Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het stilte carnaval
jij hebt mij
meegenomen naar
het stilte carnaval
dat ooit zal komen
met zijn duizend en
nog meer dromen
vol warmte en plezier
ingepakt staat het nu hier
de thema's zijn
nog actueel de
kleur en glans
schitteren als nieuw
en in een zacht
resoneren voel je
dat ze ieder hun eigen
energie genereren
in de optocht
zullen ook gaten
vallen waar gezichten
altijd hun lach lieten zien
daar is nu de herinnering
aan zoveel jaren samen
met hun namen in de
pronkstukken neergezet
Een volmaakt geheel
ik heb jouw
oogstrelende
kleuren al gezien
ja die zonder
pigmenten in
een eerste glans
van nano en energie
uit nieuwe elementen
zij spelen met
en in de atmosfeer
zoals ook wij delen
in en deel zijn aan
onze leefomgeving
sprankelen zij in
harmonie met een
totaal andere biosfeer
in ons nieuwe samen
zijn identiteiten gelijk
maar in verbinden
vullen zij elkaar aan
en versterken tal van
nieuw gegenereerde
krachten uit het
toekomstig perspectief
ik heb u lief
zoals ik van mezelf houd
is de nieuwe context
die de maatschappij
als cement gebruikt
om te lijmen wat
vroeger nooit paste
tot een volmaakt geheel
Winterse stramheid
zacht kleuren
de jaren die ik
In je ogen zie
de diepte van je lach
een huid vol
seizoenen waar
zomer nog bloeit en
oogst naar volrijp groeit
geen spoor van
winterse stramheid
van leden door kou
en gladheid van heden
je straalt een
vrolijk sportieve
ambiance die nog tot in
de late uurtjes kan dansen
klaar voor een echte
winter dit keer waarin
we schaatsen zonder eerst
een wak van 1,5 m te maken
Nachtvorst
ik heb jouw
zwaaien begroet
met een extra klop
van mijn hart en
opgewonden warm bloed
alsof je lach
de loper uitrolde
waarop wij als
jong stel holden en
later liefjes dolden
jij waaierde
energie naar
alle kanten uit
met een surplus dat
iedereen deed dansen
tot het gras
zachtjes kraakte
omdat nachtvorst
de sprieten van een
een laagje ijs voorzagen
en wij toch
warm vermoeid
onze koude voeten
snel het nog smeulend
vuur lieten opzoeken
Lente bermen
ik dacht de
juiste weg voor
jou te weten
breed opgezet
met lente bermen
bemeten die
snelheid door
kleur en schoonheid
doen vergeten
in een rustig
zoeven op lands
wegen gingen
wij op pad
de bestemming
bleef nog een
zwart gat we zien
wel hoever de wereld
in ons plaatje past
op de bonnefooi
zijn wij gestrand
aan de rand van
bewoond gebied
natuurlijk was er
niets geen mens
te zien benzine op
geen kost en
zonder onderdak
wij wilden zien
waar het schip
zou stranden met
niets om handen
dan het stuur
de verstanden op
nul in een wereld
vol chaos beladen
met flauwe kul
Ongekend geluk
vaak kwasten
penselen randjes
verf tot eenmalig
ongekend geluk
waar verf onopzettelijk
pigmenten raakt
die altijd al contact
hebben gemeden
die nu onbekende
kleuren laten zien in
een onvoorspeld
schitterend vermengen
dat zijn de kleine
wondertjes die zich
op het witte doek in
alle stilte manifesteren
er zijn geen
tweede keren waarop
dit lukken gaat het
deja-vu is al volmaakt
Zonder blad
het strak
buiten beton
zag grijswitte tinten
wind striemde
iele bomen
zonder blad
in de beweging
van het graf de
seizoenen voorbij
jij had je al
gehuld in de nog
volle herfstkleur
rijpte in een
eerst zoetig
fermenteren
jij blikte mijn
entree ik ging als
een kind blij mee
mocht ik dan
toch het eerste
stapje proberen
aan die zacht
warme hand heb ik
mijn leven verpand
Ritme en klank
jij kende
door het strijken
van handen de
meegaandheid van
letters en woorden
naar alle standen
soms waren ze
tegendraads en
werd hun plaats
ter discussie gesteld
door de rest van
de aanwezige tekst
dan zat jij met
de handen in
het haar omdat
vaak het ritme en
de klank zo goed
pasten bij elkaar
chaos in alfabet
en syntaxis
vrijheid lachte toch
doken zij in haar handen
waar het gezicht van
het gedicht op hen wachtte
Frêle tonen
we bewogen
op aangeven
door wimpers
van je ogen
in het ritme
van geneuriede
mantra's in het
spel van stemmen
ineens was
daar de eerste
vocaal in
alle helderheid
gedurfd in
onderscheid en
sprankelend
kwetsbaar zijn
frêle tonen
voegden inhoud
aan de muzikale
omlijsting toe
in verbinding
klaarden akkoorden
de melodie
tot stem concert
zij zongen
stilte weg met
teksten uit de
diepste overpeinzingen
Op zonnewind
wij zijn
onverhoeds het
luchtruim ingedoken
met gedachten als
vleugels en ogen al
de horizon voorbij
eindelijk totaal vrij
alleen de lach
legt beslag op de
koers die wij
willen aanhouden
in de chaos die
ruimte ons biedt met
als baken ga en geniet
vervluchtigd
driften wij langs
stelsels en sterrenhopen
liggen lui op zonnewind
naar rode reuzen te
kijken zonder iets van
deze implosies te begrijpen
het was met
de rust gedaan toen
wij naar de zwarte gaten
zijn gegaan waar
antimaterie ons het
bestaan spiegelt nadat
dit leven is geklaard
De kuddegeest
nog lacht zij
maar het stralende
heeft iets van zijn
twinkelingen verloren
alsof er geen nieuwe
meer worden geboren
toch flitst
energie en humor
in ogen die op een
feilloze en jarenlange
communicatie kunnen
bogen zelfs ongezien
wel sluiert er
vermoeidheid in
contacten doet
alertheid een paar
stappen terug in het
flitsend attaqueren
waar afstand
al een vaste setting
heeft opgeëist en
associëren niet meer
alle vrijheid krijgt sluiten
harten hun spontaniteit
zijn ontmoetingen
geënsceneerd gebonden
aan beperkende regels
vrijheid wordt niet meer
geleerd als de kuddegeest
het denken overheerst
Een sprekend gezicht
kinderhandjes
spelen met licht
tekenen uit
schaduwen een
sprekend gezicht
ogen gefascineerd
door het vingerspel
in klein bewegen
schrijft motoriek het
eerste coördinatie lied
een mantra
vol tevredenheid
in het tijdloze
moment van leren
en weer proberen
dan breekt de lach
alle concentratie in
het zorgenvrij gebied
er is geen plaats
voor consternatie
als vingertjes
langzaam gaan
ontspannen zal het
geleerde hopelijk nog een
leven lang blijven hangen
In status nascendi
ik ken
je dialoog
de tussen hupjes
voordat jij weer
onze passen loopt
in een ambitieus
gesticuleren
een stuk
vitaliteit waarin
eigenwijsheid
moeilijk is af te leren
zonder op tenen
te stappen of op
de rem te trappen
competentie spreekt
met overslaande stem
onderschrijf jij met
gebaren de finesses van
het wereld overstijgend plan
nog in status nascendi en
tegenstand is al geband
we stoppen ik kijk
je aan zie dat ogen
op vastberaden staan
ik weet er is genoeg
geloven zelfs nog
meer hopen dat dit
ooit door mag gaan
Zij kierde opening
haar ogen
schaduwden
nog licht
waar donker
het alleenrecht had
zelfs het zwart
van duister bezat
zij kierde
opening en
stroomde vol
lef binnen in wat
nooit zichtbaar
was al vanaf
de allereerste dag
hier had de
schepping zich
ontbloot zonder
pottenkijkers
uit de donkere
schoot van
het universum
Drift
jij kent
nauwelijks drift
het tomeloos
jezelf laten gaan
waarbij vooral
niets in de weg
mag staan
pas als jij
de ruimte krijgt
woed je alle
boosheid uit
dan stormt en
hagelt het dwars
door de ruit
tot rust
gekomen ben
je nog verbaasd
dat jij verder bent
gegaan dan in
alle dromen die
in je herinnering komen
Wondertjes
ik heb je
zien kijken
met een mengeling
van verbazing
en ontzag in
je verraste ogen
jij kent de
onwaarschijnlijke
wondertjes die
samenhangen
met een warme
ontvangst van jouw blik
waar actie en
reactie voorspelbaar
is gaat veel van het
mirakel verloren
in de altijd aanwezige
sceptische mist
juist als het
gewone ontdaan
wordt van de huis
tuin en keuken schijn
zal het exceptionele
weer zichtbaar zijn
Het stukje ik
jij hebt naar
je handen gekeken
vingers die veel
hebben glad gestreken
het werken
gewend maar
in het minnekozen
niet op waarde gekend
het is de
warmte die
afschrikt in het
totale overgeven
ieder wil nog
even een
eigen stukje
privé leven
kom je
te dichtbij
dan voelt dat niet
ontspannen en vrij
in zelf de regie
bepalen laat je
de ander niet het
onderste uit de kan halen
maar nooit ontbreekt
de warme blik
wij weten samen
van het eigen stukje ik
Een oogwenk
je draagt
vaak wit
omdat een
andere kleur zo
uitgesproken is
het zet je
zonder groet
of weerwoord
met een oogwenk
in de hoek
die jij nooit
zal kiezen
omdat de
voorgrond altijd
jouw domein zal zijn
waar jij
in chique
wit de meest
geschikte primus
inter paris gaat blijken
Speldenprikkend
donker duwt
de avond het
laatste daglicht
voor zich uit
in het langer
worden van
schaduw verliezen
kleuren hun huid
nog schijnen
spaarzame stralen
hun lijnen van de
laagstaande zon
in het langzaam
doven van boven
speelt nacht zijn
speldenprikkend spel
in een voortdurend
bewegen komen
lichten elkaar tegen
in een vast decor
pas als de kleine
uren tellen gaat
zwart koppensnellen
wordt bewegen gestopt
tot ook stilte zijn
rust heeft genomen
verpakt in miljoenen
menselijke dromen
Zonder verleden
ik heb
de lijnen
zien verschijnen
in je ooit
rimpelloos gezicht
heb ze
mogen lezen
jij was niet voor
een strakke huid
zonder verleden
in samen
ervaren lazen
wij de jaren
in hun zorgen
en diep verdriet
maar nooit
zijn wij de ogen
vergeten waar
een zee van lach
zijn rimpelingen gaf
die de gezichten
deden glimmen
van vrolijkheid en
doorleefd plezier
van allen hier