Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Bang van tijd..
Alles lijkt zo snel veranderd, de deuren slaan dicht.
alles wordt verduisterd, ik zoek naar het licht.
opgesloten in een kleine hoek.
de tijden vliegen voorbij.
van klein naar groot, van verdrietig naar blij.
de jaren, maanden, dagen,
het is niet meer normaal dat alles zo snel gaat.
mensen komen en gaan.
sta eens stil en kijk naar het tijd.
doe nog wat je wil.
anders krijg je misschien spijt.
Een verslaving
het leven ijlt
door hoge koorts
onzin over dagen
hectiek lijkt
de goede diagnose
genezing een tijdelijke pose
het blijkt een verslaving
aan het bestaan op het
scherpst van de snede te zijn
een ander volgen
maar als de messen snijden
voel jij alleen de pijnen
geen medicatie
en uitbehandeld zijn
tot de adapter faalt
en jij je echte vrienden
indien nog mogelijk
weer uit de mottenballen haalt
't leven
wanneer alles eens tegenslaat.
is het best dat je met vrienden praat.
het gevoel vanbinnen is heel rot, maakt je ongelukkig en kapot.
niet alles is even perfect, of is hoe het hoort te zijn.
maar mensen lijden onder verdriet, haat en pijn.
maar hou je hoofd hoog en je komt erboven.
je moet niet alles wat er gezegd wordt geloven.
mensen breken elkaar graag stuk..
anderen hebben problemen, anderen geluk.
als iedereen nu gelijk zou zijn.
weg met al die verdriet haat en pijn.
dan pas zou de wereld perfect zijn.
slechte mensen laten ze vrij lopen,
die een misdaad hebben gedaan.
en onschuldige mensen mogen in de rechtbank gaan staan.
zelf op school worden kinderen gepest.
er wordt niets aan gedaan. tot ze zelfmoord begaan.
dan gaan mensen hun ogen pas open waarom dit zo heeft moeten lopen.
wees gewoon jezelf en oprecht en strijd tegen dat soort zaken,
dat is waar ik voor vecht!
Zoekend naar balans
ik wil weer
de wereld spelen
zonder touwtjes en structuur
de eenvoud
van het spel beleven
zonder mens en duur
niet om te ontdekken
geheimen bloot te leggen
maar met ontspannen lach
voel me weer kind
in het zien van lijnen waarin
gedachten lijken te verdwijnen
in wat handen creëren
links of rechts om proberen
zoekend naar balans
ik word geroepen
tot de orde van de dag
weer kind zijn is iets dat niet mag
Gepeins en overleg
nooit heeft het mij
aan tijd ontbroken
wat ik vandaag niet uit
kon spoken ging naar morgen
er was geen race
tegen de klok
maar wat moest
werd ad hoc opgehoest
nu korten uren hun minuten
met gepeins en overleg
de tienden van seconden
zijn al verder van mijn bed
het razendsnelle kaatsen
over een reclamestunt
is vervangen door de koffie
met een chocoladepunt
bestaan lijkt zijn
hectiek en snelheid kwijt
of nemen wij nu eindelijk
voor het echte leven alle tijd
In niemandsland
nog nooit
ben ik beland
in niemandsland
de aarde is vergeven
van heersers over leven
de grond al eeuwen verdeeld
er is geen ding
dat zonder eigenaar is
gemeenschappelijk bezit een fictie
wij leven in archaïsche structuren van
grenzen en consumptiemaatschappij
mondialer denken komt sporadisch dichterbij
het is de overlevering
van wapens en geweld die
alles over macht en geld vertelt
kan de mens ook vreedzaam existeren
of gaan wij totale uitroeiing riskeren
hoeveel generaties kunnen dat nog leren
Het mes er in gezet
er waren takjes
die niet wilden groeien
bloemen die wel knopten
maar niet gingen bloeien
ondanks zijn trotse stam
kreeg de bast veel te verdragen
liep kwetsuren op die
levenslange tekeningen gaven
hij heeft de pijn gedragen
in het steeds hoger schragen
van de hemel en bewaken
van zijn eigen veilige plek
eindelijk het mes er in gezet
in loslaten is de boom geschoond
waar oud zeer en zorgen verdwenen
zijn de nieuwe knoppen al verschenen
Het zijn paradijzen
ik wandel
door sprookjes met
een lach op mijn mond
kijk ernstig bij
legenden en sagen omdat zij
een kern van waarheid dragen
word licht
in het hoofd als
mystiek aan komt zweven
geniet van zinnen
waarin deze sferen
zo goed worden beschreven
het zijn paradijzen
voor letters en woorden
die al generaties mochten bekoren
In perspectief
ik ben de schepper niet
als ik de golven zie in
perspectief met hoge luchten
en mijn kleinheid
me doet vluchten
met zand in mijn hand
als verbondenheid
met strand aarde en
het uitgestrekte groene land
het donkere blauw
van eenzaamheid en stilte
mij trekt naar het verre heelal
waar het woord verstomt
licht gevangen zit in gaten
van geïmplodeerde materie
nog ken ik de reden niet
of schep ik toch naast god
mijn eigen klein persoonlijk gebied
Een mystiek akkoord
ik weet van hun bestaan
heb de invloed ondergaan
geen luchtige herinneringen
die eonen lang rondzingen
begin de talen te begrijpen
zij rijpen door intenser
mee te kijken naar de
fundamenten van hun leven
mythen sagen en legenden
tillen in een mystiek akkoord
de dagelijkse dingen uit
boven het gesproken woord
eindelijk kan ik de levens ginds
eens rustig vergelijken
met de maatschappij van nu
technologie is maar een schrale winst
Nog heb jij het mes
penselen zijn geknakt
de verf is verhard
in het linnen zit de rot
maar je geeft niet op
nog heb jij het mes
waarmee je ongerechtigheden
weg gaat schuiven
lijnen naar jouw zin kan buigen
met een licht palet
heb je het donkeren stilgezet
om de werkelijkheid
weer leefbaar te maken
de strop is van je nek
je kunt nu ademhalen
geld en goed is al vergeven maar
jij bepaalt de vrijheid in je leven
Exposeert zich
in lange dagen zomeren
danst zon het ballet zonder
schaduw op een zinderende einder
kleuren herfsten
in warme barokke volheid
op het grote meestersdoek
ijle tonen winteren
als kristallen rinkelen in
de felle kou van het hoge blauw
alleen lente is uniek
zij creëert het eerste pril en groen
exposeert zich in ons hele doen
zo zet de schepping
kunst in jaargetijden om
ook wij draaien om onszelf en de zon
Het plezier in je leven
je gezicht
wordt steeds spitser
de toon bitser
en de lijnen dieper
rond je mond
waar is het zachte
gebleven dat jou altijd
warm heeft omgeven
de lach die in antwoord
liefde verwacht
de tijd is omgevlogen
het werk is gedaan
toch zijn er nog tal
van bijzondere zaken
om vol voor te gaan
maar het plezier
in je leven kan
een ander je niet geven
pak jezelf eens goed aan
dat wordt je nieuwe baan
Het pad
nog weet ik de weg
zie aan bomen waar
de zon is opgekomen
heb drijfzand ontweken
heel verleidelijk maar
de gevaren niet vergeten
net als kleine lichtjes
die soms de richting wijzen
gelukkig kon ik ze ontwijken
ik voel mij niet alleen
het hele bos staat om me heen
alleen het pad dat er nog was is weg
Stukjes eeuwigheid
ik heb keien gezien
op de paden die
mijn leven kruisten
imposante brokken rots
van basalt of graniet
in hun schaduw was je er niet
zocht onopvallende stenen
met een handzaam gewicht
bij toeval rakend belicht
kleur en vorm bepaalden
of ik ze zou rapen om mijn
bestaan completer te maken
zij spraken de talen van plaats en tijd
door hen mocht ik delen
in schepping en stukjes eeuwigheid
Mijn gezicht is een masker
ik ben niet vaak verlegen,
ik ben niet vaak stil.
maar als het even tegenzit,
is praten het laatste wat ik wil.
mijn gezicht is een masker, waar ik achter schuil.
waarmee ik mijn droevige gezicht
weer voor een vrolijke ruil.
soms moet ik mijn gevoelens wel uiten,
lukt het me niet om ze af te sluiten.
maar ik ben liever op mezelf.
al vind ik dat niet fijn,
maar als het even tegen zit
wil ik liever alleen zijn.
In een nevelige horizon
ik heb kou en regen
aan de zee meegegeven
in een nevelige horizon
kwamen zij elkaar tegen
waar het grijs
langzaam klaarde
golven weer hun
eigen kleur vergaarden
en lichte plekken
op het harde zand
het strand een bijna
zomers aanzien gaven
alles bloeide open
als in een metamorfose
toen zon de wolken brak
en ons het paradijs terug gaf
In vleugjes tocht
het raam is donker
maar de deur staat aan
in vleugjes tocht laat
het huis zijn adem gaan
vertelt in geur
de kleur van bewoners
in een subtiel onderscheid
geeft zij hun geheimen prijs
het ongewassen raam
oogt weinig openheid en orde
de deurmat is versleten
door generaties voetenvegen
toch bel ik aan
laat het verleden staan
het zo bekende rammelend geluid
brengt mij na twintig jaar weer thuis
Oprijzend uit de hofvijver
wanneer gaat het
weer sneeuwen
op het lange voorhout
zal het schreeuwen
van meeuwen verdwijnen
in de wit neerdalende rust
waar mensen gestaag
schuifelend voorwaarts bewegen
omdat de trams het hebben begeven
langs kade en muur
oprijzend uit de hofvijver waar
het bestuur zijn laatste uur torent
komt die winter er nog
na verhitte debatten over de uitstoot
of blijft het zomeren tot onze dood
Brekend glas
ik zag je huilen
in je slaap hoorde vaag
wat brekend glas
maar je wist van niks
ondanks de sporen op
je nog vermoeid gezicht
wel vertelde je wat later
van de scherven en
de pijn die je voelde
jij bent geen prater
maar in je woorden
kon ik het bezeren horen
we zijn naar buiten gegaan
tussen de bloemen zag ik je lach
de spiegels heb ik weggedaan