengeknars
maar zag een
ordelijke rij langs
fonteinen flaneren
van heksen tot
minnestrelen en criminelen
moordenaars en ander gespuis
ik vroeg hen honderduit
het hoe en ook waarom
alles zonder zichtbare buit
zij moesten eeuwig
draaien om niet hun handen
aan de waarheid te branden
ik stond nog achteraan
ben niet door de poort gegaan
in het beteren van mijn leven
In zacht verwachten
ik deel
bloemen uit
de handen hebberig
door gratis buit
slechts een
enkeling ontvangt
de pracht in
zacht verwachten
zij openen en
bloeien samen
dit mooi moment
vol enthousiasme
zijn het koren
op de molen van
leven in de fleurigheid
van zon als onze bron
zij delen sfeer
genereren goede vibraties
laten ogen warm schitteren
in een dankbaar samen gebaar
Van vreemde origine
ik zag haar lopen
in de cape met bont
van vreemde origine
mijn verlangens
plaveiden het pad
dat zij nog had te gaan
plotseling stopte ze
draaide zich om
zonder gezicht
slechts de voering
verwaaide lichtjes
in excuserend gebaar
toch kende ik haar
had de voetstap gemeten
maar het gezicht vergeten
ze liep door
naar de gekozen verte
ik probeerde haar te bereiken
om tenminste eenmaal
in de diepte van haar
ogen te kunnen kijken
haar ziel te ervaren
en zo het leven in
zijn volheid te evenaren
Ontdooit de muziek
wij dansten het gras
groener dan het ooit was
spaarden margrietjes
met een ingehouden pas
wisten de lucht
strakker dan de hemel
totdat het eerste blauw
door de zon werd gekust
toen was het gedaan
met de rust en barstte
het leven los om alles in
te halen na hagel en vorst
lief ontdooit de muziek
in de vrije natuur na
maandenlang gekluisterd te
zijn aan de binnenhuispartituur
eindelijk weg van
de altijd beslagen ruiten
heerlijk naar buiten met zwaai
en groet de vrijheid tegemoet
De roodgouden waas
ik heb de
roodgouden waas
door succes van
het scherm gehaald
de prachtige boys en
girls die avondvullend
aanwezig waren
zijn ineens verdwenen
het grauwe blauw
van de gewone mens
wordt eindelijke de hype
een trend waarin jij jezelf bent
nergens meer op lijken
geen maniertjes en gebaren
of het nadoen van de
dansjes naar hun pijpen
de social media zijn
nooit begaan met beter leven
wel willen zij jouw aandacht en
het geld dat jij hebt uit te geven
Echoot in het water
ongrijpbaar was
de lach waarin ik het
eerste sprankje lente zag
een glinstering in oogcontact
de groet die kaatst
in spiegels van de ruiten
die buiten door het
eerste prille groen van
bomen raast de takken af
en dan op straat
licht echoot in het water
van de wallekant waar
ook de zon zich
glinsterend laat zien in de
nog wat frisse ochtenddauw
ik weet dat jij je nooit
laat vangen omdat je nergens
lang genoeg blijft hangen
want jij moet verder met
het openen van de dag omdat
ook voorjaar op de lente wacht
Vonkten in exegese
nog wist hij
zijn naam in het
stof van de tijd
profilerend te schrijven
zijn woorden
werden gezien
door fanaten gelezen
helaas niet altijd begrepen
onthechting had
het mes in logica
en syntaxis gezet het
verhaal in opbouw geplet
zijn referenties
werden xenofoob
de aardse samenhang
verroestte tot schroot
nog lang bleef
zijn lijfelijk verschijnen
een uiterst opzienbarende
en heftige gebeurtenis
de intense geladenheid
van zijn lichaamstaal
kon hij bij een groep
vertalers snel kwijt
zijn boodschappen
vonkten in exegese door
de heldere taal en ja wij
werden erdoor gegrepen allemaal
De fobische wind
in het verlopen
van golfjes herkenden
gevoelens het spreiden
van strak geleide emoties
naar een glad
oppervlak dat rust in zijn
spiegeling had waar niets
zomaar buiten zijn oevers trad
een diepe zucht
gaf eindelijk lucht
aan al tijdenlang steeds
weer oplopende spanningen
even vrij zijn zonder belaagd
te worden door de fobische wind
die in een niet te traceren
onrust altijd nieuwe golven vindt
Verstrooiing en vertier
het was stilte
die lachte als zij
even geen behoefte
aan woorden had
het waarom van deze
verstoring van rust
ontging haar en toch werd
zij dit bij zichzelf bewust
het steeds
sneller zoeken naar
verstrooiing en vertier
bleek de jagende motor hier
in het botsen met tijd
overspannen door emoties
heeft zij eindelijk de knopen
van haar bestaan ontward
als bezige bij kende zij
geen enkel vrij moment
zelfs als de tijd het haar gunde
in de stilte van haar lach
een uitnodiging tot rust
waarbij in fysiek ontspannen
ook eindelijk de geest wordt gesust
na een extreem drukke dag
Het mystieke licht
waar in de
verrijzenis
zindert nog
die grijze nis
waaruit hij ooit
is opgestaan
is de vlinder
in het witte
van de geest
vooruitgegaan
om daarna in alle
schoonheid op te gaan
schittert nu het
mystieke licht
van verschijnen
in het begeesteren
van mensen
met zijn kracht
ja zij zijn uitgezonden
hebben u en mij
gevonden in de
liefde voor elkaar
uiteindelijk is vrede
zijn en ons gebaar
Verrezen mensenkind
waar de witte vlinder
verstoord opvloog
van de grijze rots rollen
vrouwen de toegangssteen weg
openen zo de tombe
schonen de ligplaats
met witzachte doeken
voor zijn bijna laatste rust
zoeken in vertwijfeling
gebed en steun bij elkaar
zij weten zijn leven en
werk is nog lang niet klaar
sluiten het graf met
hoop en zwaar hart
in een moeilijk afscheid
van hem die ook om hen gaf
pas de volgende dag wordt
in ontzetting en schrik
maar met rondzingend bericht
de tombe geopend gevonden
hij was opgestaan
de witte vlinder achterna
en als nieuw verrezen
mensenkind de wereld ingegaan
Ernstige verhalen
ik zoek naar
ballen lintjes en
katjes van de takkenboom
in de lentekleurige
mand op de vensterbank
als speels centrum van pasen
met de kleine versierselen
uit voorgaande jaren die zo
hun eigen tradities bewaren
een schat aan herinnering
tussen eieren en paashazen
die altijd onze aandacht vragen
het is een feest met
mooie ernstige verhalen over
de verrijzenis van lichaam en geest
pas later krijgen katjes
groene blaadjes en spruiten
hun wortels wereldwijd uit
De tweespalt perceptie
je lach is primair
eerlijk en open maar
eindigt soms klein met
een niet transparante keuze
tussen puritein en licht venijn
daar waar
mogelijkheden verwaaien
en rechtuit fabuleuze
draaien neemt kent plezier
de geheimzinnige weg van
wel geweten maar niet gezegd
of waar obstakels
en stekels wegen markeren
die in eenmalig proberen
geen veiligheid gaven maar
wel nieuwe vragen naar
ultiemer genot en gevaar
jouw lach kent
de tweespalt perceptie
want in het reiken
zullen nieuwe grenzen
stringentere eisen stellen
aan heersende norm en moraal
Drie turven hoog
in voorzichtig
durven
plukte drie
turven hoog
de gele narcis
wat hij
niet wist
dat geel
de lente opent
die hij deelt
verrukt
dacht hij
bezit te claimen
keek groots
om zich heen
waar zon
zijn pagina
met geel had
vol geschreven
hoe leven
voorjaar speelt
De ware catharsis
de tonen van
kleur en geluid
veranderen langzaam
in het houten ornamentiek
van de eeuwenoude basiliek
waar zij vroeger in
absorberen de mensen
nederigheid leerden
weerkaatst nu het
felle licht van heden
het patina van eonen
heeft de gelovige zicht
gegeven op de te gane
wegen ter verkrijging van
vergeving door berouw
maar het persoonlijk
gebed staat in de kou
omdat grote groepen
emotievol proberen
samen te praten met hem
die symboliek is niet hol
maar gevuld met gevoelens
waarbij het stromen de ware
catharsis lijkt te zijn voor het
verwezenlijken van hun dromen
Ijdele hoop
wie zijn wij
dat we lopen
huis en haard
verlaten om in
elders een nieuwe
start te maken
eigen licht en
lucht pardoes
vaarwel te zeggen
sleutels weg te leggen
dat wat je bindt
zomaar los te laten
hopen dat de stenen
die je vindt passend
zijn om thuis te komen
in het nieuwe te
gaan wonen op
onbekend terrein
ogen neergeslagen
onder strakke blik
hebben ooit in
een veel warmere
ontvangst geloofd
dat bleek ijdele hoop
Tijdloze traaghreid
daar waar stilte
spanning trekt
ontbloot leegte in
tijdloze traagheid
zijn verschijnen
hun eenparig
bewegen schokt
de werkelijkheid
door het loslaten
van de leefbare basis
in kantelmomenten
verliest bestaan
zijn pijlers en worden
perspectieven van
hun toekomst ontdaan
wie stopt dit
apocalyptisch
zwarte gat dat in
de schepping geen
alternatief heeft gehad