Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het leven als een bloem
Als een bloem zo is het leven
't begin is teer en klein
De een die bloeit uitbundig
de ander geurt heel fijn
Sommige bloemen blijven lang
weer anderen blijven even
Vraag niet bij welke bloem je hoort
dat is 't geheim van het leven
Liefde en restanten kerk
ik heb mijn beelden neergezet
maatschappelijk en als ouder
gehouwd in jaren werk
met liefde en restanten kerk
zij staan nog als een huis
gerestaureerd in goed herinneren
maar ik ben niet meer thuis
in die sculpturen van de kinderen
er is een tweede leven
in een snelle tijd die alle
vroegere belemmeringen met
reële argumenten bestrijdt
wij kijken samen terug
op het kruispunt van los laten
zij zijn in bestaan vooruit gegaan
maar mijn beelden zijn daar blijven staan
Warmte van omhelzen
een pleintje met
twee winkelstraten
een man die zong
de strooien hoed
en mensen die zich
aan hem vergaapten
geen sjofel type
maar een geschoolde stem
zong over haar en hem
gebroken door een scheiding
diep sneed zijn pijn
in een klassieke timing
de melodie met
liefdevolle nostalgie
tekst uit zijn verleden
het leek alsof
mijn vaders handen zo
op mijn schouders gleden
ineens kwamen de tranen
terwijl applaus weerkaatste
voelde ik zijn armen
in een knuffel om me heen
de warmte van omhelzen
toch was ik moederziel alleen
Leerde hem spelen
zij gaf hem vleugels
maar hij wist niet
hoe hij vliegen moest
leerde hem spelen
het winnen zat
te diep in zijn bloed
zij zijn de jaren aangegaan
hebben al die tijd
water bij de wijn gedaan
het smaakt niet meer
er is geen enkele veer
die zij nog kunnen laten
zonder zichzelf kapot te maken
er is geen groei in hun bestaan
hun korte bloei was al gedaan
Stiltes worden niet gehoord
soms kan ik
de wereld niet meer raken
die anderen met
eigen beelden maken
hun werkelijkheid
vol met emoties
die als los zand langzaam
door mijn vingers glijdt
geen enkele affiniteit
om toe te treden tot het spel
dat in hun ogen leven heet
maar het verleden snel vergeet
de diepgang is verdwenen
stiltes worden niet gehoord
zij genieten de momenten
hun ego's kennen geen akkoord
De verering
ik heb het weggewuifd
met een nonchalant gebaar
alle aanzien macht en roem
door de schouders ervoor
op te halen wilde ik de prijs
voor die publiciteit niet betalen
geen schijnwerpers
op mijn bestaan die bepalen
hoe ik wel en niet moet leven
ben anoniem gebleven
zie minzaam de verering aan
van mezelf onder een andere naam
In een handomdraai
de wereld
in een handomdraai
een huis wat geld
kunnen kiezen ja dat telt
maar keuzes
maken hebberig
je zoekt de grenzen op
van wat er mogelijk is
soms krijg je een tik
word je op de plaats gezet
beseft met scha en schande dat
niet alles voor jou is weggelegd
leef in zaken
die je waar kunt maken
met plezier en perspectief
heb een ander als jezelf lief
Een stralend verschijnen
ik zag je glad
maar voelde
hoe het leven zijn
lijnen geëtst had
in jouw oppervlak
geen levensloop
in krullenletters
gegraveerd
maar dieper en
door pijn bezeerd
transparantie
miste daar het
fonkelend licht
door tijd en zorgen
voor altijd gewist
toch glans jij
weer in een
stralend verschijnen
niets heeft jouw
optimisme doen verdwijnen
Handenvol zomer
heb handenvol zomer geplukt
uit bloemen die in het wild
hun kleur wilden bekennen
onstuimig vitaal
bloeiden zij dwars door elkaar
hun knoppen op zoek naar de zon
wat ongeordend leek
bleek een proces waarbij ieder
op de juiste plaats in bloei werd gezet
ook hier in dit onbekend paradijs
geeft natuur zijn schepping
en schitterend geheim zomaar prijs
Weidt schaduw uit
onder donker loof
weidt schaduw uit
over rust en stilte
woorden lossen op
in verwaaid geluid
van een verre kerkklok
over het trillend land
komen de boerinnen
manden aan de hand
kleden zijn gelegd
het maal bereid na
danken voor de spijs
zo biedt de boer
de lange zomerdag het hoofd
eten en siësta onder donker loof
Zij laten zich vermaken
een zaal die
nog weerbarstig lacht
en wacht met warm applaus
ik het enig lichtpunt
in het zwart die met
klam zweet de sof afwacht
ik knip de wilde haren weg
breek zacht met wat ik zeg
hun weerspannig ik
tot zij met honger blik
alles uit mijn handen eten
hun eigen egootjes vergeten
ik herder weer en hoed
de kudde met mijn schapen
de laatste rij zit al te vozen of te slapen
Een blanco papiertje
weer hoor ik
de klokken slaan
zie lege uren passeren
het a-viertje blijft onaangedaan
heb koppen gesneld
in luttele seconden
leeuwen geveld als held
uit de romeinse catacomben
heilige oorlogen gevoerd
op kruistocht geweest
ridders en graal laten verdwijnen
in schisma's de zon weer doen schijnen
ik was cerberus die aan
de styx de stilte van minuten wist
eonen zijn voorbijgegaan en de vooruitgang
heb ik op een blanco papiertje staan
Als het stiller wordt
soms lijk je
even vergeten
in de ruis van het leven
maar als het
stiller wordt
laat jij je weer weten
in de hoge lach van
een onzichtbaar kind
spelend met de wind
op zonverlichte stukjes bos
waar stof in schaduw danst
boven het warme mos
in rust kom jij nader
vult aan wat haast gestolen heeft
en zorgt dat ik weer voluit leef
Het leven is soms moeilijk
Het leven is soms zo ingewikkeld.
Je moet al zoveel beslissingen maken.
Voor je het weet heb je een deel van je leven verpest
door een vriendschap die ineens stopt
of doordat je naar een andere school moet.
Het leven zit niet altijd mee,
dat heb ik zelf ook al gemerkt nu ik pas in de 1e zit.
Je moet niet overal zo bij na denken en gewoon doen wat je zelf wil
en wat je zelf leuk en goed vindt.
Volg je hart en je gevoel, dan komt het allemaal goed.
Je moet niet bang zijn om een nieuwe start te maken als het niet lekker gaat.
Soms moet je gewoon dingen achter je laten en er niet meer bij nadenken.
Volg niet mensen die je niet mag of die je niet zien staan,
maar kies echte vrienden.
Ga ook niet overal bij nadenken wat anderen ervan zouden vinden,
want grote kans dat je het mis hebt.
Maak gewoon wat van je leven en denk niet teveel na bij stomme dingen.
Denk gewoon als er iets stoms gebeurt: Ja, dit vind ik niet leuk,
maar ik moet verder, dus ik laat het maar achter me liggen
en begin morgen weer aan een hele leuke dag,
ik geniet van elke dag bij elk ding dat ik doe in het leven.
Het schuifelt voort
waar is de moed gebleven
om je als mens
onder de mensen te begeven
het schuifelt voort
zonder op of om te kijken
loerend naar het schermpje gelijken
zelden vang ik nog een blik
van kijk mij eens aan
ik zie jou en hier ben ik
samen zon en warmte delen
in lichaamstaal de tekens spreken
van blij zijn met elkaar
in raken herinneringen maken
die de dag van dagen scheidt
door het ontmoeten van uniciteit
De misstap
ik heb me altijd
op het hellend vlak begeven
waar het niet kon
liet ik mijn dromen leven
de wegen waren
duidelijk en recht
in een maatschappelijk
gaan van weinig woorden
omdat het zo hoorde
sloeg bij mij niet aan
leven kent geen stilstand in
het bereiken van de overkant
naar boven of beneden
ik moest bewegen
het liefst de ladder op
de misstap was mijn strop
Gebroken schaduw
mag ik
voor even
naar binnen gaan
dank u
en de deur
laat ik wel aan
rust om
in de spiegel te kijken
voor een dagelijks vergelijken
de lach om
het goede naast
twijfel over kwaad
plots knapt het glas
in gebroken schaduw
verschijnt de ster die ik was
Een vleugje thermiek
ik heb je vleugels gezien
in een hemels blauwe vlucht
tegen de wit koude lucht
met randjes rood
gaf jij je bloot
na het moeizame ontwaken
waarin jij eerst
het gewiekte stel warm
en luchtwaardig moest maken
een eerste stijgen
om in de opkomende zon
al een vleugje thermiek te krijgen
ik zag je gaan
de ultieme vrijheid tegemoet
blij dwarrelend in de ochtendgloed
De schaduw van je rug
lang is leven
in lieflijke zachtheid
bij me gebleven
maar soms ontbreken
er momenten in fragmenten
die ik niet volgen kan
je zwaaide en draaide
in de schaduw van je rug
kwamen mijn tranen
het was geen afscheid
slechts een groet dat gebaar
maakte mij intens bedroefd
als ik de stralende intensiteit
van kind en jeugd ontmoet
is ingetogenheid mijn groet
maar mijn toegenegen aai
zit vol onzekerheid en angst
over de morgen van dit land
ik wil rust om dit alles
in een herbeleven nog
mijn stukje warmte mee te geven
Knap oud
zij jaagt
op wrakhout en
ik ben de klos
knoestig
en knap oud
verweerde kop
de sleet zit
stevig in botten
en gewrichten
zij jut
en struint al
van huis uit
ik spoelde aan
op onbekende kust
ben nu haar buit