Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De hogere sferen
ik heb je lach
geboren zien worden in
een adembenemend moment
de kleine krul
waarop ik surfde groeide uit
tot hoog bruisend schuim
dat mij overdonderend
meesleurde toen jouw intens
plezier aanstekelijk oversloeg
ik ben geland maar
met voeten op los zand
om het nog eens te proberen
omdat jij zo lief
bleef stralen wilde ik
ook de hogere sferen halen
Een boulevardje aan zee
de zon in je ogen
wind door je haar
toevalligerwijs keken
wij gelijk naar elkaar
nog was liefde
niet in zicht maar
je hand streek per
ongeluk langs mijn gezicht
we droomden de avond
op een boulevardje aan zee
flaneerden langs ruiten
de maan namen we mee
alleen wij twee
op het warme zand
speels zongen golven
hun komen aan land
duinen getuigden
ons zijn met elkaar
een verlate vlinder
begroette ons als paar
Goudgele cirkels
ik schreef mijn lied
met het schuim der golven
op de wereldzee
stormde woorden
in de goudgele cirkels
van onafzienbare graanvelden
goot in staccato
het donderend refrein in
tomeloze zinnen die waterval zijn
ik vertel je dit open
toch dicht ik de muziek op papier
huil mijn intiemste emoties hier
Het blonde geluid
ik zag zon
twinkelen in je haar
hoorde het blonde
geluid van de lente
keek je aan
in je ogen klonk
de omfloerste melodie
van ik wil met je gaan
jij pakte mijn hand
op de muziek
van golven liepen
wij langs het strand
waar meeuwen zeilden
op ijle tonen verwijlden
en wind in wit tegen blauw
ik hou van jou dirigeerde
Lente zonder verval
wij hebben
de bloemen geplukt
die hun kelken verwelkten
anderen in knop
vertraagden door
zaad en vruchten te maken
we gingen voor zomer
in schoonheid voor al
eeuwige lente zonder verval
maar kleuren vervaagden
toen de knoppen verdwenen
en het bladgroen bevroor
onze weide bleef zwart na
ontdooien want zonder zaad
kan geen bloem zich ontplooien
We verkenden stilte
je wist dat je
geroepen was
de lach in je ogen
antwoordde zacht
je stem
nog quasi nonchalant
sprak luchtig maar ik
voelde het trillen van je hand
je lichaamstaal
meegaander dan ik dacht
we pasten wonderwel
de eerste keer dat ik je zag
we verkenden stilte
uit verleden tijd
behoedzaam rakend in
jeugdige nieuwsgierigheid
deelden herinnering in blikken
die wisten waar het echt over ging
we zijn naar morgen gaan kijken
om voor altijd bij elkaar te blijven
Donkerden je ogen
ik heb je kussen
nooit willen blussen
deed water bij de wijn
maar jouw chaos
bleef een festijn
vaak donkerden je ogen
terwijl de zon volop scheen
samen voelde we de pijn
van het existentiële alleen
jij kon nergens heen
onbereikbaar in
een wereld die bruiste
tot de bui overtrok
plezier triomfeerde en
wij voorzichtigheid leerden
tussen dalen en bergen
weeft zich ons leven
de kleuren gescheiden
om het vloeken te mijden
in chaos en pijn wil ik bij je zijn
Het getekende schrift
ik voel
de lijnen van letters
geschreven op je huid
tekens van leven
liefde en verdriet
negeren kan ik ze niet
maar als
in je ogen de
glimlach weer komt
verzacht het
getekende schrift
rond je mond
dan dwalen
je handen niet
doelloos meer rond
maar onderschrijven
beeldend je woorden
met kunstzinnige gloed
Zag je oogopslag
de stilte
kwam hard aan
de muziek
was uitgedaan
een zachte stem
vroeg ons om
weg te gaan
buiten
keek ik je aan
jouw hand
al in de mijne
nog onbeslist
wist ik de richting
van ons gaan
wij draalden
de nacht was zacht
een afscheid hier
bepaalde waar en
hoe het morgen was
ik zag je oogopslag
wachtte op je lach
Je bent het belangrijkste in mijn leven
jou wil ik niet verliezen
ik behoor je helemaal toe
bij jou voel ik me blij en gelukkig
ik ben zo blij dat jij
in mijn leven bent gekomen
veel mensen doen pijn
en kunnen mij kwetsen
maar bij jou vind ik enkel liefde.
met jou beklim ik de hoogste berg
samen zijn we gelukkig
en kunnen nooit meer zonder elkaar.
onze zielen zijn helemaal één
als jij er niet bent mis ik je heel erg
lieveling van jou hou ik het meeste.
voor altijd blijven we bij elkaar.
liefste!
De vonkenregen
je smeult
kringelt rook
in speelse vormen
ik blaas zacht
jouw vuur iets aan
je knispert en vonkt rood
ontvlamt daarna
in feller branden
schroeit bijna mijn handen
weer laai je op
tussen grijze as
verdrijft de koude nacht
nog is de vonkenregen
in je ogen niet geblust
als je lach mij plagend kust
Zacht zingt het bloed
heb geluid buitengesloten
ben alleen met mijn domen
zacht zingt het bloed
met pulserende stromen
in warme melodie
vloeit ontspanning
tot in de verste delen
om blokkades te helen
jij regisseert al lang zonder
te spelen beeld en decor
ook licht en muziek
komen uit jouw harmonie
maar ben ik dan de marionet
waarbij jij aan de touwtjes trekt
of leg ik in een droommonoloog
mijn ziel en zaligheid aan jou bloot
Handjeklap
ik heb lang met
je vingers gespeeld
tot ik in
je hand kon lezen
dat je deze
weg wilde geven
nooit heb ik
goed beseft
dat alleen handjeklap
het echte leven was
Je lach bloeit bloemen
jij zwaait kleuren
warmt mijn hart
waar regen al valt
wolken hun grijs
donkeren in zwart
want je lach
bloeit bloemen
wild van het veld
nog gehuld in zon
voordat wind ze velt
maar ogen verschrikken
in het flitsende licht
we tellen seconden
donderen samen
tot de volgende schicht
verbazend dichtbij
schokt de hemel
voor even in razernij
in de verte komt blauw
nu is de bui snel voorbij
Zij
zij was niet compact
in tijd en ruimte
krioelde haar leven
sprong van hak op
de tak om toch daar
richting aan te geven
comprimeerde gevoel
in lach en ogen
geëngageerd en bewogen
regen zon en wind
gaven haar de ultieme
onschuld van een kind
zij lichtte op in verschijnen
luchtig en vluchtig maar
ieder nam haar als de zijne
allen raakten begeesterd
door haar spirit en kracht
straalden delend haar pracht
ik lach tijdens het schrijven
weet dat ik altijd bij jou
zal blijven want zij dat ben jij
Wat rafelige trouw
ik zag
je vlucht omhoog
maar kon jou niet bereiken
zwaaide schreeuwde
voelde mij verlaten
zonder vriend en troost
jij doorleefde
mijn bestaan liet mij gaan
als ik dat nodig vond
sprong in de bres
als ik mijn slechte keuzes
weer met ruzie had beslecht
maar samen knopten wij
bloeiden volop lente
ook in de bitterste kou
jij wist mijn
onvoorwaardelijke liefde
en soms wat rafelige trouw
ik houd van jou
in ons bestaan was jij
meer dan mijn eigen naam
Zie zonnestraalde
ik heb je
ooit ontmoet
na een stille groet
een lach
die zonnestraalde
door het bos
verlichtte toen
jouw plekje
op het mos
we luisterden
naar het ruisen
van de wind
tot mijn hand
de eerste liefde
in de jouwe vond
wij dwaalden af
naar hogere sferen
zonder horizon
in het wederkeren
beseften wij terdege
dat dit het echte leven was
In licht en wind
ik droom
je gedachten
en lieve lach
zij wiegen
speels als een kind
in licht en wind
als een handvol
ballonnen kleuren
zij liefde en passie
zonder
opgelaten te zijn
vieren zij vrijheid
nemen de ruimte
die wij hen geven
in samen leven
ik volg hun vlucht
zucht verliefd als ik
zie dat jij naast mij rust
Tot leven alles weet
ik zag je lach
had nooit
gedacht dat ik
jou levenslang
zou volgen
nog tracht ik
het raadsel
op te lossen
van je ogen
in de blik
die ik ving
bij het ontmoeten
de hand en kus
stukjes hemel
vol verliefde rust
toch is de idylle
niet compleet
want huis en haard
zijn nog verscholen
tot leven alles weet
Edelstenen
je speelt
met edelstenen
waarvan de
vonken uit
je ogen schieten
jouw huid
de passie kleurt
waarmee het
licht van buiten
wordt gebroken
je ziel
de kristallen
koestert die
in schoonheid uit
de hemel zijn gevallen