Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De wereld van hiernaast
jij was geen droom
ik voelde je hand
warm en droog
zag je vingers
sierlijk en lang
zoekend niet bang
zij vroegen
in openen contact
de huid nodigde zacht uit
maar jij
wilde niet op
mijn netvlies verschijnen
ik wist de klik van
voor eeuwig verbonden
lijf en gezicht ongeschonden
tot jij verdween
in de wereld van hiernaast
je hand zwaaiend zonder haast
Liefde als taal
ik probeer de talen
te verstaan van allen
die hier langs zijn gegaan
met hoop en vertrouwen
hebben zij hun gebed
in fluisterende stilte gezegd
pilaren aangeraakt
met warme handen
hun wensen kenbaar gemaakt
de stenen zijn hard
maar glanzen zacht in dialoog
met duizenden kaarsen
zij kennen de ogen
in donkere gezichten die
vol verwachting even oplichten
de klanken emotioneel
maar in hun gebeden aan god
is liefde als taal universeel
Het kind in mij en het vrouw zijn
Het kind in mij is nog niet verdwenen
het zit nog te diep
het vrouw zijn is nog te ver weg
ik zou het graag van iemand willen lenen
Het kind in mij is nog nooit weggeweest
het is er steeds gebleven
vrouw zijn, ik weet niet hoe dat moet
ik ken het niet in dit huidig leven
Het kind in mij, wou nooit weggaan
ik heb me er steeds tegen verzet
het vrouw in mij bleef altijd achter
want ik wou het niet
iets waar niet moest worden op gelet
Het kind in mij is er nog altijd
ik kan het niet uit mijn leven schrappen
nooit heb ik vrouw willen worden
maar ik kon mijn lichaam niet tegenhouden
ik ben vrouw, maar tegelijkertijd een kind
Pappa en ik
jij leeft van de wind
danst door de schepping
als paradijselijk kind
bloeit naar het licht
open en gaaf
met kleur op je gezicht
vangt met stralende ogen
zijn warmte die koestert
in een liefdevol omarmen
zon door de ramen
intens gelukkig de mantra
pappa en ik eindelijk samen
In vaag mineur
de lijnen
in je gezicht
laten je leven lezen
de tijd
heeft ze niet getekend
wel jouw boek gevuld
met jaren
waarvan de letters
plezierig zijn gekruld
of korte hoofdstukken
die vaak eindigen
in vaag mineur
naast periodieken
vol daadkracht
zonder oeverloos gezeur
je ogen schrijven
weinig meer
de inkt lijkt bijna op
maar als je lacht
spreken jouw lijnen
nog steeds hun warme kracht
Die lichtvoetig dansen
sprookjes lijken alleen nog
te leven in oudere geesten terwijl
de decors hetzelfde zijn gebleven
donkere delen van het bos
hoog struikgewas met open plek
het vijvertje met oevers mos
sterren en een volle maan
fee en elven die lichtvoetig dansen
de droomprins op het witte paard
maar de kinderen zijn los gegaan
in stemmen die relaties kwekken
met vrienden uit hun digitale sfeer
nooit hebben zij natuur geëigend
beloftes van de zwarte grond gevoeld
verhalen van de wind gehoord
de kaders zijn verschraald
door gebrek aan referenties
hun fantasie is in de kiem gesmoord
In een verloren glans
ik heb nog potten verf staan
maar de penselen zijn bejaard
stoffig kaal en afgesleten
kunnen zij geen vorm meer geven
aan mijn voorgenomen ideaal
waar vroeger met joyeuze zwier
en snelle streken op het linnen
creaties kwamen en weer gingen
uit een licht en speels palet
schuif ik nu met mes wat dikke lijnen
mijn kleuren donkeren
bewegen in een vaag ballet
houterig zijn de figuren neergezet
in een verloren glans
vermoeid door deze laatste kans
het vonkt niet meer
in traagheid die
toch nog respect afdwingt
een lieve lach licht warm op
terug is de eenvoud van het kind
De techno beat van idolen
ik heb stappen ondernomen
die in het vervolg
de kleur en stijl gaan bepalen
van mijn bestaan en dromen
waar verlangen
de hemel altijd heeft gesierd
en in hoop muziek was te horen
zal nu uitbundig feest worden gevierd
niet op de laag bij de grondse manier
waar het aardse zichzelf verliest
in boertige grollen en grappen maar
waar het hoofse cultuur en beschaving verkiest
eindelijk zal nippen
het eeuwige zuipen bedwingen
gedekte tafels zullen verfijnd het diner
bezingen dat keurig wordt uitgeserveerd
dansen op strijk van violen
is anders dan de techno beat van idolen
converseren een luchtig tijd passeren
van welopgevoede dames en heren
wij zullen ervoor moeten waken
niet in de valkuil van exclusiviteit te geraken
in het scheiden van gewoontes en geesten
is creativiteit altijd een stiefkind gebleven
Een verre stilte
ik zag je ogen
neergeslagen
je had van die dagen
dat je onbereikbaar was
waarop zelfs
je lach
een verre stilte
in zich had
toch keerde jij
je nooit
van ons af
omdat je om ons gaf
dan was er weer
het raken
in steeds opnieuw
contacten maken
het ontdekken
van je eigen plekken
in samen gaan
voor een gelukkig bestaan
De blazer van het glas
nee ik was niet
de blazer van het glas
dat jouw kwetsbaarheid omhulde
jij vulde al een ganse stad
met tal van heilige huisjes
vaak gaf ik in betreden
al mijn signalen af maar
de luiken gingen regelmatig
naar beneden in de antwoorden
die jij altijd in voorraad had
toch is nog onverwacht
je onbereikbaarheid gebroken
we hebben de scherven geraapt
van het pad dat was gekozen
onwennig maar de ruimte doet ons hopen
Schatkamers vol zonden
verguld is de schijn
van tekening en schilderij
in schatkamers vol zonden
in museaal vergapen
laat men de botten kraken
als de heerser dat gebiedt
nog spat het bloed
van galg en rad waar
koppen rollen zonder gat
gekochte moordenaars
lappen rechten aan hun laars
op een slagveld zonder eer
de koning doet het weer
maakt niet uit in welk jaar
geen haan kraait ooit voor tribunaal
Een handje zwart
ik wilde weg uit grijs
ben met wit begonnen
maar verdwaalde in het licht
heb wat schaduw genomen
om de grote vlakken
met structuren in te tomen
met een handje zwart
ben ik gaan contrasteren
heb belangrijke accenten gezet
scherp is nu de toekomst uitgelijnd
tussen zwart en wit leeft heden
langzaam grijzend tot verleden
Gevoel
Ken je dat gevoel?
Dat gevoel wat je niet zo makkelijk kan beschrijven?
Gewoon dat je even weg bent van de wereld,
weg van wie jij eigenlijk bent?
Niet wetende wat je allemaal aan het doen bent?
En de dingen die je doet, gaan niet helemaal hoe het moet?
Je hoofd zit te vol en slaat daarvan op hol!
School, liefde, thuis, alles is wel een probleem.
Maakt niet uit waar je bent, hoe je bent,
er is altijd wel wat, kijk maar om je heen.
Dat gevoel van waarom voel ik me zo?
Ik heb het goed, er zijn genoeg mensen die willen ruilen!
Maar in plaats van zo denken lig je te huilen?
Tranen die lopen over je wangen,
en hoofdpijn van het druk maken om niks
en je rot voelen om dat gevoel?
Lachen.. dat is je masker.
Die bijna niemand ziet
Je kleine probleempjes waar je tegen aan loopt opkroppen
tot dat je vol zit.. en weer opnieuw begint.
Waarom? Waarom? Voel ik me zo?
Die vraag herhaalt zich elke keer maar weer.
En elke keer kan je die vraag maar niet zelf beantwoorden.
Zijn lichtend gezicht
heb de wolken zien kleuren
tot een buiig geheel
de frontale wind zette hen
het mes op de keel
de zomer school
achter sluiers met regen
frivool doken nog vogels
de omslag hield ze niet tegen
het zwart is verwaaid
tot het rafelige wit
zij geven oplossend de zon
weer zijn lichtend gezicht
Dat nog geen vleugels had
als kleuren vervelen
vormen niet meer spelen
ligt chaos op de loer
dan volgen lijnen niet
hun natuurlijke baan
schieten uit in grillig gaan
vlakken contrasteren
gaan vloeken in het
samen uitproberen
een vonk ontbreekt
de magie is zoek
inspiratieloos het doek
en toch beweegt
er iets in het klad dat
nog geen vleugels had
in een mystieke zucht
heb ik het schilderij voltooid
het is kunst van nu of nooit
Zindert de evolutie
is leegte te vullen
zoals het wad menselijke
sporen kan verhullen met een
krachtig hart in eb en vloed
een meeuwenveer
met sterke pen beschrijft
de strijd zonder grenzen
op het slagveld van het leven
dat altijd winnaar is
van eten en gegeten worden
cirkels haken in en sluiten met
op ieder niveau andere gebruiken
tussen zand zee en lucht
zindert de evolutie
hoog daarboven de meeuw op
zijn vlucht door de schijnbare leegte
Onder handbereik
de hemel
onder handbereik
met een eeuwigheid te gaan
het mocht niet zo zijn
het glas is gebroken
de glans lijkt vervlogen
maar aan de voet
doet nieuwe aarde het goed
weer zal alles groeien
wel ander kleuren bloeien
en het groen is wat rijper
spiegel me dit leven maar blijvend
De namaakheroïek
het vlammend zwaard
staat roestend
naast de open haard
het vuur van
sagen en legenden is gedoofd
door de dagelijkse tv-ellende
de namaakheroïek
van de massa media
verkent in plastic zijn gebied
verdwenen zijn
de heksen op de waag
sprookjes spelen niet de baas
het schermpje regisseert
jouw leven want jij bestaat alleen
als je nu een like kunt geven
Het aardse slijk
het is de slang
die ik moet volgen
maar veel liever mijd
zij glijdt
in onmogelijke bochten
door het aardse slijk
de wrede ogen
maken geen onderscheid
zij bijt altijd
het gif van hebzucht
is genadeloos
in een levenslange strijd
zij bood mij
de appel aan
symboliek voor macht
hoogmoed heeft
de eerste hap gedaan
het paradijs verkwanseld voor wat slijk
Maar je ogen spraken
zag je schrik
toen ik je raakte
mijn vinger in de jouwe haakte
een licht verweer
en toen niet meer
maar je ogen spraken
in luchtigheid
zijn we gaan lopen
herinneringen kwamen boven
de angst voor het geluid
het kraken van de trap
zond die signalen voor zich uit
de klink deed open
waar je gedachten sloten
wachtend op wat moest
tranen zijn verdwenen
kou en kilte zijn verschenen
in afweer van intimiteit
vandaag heb jij je hand geopend
je eindelijk weer laten zien
samen naar meer licht misschien