Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Een armvol appaus
ik voelde
je warmte
zag de kleur
van je aandacht
hoorde je naam
in passeren
kruiste je blik
wist dat mijn
leven de wending
zou nemen met
jou als middelpunt
van mijn bestaan
je lach
had al jouw
talenten op
ingenieuze
wijze verpakt
jij was de
begroeting in
ontmoeten met
ogen die spraken
om zo liefde in
woorden nog
intenser te maken
jij regisseerde
terwijl ik in
onbevangenheid
jongleerde
met kracht
en vitaliteit
open en sloot
de gordijnen
pimpte scenes
die leden onder
het schmieren
zonder verhaal
we hebben de
rollen verdeeld
aan elkaars
touwtjes
getrokken
vaak zonder
brokken het
breekpunt nabij
de grote tournees
zijn voorbij er rest
een armvol applaus
voor jou en voor mij
Wereldje
ik heb je
wereldje zien spelen
met armen en benen
gestuurd door een
onmetelijk groot hart
waar je nog
handen tekort
kwam vulde de
blik in je ogen met
warme liefde het gat
nooit heb jij
iets opgegeven
want leven was voor
jou geloof en hoop met
als basis goedertrouw
met meest bijzondere
aan jou was je lach
die je niet zomaar gaf
die iedere prestatie met het
goud van erkenning voorzag
Van god los
ik zag
je lach reiken
voorbij enige
gelijkenis
een blik die
nog intenser
het eindeloos
onbereikbaar zag
jouw lichaam
kende al stukjes
verrijzenis uit het
dagelijkse bestaan
jij dwaalde
in het bi- polaire
van het vagevuur
in zigzag gaan
jij zo hemels aards
in het streven
naar volmaaktheid
even van god los
Jouw stem
ik begrijp nu
waarom jouw stem
mij zo boeit
het geluid zorgt voor
een hormoontje dat
in mijn bloedbaan stoeit
waardoor mijn
knuffeldrang groeit
na iedere circulatie
ik in consternatie
heel verlegen word door
dit opmerkelijk gevoel
pas als je lach
zijn warme ziel strelende
klaters laat horen
breekt de ivoren toren
waarin ik mij verschanst
heb tot de laatste dans
De modegril
je bent al
langs geweest in
zachte lentegeuren
het was een feest
de kleur
alleen al van
herinnering in
een nieuw begin
nog zonder
contrasten omdat
er nog niets
echt bij paste
speels en pril
wolkte de modegril
verleidelijk langs
mijn zintuigen
die al lang
aangaven te willen
verhuizen uit de
stoffige winterpluizen
Warmhartig weten
zij was bekend
door de glimpjes
uit haar ogen
stukjes licht die
hun boodschap
nooit logen
er was altijd
verbazing over
het speciale moment
verwondering
door beiden
ogenblikkelijk erkend
pas later kwam
de lach die magie
altijd bij zich had
in het warmhartig
weten dat wij elkaar
nooit zullen vergeten
Dromen poetsen
ik mis ogen
en een warme lach
je hand die ik
altijd lezen mag
er is nu stilte
maar te weinig vaart
weerwoorden zijn
snibbig en schaars
in de rolverdeling
kennen we de paden
en gewoontes tot ze
ons weer gaan vervelen
wereld zit op slot
de nieuwe spelers
lopen nog met oude
borden voor de kop
de regisseur trekt
zich de haren uit het
hoofd hem is ooit een
goede baan beloofd
ik ga weer dromen
poetsen en ze nieuwe
kansen geven misschien
brengt dat ze weer tot leven
Repeterende liefde
we dachten
de mozaïek van het
leven te hebben gelegd
jij met magie
en een stralende lach
ik creatief in kracht
wij moduleerden
heerlijke kleuren
repeterende liefde was hot
op vloeren en muren
onze kunst kende alleen
adembenemende uren
oefenden geen puzzels
maar verbonden wat
zichtbaar node werd gemist
plakken en voegen
deden wij met pure
liefde als ultiem genoegen
toch heeft het marmeren
bad ons nooit de conceptie
van volmaaktheid gebracht
Omfloerste ogen
ik kende
die blik
zacht dook ik
in je donker
omfloerste ogen
in een ijdel pogen
thuis te komen
het mocht niet
baten in de duik
bleef ik haken
aan een fel
dispuut om
meteen danig van
de wijs te raken
juist het
bekende voelde
als gewenst
drempelloos pakte
ik onschuld in
natuur gekleed met
licht eigen gewin
heb mijn rug
gerecht ben niet
afgedropen
jij hebt mij op
de plaats gezet
ben slechts een huis
en niet jouw thuis
Vliedende vloed
zij laat warmte
druppelen uit
lange artistieke
vingers waarmee
ze ultieme kunst
doet floreren
niet zomaar
proberen en god
zegen de greep
maar met
schoonheid al
aardig op dreef
zie hoe
ijzige aandacht
smelt en agressie
verwatert waar
stroompjes elkaar
meanderend raken
nog is er geen
vliedende vloed
maar het doet
goed in verbinden
waar eenzaam ijs
water kan vinden
je lach is
het warme bad
waarin kunst
ook zijn kans
heeft gekregen
om even te leven
Jouw tweede huid
ik voelde nog vaag
jouw tweede huid
in tedere omhelzing
zacht rode lippen
kusten ingetogen
schermend blauw
met het eindeloos
repeterende nabeeld
ik houd van jou
woordloos koos
verliefd het
manuele spreken
waarbij het scherm
voorkwam dat wij ons
al snel verveelden
zelfs in de meest
subtiele lichaamstaal
waren wij nooit klaar
met afscheid in
zicht werd liefde door
stilte overweldigend belicht
Het hoopje plezier
zacht bijna
onhoorbaar
zweefden je
woorden langs
haar lach
die in het
vertolken van
klinkers het
grootste
genoegen had
waar ademen
nog de melodie
bepaalde
begonnen
gebaren het
ritme te steunen
van een nog
lang niet helder
uitgebalanceerde
lichaamstaal
lief is het
hoopje plezier
dat zingt
met haar ogen
dwingt tot
close harmony
omdat zij
totaal in de
ban van jouw
stem is geraakt
Zonder levenspijn
je streelde
het blond
gaf een lach
aan hun mond
ving de
blikken van
al die ikken
in de dop
jij speelde
verdeelde
heerste zonder
dissonant
want in hun
vertrouwen op
jou was geen angst
die benauwde
ieder gaf
open en lief
wie hij was
wat zij deed
of had zonder
enig vergelijk
omdat samen
verschillen vergat
idyllisch
de sfeer die
er was zij gaven
zoveel meer in
deze magische
momenten van
intens samenzijn
zonder levenspijn
Uit liefdes onbekende
ik zag
hoe je lach
jouw wimpers
ondeugend krulden
rook de vleugjes
parfum die
je aangename
verschijning omhulden
je stem zong
in eigen melodie
het lied waarin tonen
samen verkenden
zonder woorden
raakten snaren
de diepste emoties
uit liefdes onbekende
ik kwam in de ban
van jouw magische
krachten waar hemel
op ons lag te wachten
In hoger sferen
wij speelden
het spel van de
ogen die wangetjes
in pure onschuld
liefjes doen blozen
van aanhalen
zonder te raken en er
dan een ingewikkeld
patroon van maken dat
naar meer gaat smaken
wij verloren de tijd
vergaten de wereld
om in hoger sferen
wat steeds niet lukte
opnieuw te proberen
samen op zoek
naar wat ons
ongezien intrigeerde
voelbaar de spanning
beheerste die ons bond
zacht zijn we geland
in een werkelijkheid
die verwarde tot
jouw lach ons weer
alle ruimte van leven gaf
S poorslags
je klopte
in mij schat
ik wist zeker
dat jij het was
al die jaren
heb ik op jouw
spiritualiteit gepast
als onwetend fantast
lijnen uitgegooid
naar vreemd en
onbekend in sprookjes
en lieve dromerijen
het kwam wel
dichterbij een hand
op je zij maar
nooit het echte vrijen
totdat mijn blik
uit een carrousel van
mooie momenten
jouw magie onderkende
spoorslags zijn wij
vertrokken van het stoffige
station om ook in de toekomst
nergens meer te stoppen
De oase
zij was in
wankelmoedigheid
tussen vage werelden
geboren met een stukje
scheppingsgeluk in
het diepst van haar hart
de gouden glans
tintelde af en toe
door in het aura
bij haar verschijnen
met vibratie warmte en
onnaspeurbare effecten
pas later bleek
dat haar talenten
oplossingen straalden
voor momenten die
geen perspectief meer
gaven voor gewone zaken
zonder winstbejag
voorzag zij mensen
van voorspoed als zij
het door onverwachte
stapeling van pech het
voor even slechter hadden
haar lach is altijd
de oase geweest in de
hitte van steeds groter
wordende woestijnen
geef haar maar de ruimte
laat haar geluk anoniem betijen
In vallende vloed
wij wisselden
schaduw en licht
in doen en laten
een tweeling
jij en ik
jouw lach
sprankelde hoger
mijn tonen klonken
vaak lager in
samen praten
de uiterlijkheden
waren niet congruent
zij een heerlijke griet
en ik tenslotte
ach een aardige vent
maar in ons
liefdesland was het
zelden hand in hand
altijd lokte zee en onder
geweldige wolken de verte
nog weerkaatst
in het grijsblauw
van je ogen stilte
die golven en zand in
vallende vloed gedogen
Sluitstuk
met wind
in de rug
liepen wij sneller
omdat aarde
meer helde
werden onze
inspanningen
steeds feller
we lachten
om kleinigheden
in onze filosofie
bedachten dat
alles in oorzaak
en gevolg ook
actie en reactie
als sluitstuk had
zwaai en lach
niemand heeft
dat ooit bedacht
en toch zijn er dan
energiestromen
die elkaar kruizen
in steeds opnieuw
warm verhuizen
Lieftallig
als lopen
lieftallig
bewegen wordt
breekt zon
door de wolken
om met de lach
op aarde
een dialoog
aan te gaan
als toeschouwer
of volger ben
ik blij zo dichtbij
dit geweldig
wondertje te
staan dat uit
niets geboren
toch alles van
de schepping wist
zij zwaaide
toen ik in diep
bewonderen
haar zonnig
silhouet in alle
elegantie zag
staan en haar
vol verbazing
bijna liet gaan