Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Zelfsturen
jij hebt
de paden
uitgetekend op
muziek van bovenaf
over de kwaliteit
had jij geen inspraak
die kwam als
liggend voor de hand
waar zorg koos
voor de verbetertoer
liepen wegen dood
zonder vervoer
de trajecten hebben
ondanks alle inspanningen
ons niet verder omgeleid
dan een rotonde
aan een nieuw tracé
wordt druk geheid de
fundamenten afgezonken die
zelfsturen hebben afgedwongen
Het flamboyante
soms zag ik
je hand wat vaags
wegwuiven in een
bijna achteloos gebaar
waar je ook ging
nooit hing er
iets van schaduw
rond je verschijnen
ogen en lach
waren alles in contact
dat hart en ziel
volledig presenteerden
de donkere kant
van de balans was
nauwelijks zichtbaar
in transparante openheid
pas de stilte van
ontspanning verkleurde het
flamboyante van je geest
alles was even teveel geweest
Vergroenen
met een lach heb jij
in een duurzame bui
je kleding verwijderd
behalve het blad van de vijg
zij was zo vrij
van bil tot dij de
intieme zone met
lente te vergroenen
over de uitstoot
van stoffen praten
wij niet we doen alles
wat klimaatneutraal gebiedt
de kledingindustrie
ligt op een oor
elektrische auto's zingen
in hetzelfde koor
onderscheid en diversiteit
zullen uit de wereld verdwijnen
in transitie zal zuinigheid
zijn eigen zonnen schijnen
Veranderingen
je schepte lucht
van verschillende
consistentie
dacht te
ademen volgens
oeroud concept
na het niets
verwachten zat
je al goed fout
we weten dat
je bij lang verkassen
op moet passen
we spiegelen
onszelf zijn toch
vaak het beeld niet meer
als een ander dat
ziet of opmerkt is
het meestal veel te laat
verandering is leuk
gun jezelf zo af en toe
een heerlijk stukje jeugd
Het klein touche
ik heb
lippen gekust
in alle kleuren
emoties gevoed
ook weer gesust
in dagelijks gebeuren
het klein touche
proefde in delen
leven en dood
in de abrupte
wisseling van
veilige schoot
waar hergeboorte
geen familie kent is
toekomst onbekend
toch smaken
kussen altijd
weer naar meer
opdat zo de mens zijn
medemenselijkheid
nooit meer verleert
Schemert traag licht
waar vaag
contouren
spannend maakte
verloor focus
woordloos
zeggingskracht
omdat zuivere
waarheid die hem
ontnomen had
zacht schemert
traag licht zijn
spanningsboog
oplossend
in de lichte
veelheid hoog
aarde rakend
vallen gaten in
fundamenten
waar controle
al eeuwen het
zicht heeft gemist
op het vaag
dat ook heden nog
geen hemel draagt
Nu schraalt herfst
jij wist
de zomer
ongemerkt
met wat
herfstig rood
te kleuren
door het
intenser
worden van
de geuren
aromatiseerde
de oogst
zelfs je lach
streelde de
volheid van
een lange dag
waar leven
eindeloos was
nog plakken
draden web
restanten
van wat eens
een copieuze
maaltijd was
de overvloed
was overal
nu schraalt herfst
tot essenties
in de terugval
van potenties
Ogen van bekenden
stappen op
het pad
geknerp van
losse kiezels
de stille tred
op veerkrachtig
lichtgroen
lentegras
het bankje
bij de vijver
die spiegelend
zijn schaduw gaf
armen die
gedachteloos
schouders vonden
om even te ronden
verlangen dat
een uitweg zocht
in speels en heel
langdurig kussen
wij zijn
niet uitgerust
lust smeult zacht
in onze lenden
zoeken naar
een zachte plaats
verborgen voor
ogen van bekenden
Op mystieke wijze
ik wist
dat je bad
maar de woorden
ben ik vergeten
altijd had
jij dat even
als een heel
natuurlijk contact
jij sprak
de zinnen
op een warme
zangerige toon
volgde met
je ogen
hun wegen
naar boven
lachte als
zij ergens
verwijlden om
wolken te stijlen
een ritueel
zonder herhaling
als minnestreel
offer jij wat je bad
waar in geven
en nemen handen
op mystieke wijze
worden getekend
Hun boodschap
ik heb je
herkend in de
trilling van geluid
in onderscheiden
emoties springt
jouw melodie eruit
gedragen door tonen
van liefde en warmte klinkt
harmonie van binnenuit
nog zonder stem
spreekt lichaamstaal
jouw welkomstwoord
tot in de verste
hoeken word je gehoord
in melodisch aanhaken
ook zij spreken
de stem van het hart
hun boodschap zuiver verpakt
in weten is sterven geen
vergeten samen beleven
is wat wij zullen erven
Een tijdloos open
niet de jaren
hebben je gewogen
jouw ogen
passeerden alle grenzen
in een tijdloos open
de enige bagage
die jij altijd
bij je had was de
schat van een lach op
de paspoortfoto in je tas
waarbij iedereen
toch even moest kijken
om de intensiteit
van a-live met de foto
te kunnen vergelijken
jou zien was altijd
een stukje van je
warmte raken met
het gevoel samen ook iets
moois van het leven te maken
Waterwereld
we hebben schepen
gelicht om nog
een keer zicht te
krijgen op hun vergaan
hebben gedoken
om er achter te komen
waarom alles zo is verlopen
hoe een wrak kan ontstaan
de waterwereld
heeft met eigen wetten
alles van boven omsloten
wat niet meer drijft
zij delen in een
tijdloos verblijf
plaatsen waar toeval
geen perspectieven schrijft
wij hebben buiten
binnen gesloten zijn op
zoek gegaan naar het drama
waarvoor ook zij hebben gestaan
De nieuwe foto
ik was erbij
maar zijn schaduw
sprak niet tegen mij
zichtbaar was hij
in de keuzes die
hij ooit maakte
kleur en vorm
naar zijn hand in
harmonieus verband
alleen de twinkels
zijn verdwenen met
de innemende lach
zij gaven ziel
en spanning aan alles
dat in zijn omgeving was
stilte zwijgt rondt een
leven af dat nog zoveel
mogelijkheden in zich had
de nieuwe foto
is verrassend echt op
de nachtkast naast het bed
Ogen montuur loos
het voorspelbare grijs
had geen enkele eis
meer om voor te leven
ambities waren zoek
interesses verdwenen
netwerken ontevreden
toch ooit bij hiernaast
aangeklopt maar kreeg
meteen de kous op de kop
de goeroes zijn kwijt
hebben geen tijd meer
voor kwezelarijen
zo raakt doelgerichtheid
uit zicht zijn ogen montuur loos
nooit toekomstgericht
lief zingen kuddes
hetzelfde lied in de
mantra die de herder gebiedt
alleen het zwarte schaap
gaat er dwars tegen in
blijft altijd tegendraads
Ruimte zonder haast
ik heb de
momenten van
stilte omarmd in
hectiek en drukte
van de grote stad
woordloos
etaleren zij
rust op een
serene plaats in
ruimte zonder haast
in het stilstaan
van tijd krijgen wij
respijt tot overdenken
eindelijk weer aandacht
aan elkaar te schenken
toch kleeft ook hier
patina van teveel handen
met emoties en banden
wordt het te druk om
ook nog te ontspannen
Een vergeten steen
ik heb op de
mooiste plaats gezeten
een vergeten steen
bij het einde van de pier
om ongestoord
naar het concert van
de wind te luisteren
in grandioos akkoord
geen bladgeruis
of brekende takken als
vallende dissonanten
verstoren het watergeluid
dat in zijn robuustheid
dijk en waterkering heeft
gekend en hen heeft verwend
met alles vernielende ritmes
langzaam kleurt de
kracht van de wind in
blauw van hemel op
de melodie van zomer
zout kristalliseren natte
tonen op de bruine huid
tijdens een live droom
concert op locatie thuis
Zijn gelijkenis
je speelt
op grote hoogte
met licht
dat naar
alle kanten in
zwart zal verdwijnen
maar toch een
ultieme kans heeft
voluit te schijnen
jij richt
de bundel op
je eigen gezicht
in weerkaatsing
gloeien wij
jou delend op
in donker uitgelicht
tonen wij het heelal
zijn gelijkenis
In ziele sfeer
jij liet mij
bijna alles
van liefde zien
de lach een
onverwachte kus
de warme hand
waar vonken
springen in ontladen
dierbare omhelzing voor
intieme samensmelting
toch hangt er nog
een licht taboe over
ontmoeten in ziele sfeer
begrijpen heeft dezelfde
woorden niet meer
voorzichtig kijken
baant nieuwe wegen
in het doelenperspectief
maar voor van harte moeten
we nog even wachten
Grote schuiten
zag voetjes gaan
voelde weer
hoe schelpen
jaren geleden in
mijn benen sneden
ik mocht niet
kinderachtig zijn
heb toen die pijn
verbeten maar
niet in vergeten
plastic schoentjes
heb ik in de tas
maar niemand die
ze dragen wil
ze komen niet van pas
zelf het voorbeeld
geven is geen goed idee
zie mezelf niet met die
grote schuiten over de
golfjes springen van zee
Door je haren
jij wilde
als kind
altijd de wind
door je haren voelen
krullen dansend
langs je voorhoofd
in opperste verwarring
met de ogen dicht
dan in de
stilte eerst met
je vingers voelen
of alles er nog is
met licht zo
kammen dat
kleuren weer in
zon kunnen vlammen
dan pas kijken
en spiegelen in
de winkelruit hoe
zie ik er nu weer uit
als de laatste
krullen zijn geschikt
gaan wij naar de hoek waar
wind onze opschik verschrikt