Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Lachjes krulden
geuren prikkelden
stemmen rumoerden
jij zat daar aan
het tafeltje in een
zee van stille rust
zacht kabbelden
woorden over het blad
sierlijke handen
ritueelden verbanden
van lief samen zijn
lachjes krulden
verborgen met
onuitgesproken plezier
in het uur zonder zorgen
door aangenaam vertier
plots vlaagde de wind
kwamen uniformen dichtbij
klonk er paniek in
luid geschreeuwde bevelen
sloop chaos ijskoud voorbij
in opluchting haalde
ieder zacht adem
keerde de stemming terug
maar de rust was gedaan
hoogste tijd om naar huis te gaan
Ludieke stappen
ik weet dat
jij geen rood
sprookje bent
maar het kapje
staat je zo goed
past heerlijk
op je olijke snoet
brengt de wild
piekende haren
weer tot bedaren
speels dans je
door het land met
de ludieke stappen
van het bijdehandje
dat straalt wie ze is
ook zonder prins
en het witte paard
heb jij je eigen slot
de ophaalbrug is
nog steeds niet kapot
De eerste leg
zij groende
met een lichte
zucht wat bomen
aan de horizon
in volle vlucht
narciste
groepen geel
met een handje
warme zon voor
zij het wisten
had in
het perk de
krokusbolletjes
al uitbundig
bloeiend bemerkt
waar zij pauzeerde
defileerden de
bonte vliegers
hun blijdschap over
haar vroege komst
de nesten af
en gereed voor
de eerste leg
nu lente officieel
haar jawoord zegt
Haar laatste vlucht
ik zag
je ogen gaan
jij wist nu al
waar jij de
grootste olijven uit
de boom zou slaan
jij kende haar
al een leven lang
haar hang was
altijd verder dan
de langste stok
zou kunnen reiken
het liefst verstopt
achter tak en blad
totdat de oogsters
kwamen en met
hun net en zak de
stilte overnamen
jij wist hoe
je moest raken
om de vrucht
heel te laten
en de boom geen
pijn te doen
helaas zwiepte
dit jaar geen geluk
want bij de grootste
vrucht brak ook je
langste stok in
haar laatste vlucht
Zal helledood zijn
steeds vaker
jaagt een
brandende wind
langs het steen
waar zij
vroeger polijstte
schuurt nu
de grove korrel
het fijne zand
is verdwenen in
duinen die al de
benen hebben genomen
hier brokkelt
alles af dat
zachter is dan rots
tot ruïnes van muren
die eens de
winden keerden
bescherming boden
aan de kleine oase
nog vegeteren de
laatste bomen tussen
overlevend struikgewas
rond de plas die er was
er komt geen water
uit de kurkdroge lucht
de verdorde woestijn zal
nu zeker helledood zijn
Entropische eindigheid
wij hadden het doek
breed opgezet en
stevig ingekleurd alsof
de materialen nooit
op zouden kunnen raken
met joyeuze gebaren
en veel spektakel was
leven vorm gegeven
het zorgeloze bleek ons
gegund tot het omslagpunt
toen openbaarden feiten
het diepe moeras waarvan
gas de grootste leugen was
het bestaan een begaan
met redden van het vege lijf
wij hebben het schilderij
niet af kunnen maken
de structuren begonnen
al stinkend te ontbinden in
het bijzijn van onze kinderen
het doek kon schuld
en boete niet meer dragen
kleuren vervaagden en
vormen verloren stabiliteit
in hun entropische eindigheid
Vooral heel klein
ik speel
als choreograaf
met de wereld
om mij heen
de bühne wordt
wat intiemer
het publiek komt
ademloos dichterbij
wij hebben
niet zoveel meer
om te overbruggen
met gebogen ruggen
wij knikken al
instemmend als
de woorden nog
niet uitgesproken zijn
onze golflengte
in de wereld
wordt identieker
en vooral heel klein
Een paradijs voor mij
waar zij
ook ging
ze had oog voor
het kleinste ding
zag details in
vorm en kleur
die harmonieerden
met hun geur
al in de verte
zagen zij haar
komen als de prinses
uit hun dromen
de knopjes
werden gedraaid
als haar flits hun
uitspansel raakte
zij wilden
met hun blik alle
groei energie van
de schepping vragen
dan bloeien en
vruchtgeven
tot in een lange
reeks van jaren
zou er dan toch
een hemel zijn
met een herfst
vol rijke oogsten
in haar ogen
lag de belofte
zij kwam voorbij
een paradijs voor mij
Brouwerij van stilte
ik heb stilte gezien
zij kwamen mij
begroeten uit
hoeken waar zelden
geluid is geweest voor
een klein intiemfeest
zag een gerucht
naast een zucht
van verlichting
wat galm bij echo
fluisters met elkaar
acteren altijd raar
een heerlijke
ontmoeting die geen
opzien deed baren
samen genoten werd
onder het nuttigen van
luchtige decibelletjes
zonder wanklank
heb ik afscheid genomen
van deze lichte kakafonie
die zonder veel ophef
nog heel veel leven in de
brouwerij van stilte brengt
Grijs contrast
momenten
kleurden stilte
in een grijs contrast
het was niet
jouw geluid dat
van die donkere bas
jij opponeerde
meer in het licht
en muzikaal segment
harmonie
verstrooiend en
door iedereen gekend
geen diepte en
toch even rakend
warmte achterlatend
die vluchtigheid is nu
voorbij jouw contouren
geven niets meer prijs
Spiritueel de aarde heelt
haar kleuren
spelen altijd piano
in de symfonie
op het doek
zelfs in zwart wit
voelen akkoorden
de woorden die zij
spreekt op het linnen
diep van binnen
straalt het sterrenstof
dat zij penseelt en zo
spiritueel de aarde heelt
nog is de schepping
niet voorbij als bijna alle
paradijzen zijn verdwenen
zij woont er heel dichtbij
Dat zonmoment
zij was geen
kolibrie of bij
maar haar
sfeervolle plaatje
overweldigde mij
vingers die
voorzichtig het
hart opende waar
daglicht zacht
naar binnen ging
op dat zonmoment
spiegelde de bloem
zijn bloei in
specifieke kleur
aan het firmament
dat beelden zond
langs nanodraden
naar een ver heelal
waar ook vingers
waren van jouw hand
in de keuzemodus
ervaarden zij een
nacht waar licht
gevangen was
in een zwart gat
Dierenleed
de zon heeft
al heel vroeg
lente geschenen
kleurde aardse
eerstelingen van
pril naar groen
bloemde bladeren
uit de voorjaarsknop
naar schoonheid ten top
maar heeft ook de
natuur verstoring
op zijn geweten
in de volgorde is de
klad gekomen dieren
hebben te weinig eten
te vroeg ontwaken
uit de winterslaap maakt
nog geen voedsel klaar
alleen van tragen zullen
de jongen nog klagen over
het aangedane dierenleed
Majorana's
ik voel
hoe jij de keuzes
groter maakt
waardoor de ene
in de schaduw
van de ander staat
stabiel in
samen komen
met grote dromen
over het sturend
energetisch vermogen
sneller dan licht
het is niet
ons gezicht maar
wel de aan en uitknop
van hersendelen
die zich eindelijk
niet meer vervelen
met majorana's
in deeltjes en golfjes
kiest het sprookje
dat nanosnel geleid
in een flits zijn
goddelijkheid bewijst
Stille wonderen
ik heb
stille wonderen
in je ogen gezien
het panoramisch
voorbij trekken van
eindeloze toendra's
in de kleuren oker
bruin en geel bleven lege
zielen van woestijnen heel
het majestueuze dak
van werelds grootste
bergmassief in contrastheroïek
de zwartblauwe
atmosferische dood die
ruimte ziet in oneindig gebied
samen zijn we opgestaan
hebben de kusten verlaten
die we na het nirwana zijn opgegaan
Etste juist contrast
ik golfde
op warm en licht
had mega zicht
met mijn ogen dicht
in zacht pulseren
opende en sloot
ik mijn interieur het
exterieur donkerde kleur
er was geen afzet
wel een incorporeren
het heerlijke verbinden
waar mensen van leren
licht getinte bleek
een regelrechte hype
door waarheid en tijd
raakten velen dat kwijt
kleur donkeren
etste juist contrast
maakte kenbaar dat
het echt om mensen gaf
Paradijselijke bogen
gewichtloos
tussen waken
en slapen
wist jouw lach
nog net even
de hemel te raken
krulden
je lippen in
paradijselijke
bogen die
sensueel iets
fijntjes beloofden
oogwimpers
trilden op de
slag van je hart
konen kleurden
jouw jeugdige teint
lichtroze zacht
ik kende de
vele dimensies
die wij moesten
gaan maar jij had
dat al eerder op eigen
gelegenheid gedaan
Driftig en kordaat
je stappen
klinken helemaal
verkeerd alsof
de muren hun echo's
hadden afgeleerd
waar driftig en
kordaat kaatsen in
een temperamentvol lied
verwelkomend de stenen
jouw zachte rakingsymfonie
jij streelt hun
bestaan met je warme
aanwezigheid je ogen
blikken langs vandaag naar
het jarenlange dienstbaar zijn
waar kleuren
onherkenbaar leken
straalt in jouw nabijheid
de straat weer als de vrolijke
lappendeken van toentertijd
lang heeft gezelligheid
geen tijd meer gekend maar
jouw glimlach opent deuren
die buiten zijn ontwend
ik zie je gaan de
armzwaai weerspiegelt
in het laatste raam
jouw heldere lichtinval
vergezelt je echt overal
Vogel verschrikkend
ik heb nooit
om durven kijken
projecteerde in
slechte tijden
vrolijk zijn om
blij van te worden
in al die tijd
hoefde ik
niet te weten
wat ik van mezelf
en anderen heel
snel wilde vergeten
nooit heb ik
erbij stil gestaan
zag bij mijn
voeten ruïnes
langsgaan van het
gebeuren die dag
nu moest
ik wel kijken
naar alle lijken die
vogel verschrikkend
hun saaie leven
op dodenakkers slijten
zag gemiste kansen
het verkwanselen van
mogelijkheden door
ambitiegebrek de angst
om te leven en
daarmee jezelf te geven
ben gevlucht
happend naar
frissere lucht heb
mezelf bezworen nooit
meer te luisteren naar
koren met depri muziek
Goddelijk in het zijn
er was geen strijd
we hadden doodeenvoudig
geen tijd om met elkaar
te redetwisten het kisten
verbranden of begraven
nam alle energie
zonder colonne
zijn we begonnen
het was geen virus
in overdraagbaarheid
regenererende cellen waren
ineens hun drivers kwijt
niet op lokaal niveau
maar globaliserend strekte
de pandemie zich uit
code overleven werd gegeven
maar er was geen beginnen aan
binnen 48 uur was het gedaan
nog draaien diensten
op de automatische piloot
maar de menselijke ziel
is dood en het verval
overwoekert door entropie
de restanten cultuur al overal
ooit zal in een zichzelf
zuiverende natuur schoonheid
weer naar volmaaktheid neigen
leven eindelijk de echte
bezieling krijgen van het
predicaat goddelijk in het zijn