Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Nivellerend
ik voelde hoe
de wind duwde
geleidelijk aan steeds
meer vat op ons kreeg
wat eerst nog
plaagstootjes waren
bleken ineens
heel serieuze gevaren
wij werden
voortgedreven met
intense kracht door een
massastroom vol macht
die nivellerend
zijn route koos
waarvoor leven het
hoofd deemoedig boog
ik zag materie in
het zwarte gat verdwijnen
weerspannig kraakte tijd maar
herinnerde zich eeuwigheid
Zacht samen zingen
ik heb
hun ogen gezien
sprekend passievol
en in vlaagjes verliefd
werd gefocust
door hun emoties
de rest van de gezichten
herinner ik me niet
lichaamstaal
completeerde
woorden en zinnen die in
blikken leken te beginnen
ieder had zijn verhaal
ik verstond zelfs de taal
heel diep van binnen
in een zacht samen zingen
het zal de melodie
zijn geweest die vele
tongen beroerden en ons naar
een zalig pinksteren voerden
Aflandig tij
de rots en jij
kameraden in status
bewegingloos en vrij
samen een eiland
in het woelige water
van aflandig tij
het was jouw plek
waar de wereld verging
terwijl jij droomde
jij kende het stromen
keek ook niet om
wist wat er zou komen
jullie contact
was een plastische relatie
gingen er samen voor
waren een baken
in zee waar ieder de
eenheid kende in twee
Naar de hemel
wij hebben de
afgoden achter ons
gelaten met hun blaten
en straffende hand
ooit hadden wij samen
de horizon als perspectief
wij volgden hun verre
blik die onfeilbaar alles wist
maar toen hoogmoed
ter discussie kwam
hooghartigheid het overnam
werd sektarisme ons regime
van persoonlijke vrijheid
was men niet gediend
brood werd met verdoemenis
en dood opgediend als godenspijs
wij hebben de prijs van
uitsluiting betaald en onze eigen
weg naar de hemel genomen
als die tenminste nog bestaat
Vrijheid op vleugels
jij waart
door gebieden
raakt aan vrijheden
met de status ongezien
of nog niet vertoond
waant jezelf los
van alles wat
met aarde bindt
alleen nog ik maar wij
zijn elkaar goed gezind
het zijn vreemde
transfers zo zonder materie
alleen de gedachte is
al snel genoeg om onopvallend
meteen ter plaatse te zijn
als een geur de wereld
voorbij in kleur niet
gebonden aan seizoenen
delen zonder bezitten
genieten van schoonheid opzij
mijn woorden beperken
jouw ervaren duiden op
bindingen die niet meer bestaan
maar mijn aards wijzen ziet
nieuwe vrijheid op vleugels gaan
Op zwart
het is voorbij
de schermen staan
overal op zwart
er is helemaal
geen leiding meer
ieder gaat apart
mensen zijn verdwaasd
ineens verstoken
van hun speeltjes
nog zijn er
enkele enclaves
die digitaaltjes vragen
zij schermen zich af
willen niets meer met
anderen te maken hebben
communiceren gaat
weer als vanouds met
ogen stem en lichaamstaal
er zijn geen
misverstanden in verbinden
alles doet onmenselijk zeer
er wordt niet
gegraaid want delen geeft
verantwoordelijkheid aan velen
ja ieder draagt
zijn steentje maar ook
eindelijk zijn talenten bij
kunnen wij alsnog een
nieuwe wereld bewonen door
de andere eens grondig te schonen
Het kirrend gelach
hun geroezemoes
heeft een toonsoort
dat het onze niet kent
onstuimig in tempo
gelardeerd met uithalen
in hoge tonen gesticulerend
het kirrend gelach
speelt met de ernst van
zaken doen zonder beklag
de massa is
organisch en ademt
de primaire levensgeur
de compassie is
verbonden aan boodschappen
en het even weg van thuis
ook zij onderhouden
netwerken in eigen
en vooral familie belang
houden hun benen gesloten
weten de mannen bedrogen
in hun orgasme van macht
Spiralen van zand
ik wist dat zij
zouden komen
kleine spiralen van zand
voelde ‘s morgens
de zon al prikken op
mijn gezicht en hand
ook het steels
verschieten van
de duinse schaduwkant
waar de alom
aanwezige gekko's
kartels stappen op de rand
nog hangt in de pittige
geur van olijven ui en
paprika een kip te garen
op het vuurtje dat
maar niet uit wilde gaan in de
discussie onder de volle maan
De zeewaterse kou
ik zag ze allemaal
passeren in condens
rond het stoffelijk element
hebben zij zich gedrapeerd
soms herkenbaar als mens
zij vormen naast elkaar de
grens tussen vochtig en blauw
waar luchtig transparant
de warmte laat schieten
tegen de zeewaterse kou
wordt dit toekomstig reizen
het verblijven in moleculen
waaruit je bent opgebouwd
eenmaal aangekomen word
je milieuvriendelijk geschouwd
het parkeren is gedaan
alleen de maan heeft nog
een eigen plek als stek waar
jongeliefden anoniem de
vorm kiezen die hen belieft
ik was verkeersagent
deze manier van verplaatsen
zal mij overbodig maken iedereen
gaat op zijn beurt zolang de zon
de lengte van je schaduw keurt
Zusters en witte jassen
ik wist de kamer
niet meer te vinden
hij was wit en blauw
van binnen met
zitje en raampartij
de geur was antiseptisch
gesproken woorden
kwamen langzaam terug
bedachtzaam afgewogen
zwaar van waarheid gedogen
ik was verdwaald tussen
zusters en witte jassen
die elkaar beglimlachten
op een professionele manier
maar waarom was ik hier
later bleek alles toch
opgelost te zijn
ik was niet met de auto
of per trein maar met
de lift naar de 12e etage
natuurlijk was ik
in de war ook chaos
volgde de sporen die ik
kruiste maar verhuizen was
zelfs voor mij een brug te ver
ik wilde van het strand
genieten zonder drukte
om me heen en kende
van vroeger het gebouw
met fantastisch uitzicht op zee
Hun hoge hoed
zij waren spelers
in dezelfde scene
het spel kenden
zij ondertussen wel
alleen de intonatie
en het stemgeluid
verraadden deze avond
de kwaliteit van hun huid
hun blikken
troffen niet elkaar
daarvoor waren zij al
veel te lang een paar
de ogen bespeelden
het publiek deelden
met hen leed en lief
maar toch met happy end
het venijn is de surprise
uit hun hoge hoed
helaas kende hij
het konijn al veel te goed
Zelfs als glimp
je zwarte hoed
was handelswaar
completeerde altijd
jouw outfit in
het openbaar
een bekend verschijnen
zelfs als glimp kon
jij nooit onopgemerkt
verdwijnen alleen al
je ogen waren gekend
de gouden handtas
en je dito nagellak
gaven stof aan een
karakteristiek in hun
kleine roddelcircuit
maar wie al jaren
op de set verkeerde
genoot juist van
jouw subtiele kracht
in zwart onaangetast
jij had de tijd
en roddelbladen
in je macht want zwart
domineerde alle kleur
op het blanco blad
Stilte
het was als vuur
wij voelden het
alleen de warmte
ging ons voorbij
er waren geen vlammen
wel ongekende emoties
niet op een rij maar
in chaotische werveling
waarbij de een
snel de ander verving
om gaten te vullen die
alles zouden verhullen
het was stilte die
joeg door ons bestaan
het steeds laten gaan
van niet te raken zaken
waar is de stop
die de strop van ons leven
weer lucht zal geven
in een vrij kunnen spreken
met het geluid van breken
zullen woorden open gaan
hun talen laten weten en
voelen we de warmte weer aan
Vals zonnemoment
zij greep
een donkere wolk
tijdens zijn vlucht
door de lucht
verijsde de druppels
hagelde ze wit uit
aan de zwarte kant
van de dreigende bui
nog scheurde
spanning zijn bliksem
langs kartelige randen
om in donder te aarden
zij lachte in een
vals zonnemoment
regenbogen dichterbij
kleurde zo dit schouwspel voor mij
Tweede klas
het was
tweede klas
maar meer kon
ik echt niet vragen
stralende ontvangst
met warme lach
bloemen fleurig
net geplukt in de kas
blijheid
recht uit het hart
dus weg met het
etiket tweede klas
het is iets
dat niet meer past
in de maatschappij
die wij dragen vandaag
een relikwie
uit rangen en standen
wij kiezen voor stranden
met all inclusief voorhanden
Gods hand
licht wolkte
speels tegen
een donkere hemel
vonkte af en toe
in het versterken
van elkaars intensiteit
in serene stilte volgden
kleuren het tijdloze
pad van komen en gaan
zonder een ons
bekend patroon bleef
de balans zuiver en schoon
ergens lichtte
volmaaktheid op maar
gods hand wuifde gewoon
Haat mystieke kant
in een valse
onweerszon
schittert de
monoliet zijn
boodschap tegen
donkere wolken
magistraal torent
hij hoog boven
het stille land
schaduw werpend
op haar warme
mystieke kant
zij voedt de
atmosferische
energieën diep in
het spanningsgebied
van het reflecterend
geestelijk verkeer
zij zijn onthecht
waren een eenheid
op interstellair niveau
toen de mens in
eerste genen langzaam
naar boven kroop
nu zijn het
artefacten uit
lang verleden tijden
waarin het eerste
leven voorzichtig met
de eeuwigheid vrijde
Omkijkend
wij vleugelen niet
verplaatsen ons al
ongehinderd in de geest
zeggen dat we dromen
praten vaak met anderen
die naar ons komen
omkijkend zien we
de lach die het nu ontspannen
lichaam vervult met kracht
wij lijken zorgenloos
de werelden te omspannen die in
ons deel van het universum hangen
nog is er niet het gevoel
van er helemaal bij te horen in
een antwoord dat ons zal bekoren
wij wachten af
zenden onze boodschappen
hopend op een vruchtbaar contact
Onuitgesproken jeugd
ik heb als kind
met zuchtjes wind
mijn leven al beschermd
waaide mee
in het driften van zand
langs een herfstig strand
verzamelde luwte
voor een poos als vorst
zijn snijden tot lijden koos
toch moest ik later
kleur bekennen om mijn
bescherming daarop in te stellen
ik harnaste een
onuitgesproken jeugd
waarin ik gezichtsloos loog
heb net uit colbert
pantalon en pet mijn
gevechtspak in elkaar gezet
ben maatschappelijk klaar voor
de ratrace van gelijk gezinden die bij
de start zichzelf al niet kunnen vinden
De creatieven
ik zag kleuren tunnelen
van een verre zon
zij spiraalde warmte van
waaruit het ooit begon
haar koestering
schreef tekens met
een vlagende wind in de
liedmelodie van een kind
vol verbazing
herkende ik refreinen
als op het lijf geschreven
werden zij al snel de mijne
in een vreemde taal
zong diep in mij de
energie het verhaal van
ontstaan en verdergaan
hoe leven altijd
probeerde te ontsnappen
uit het eeuwige circuleren
in een gesloten systeem
alleen de creatieven
wisten als dieven in de nacht
te ontkomen aan de dodelijk
inerte aantrekkingskracht