Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het onmogelijke land
ik heb je gezien
in de lach
van je slaap
vol blijdschap
betrad jij het
onmogelijke land
met geopende hand
waar vingers
knippen zonder
geluid en dromen
van alle kanten
tot je komen met
de liefelijke vraag
wil je er even uit
je bewoog in
zachte meegaandheid
met een warme
zucht draaide soepel
ontspannen op je rug
ogen half open naar
nieuw blauw in de lucht
ik streelde
je gezicht zonder
lijnen en groeven
in de ontspanning
van vroeger je
ontwaakte zonder paniek
droomde altijd zo lief
Het kapje
ik zag
haar ogen
boven het kapje
ze peilden mij
oneindig diep
loslaten kon ik niet
we wisten
van het prikken
toestaan of je
anders schikken
zij boog ik bood
mijn arm aan
zij voelde
hoe mijn huid
zich onder haar
vingers spanden
toen de naald in
mijn spier belandde
haar beweging
ging al terug
zij entte mij vlug
in het nauwelijks
raken een pleister
om het af te maken
zo ben ik een met
haar geworden
alleen een plaatje
met haar naam
immuniteit ging
zonder woorden
ogen met een stem
die goedemiddag wenste
ze plakte stikkers op
de donkerrode buisjes
daarin huisde nog
steeds warm mijn naam
Jouw stilte
jouw stilte
gaf licht op
je gezicht waar
de contrasten
voorzichtig eerste
woorden spraken
in het spel
tussen zwart
en wit begonnen
gevoelige tonen
langzaam kleur te
krijgen in melodie
nog waren er
geen akkoorden
in de wat droeve
communicatie
waar gevoelens
als emotie rijpten
speels begon
harmonie de
sfeer te klaren
met liefdevolle
gebaren die jouw
stilte expressie gaf
Narcistisch zelfvertrouwen
ik heb het
oplaaien van de
branden in je
ogen gezien
de verschroeiende
hitte van het
immense vuur
in je ziel gevoeld
lucht waarde
rond met dood
vermomd als rook
en gloeiende as
zacht brak de
hemel in flitsend
ontladen rolde donder
uit gerafelde gaten
er was geen tijd
en plaats voor angst
het zintuiglijk bereik
herkende al zijn eind
we rouwden om
de ondergang van
het paradijs dat niet eens
de status van hemel bereikte
treurden om de
weggegooide kansen
om nog eenmaal met
anderen te kunnen dansen
de apocalyps voorbij
niets kon ons weerhouden
om zo te gokken uit ons
narcistisch zelfvertrouwen
Gestold leven
ik heb je nooit
ijsbloemen gegeven
als restant van
het veel te snel
gestold leven
vaak was het
de kou die
trager leven gaf
waar warmte ooit
standaard was
ook het gebrek
aan samen gaf te
weinig kansen om
elkaar eens goed
door te warmen
geef mij je hand die
ik niet meer laat gaan
dan open ik mijn hart
die warmte is basis
voor een goed bestaan
Aards laatste uur
ik zag hoe jij
zeeën kuste
met de harde
hand van graniet
en basalten rots
hoe jij in
warm tropisch
blauw op witte
stranden rustte
in naakte trots
jij wond
winden om je
vinger in het oog van
de orkaan waar jij
je ongeremd liet gaan
toch heb ik ook je
tranen gezien over het
verlies van synchronie door
de natuur in de entropie
van aards laatste uur
Adem van de zon
ik had
mijn ogen
gesloten
voelde in
passeren
jouw warmte
intrigerend
langs mij
scheren
bewegen dat
vitaliteit aan
het creëren is
in de adem
van de zon
keer jij je om
haar golven
lijken het leven
te bezielen
jij die het de
hand reikt naar
volwassen gelijk
in een land waar
dromen nog niet
durven uit te komen
Het voetlicht
nooit heb jij
jezelf verwond
aan de scherpe
contrasten
van het licht
altijd waren
er zachte filters
uit de veelheid
van jouw emoties
die scherpte rondden
jij die altijd
binding had met
degene die in het
donker gevangen zat
zonder enig perspectief
jij die wars was
van alle schijnwerpers
en toch je boodschap
van liefde en gelijkheid
voor het voetlicht bracht
nooit zijn
de gordijnen
voor jou gesloten
jij had geen show
die ooit was afgelopen
Van wilde bloemen
er was altijd
een dwarrel licht
waar jij ook ging
sprankels in
je ogen zonden
kleine lichtbogen
nog klonk er
geen muziek maar de
ritmiek was onmiskenbaar
jij en de lichtende
sterrensluier
rond je hoofd
het was magie
die zorgde dat de
werkelijkheid verschoot
ongemerkt
deelde jij een
warme energie
het stukje
blijdschap dat je ook
van wilde bloemen krijgt
Duel voor twee
ik zou
geloof ik wel
van iedereen
kunnen houden
elk mens heeft
vast een stukje
vertrouwen dat
hij zou kunnen delen
maar het totaal
van al die stukjes
bij elkaar vormen
nog steeds geen paar
daar is iets speciaals
voor nodig het
unieke dat je niet
bij anderen vindt
dat aparte heeft
een kostbaar iets
voor beiden op een
buitengewone wijze
zoals je nu lacht
houd jij mij in je
macht met een
onvoorstelbare kracht
ik wil me overgeven
maar jij verwacht een
pittig tegenstreven in
een duel voor twee
je overwinnaarsblik
is mij te veel en te snel
heb ik weer toegegeven
zoals altijd in dit leven
De aanlanding
jij had de
mensen in jouw
ban met een
geweldige performance
op de bühne van de zaal
jij wiegde oceanen
liefjes in slaap deed
knapen van golven
wit krullen om
jou maar te volgen
zacht sliste water
langs denkbeeldige
rotsen die met hun
trotse aanwezigheid de
aanlanding koesterden
nog sta jij daar
armen bezwerend
ogen op de horizon
waarvan je weet dat het
water nog veel hoger komt
De brug
de lach
op je gezicht
wist wie er
kraakte op de trap
jij had een uitstekend
gehoor voor alles
dat leven bezat en
ooit beweging was
jouw nonchalante
streling over
de stenen van
de muur vertelde
van vele jaren vol
avontuur door
jeugdigen die zo het
volwassen traceerden
waar jij alles
alleen deelde
kreeg jij op tal
van manieren
stukjes leven terug
het je openstellen
bleek de brug naar
een eindeloos contact
Stil windekind
vingers spitsten
en je handen
wezen naar
wat jij met
weerlichtende
bliksem in
talloze kleuren
geschreven had
ondanks je
angst voor
het onverwachte
opende jij
je hart voor
deze manifestatie
van geweldige
natuurkrachten
dolde het
aardse in
vuur en vlam
met een rollende
donder weerstond
regen en wind
met een lief en
stil windekind
in schitterende
glinsters brak
het zonlicht
regen in het
spectaculaire
festijn dat de
zeldzame dubbele
regenbogen zijn
Gewelfhoge pilaren
ongemerkt
polariseerde
haast en stress
tot ongecontroleerd
agressief gedrag
het duurde tijden
voordat naweeën
en stemmingen hun
delicate remmingen
onder controle hadden
wij zijn toen gaan
kerken met gezang
kaarsen walmend stil
genietend zingen op
eeuwenoude zerken
mantra's van gebed
in al zijn opstijgingen
langs gewelfhoge pilaren
bekleed met heiligen
die hun wonderen baren
gewijde stilte
in gods flakkerende
schemering waar lucht
nog danst in een grijze
wierook kringeling
In ontmoetende blik
ik zag hoe jij straalde
wist hoe je wangen
het warme rood
uit je hart haalde in
het bloeien van je ziel
altijd sprankelden al
je ogen het was
hun gift om ieder
alle goeds te beloven
in ontmoetende blik
jij had niet zomaar
een gezicht door het
curiosum van extremen
waar liefde en het gemene
dezelfde genen deelden
juist in het
bewegen lieten
alle tegenstellingen zich
zien in een expo van warm
onthaal met armen en handen
jij raakte de
tederste snaren door
samen de wereld te
benaderen met een
proloog van hart en ziel
Een godin
ik wist dat jij
kon vliegen
kleine stukjes
omhoog en
soms vooruit
dat het leek alsof
jij verder schoof
ik heb de grootste
twijfels als ik jou
zo bezig zie er
gebeuren te vaak
vreemde zaken
en erover liegen
kan jij niet
woorden als magie
en mystiek krijgen
in jouw ogen
steeds een andere
lading mee in vooral
door mij niet goed
begrepen zinnen
diep van binnen
voel jij bij mij
aan als een godin
hoe jij met handen
en armen wiekt
geeft mij geen angst
normaal is anders toch
Kantelpunten
nog zijn wij
steeds voor
het leven gevlucht
als de lucht
te dichtbij kwam
gingen wij terug in
ons autistisch ritme
ver van creativiteit
en je laten verrassen
wij verafgoodde
liefde die ons
ten deel was gevallen
maar hebben haar
geen huis en haard
gegund omdat wij de
kunst van bestaan in
onvoorwaardelijk gaan nog
niet bij ons vonden passen
op kantelpunten
van de tijd was ik
nog niet klaar met
mijn innerlijke strijd
om alles op te geven het
deficit van mijn vroeger
leven te nemen maar jou
heb ik alle liefde gegeven
Het regenbooglicht
kleine drupjes
regen bewegen
langs je wimpers
voorzichtig
glijdend op je
wang en neus
waar glinster
zijn spoor trekt is
huid niet ontdekt
nog boffen
voorhoofd en ogen
met eigen bogen
boven deze
kleine watervallen
strepen wenkbrauwen
een lichtende zon
kaatst kleuren
naar overal
pas als jij de
haren schudt groepeert
zich het regenbooglicht
Onherkenbaar wit
ik stapte maar
kwam niet vooruit
zwoegend ging
mijn adem en de
armen wiekten
in een poging
tot balans
afgronden
gaapten hun
donkere gaten
met overhangend
talud benen trilden
en sprankjes hoop
waren vervlogen
ooit gingen wij
met zon de
ochtend in het
vredige ontwaken
op paden die wij
zelfs nog mochten
smaken in alle rust
de omslag kwam
met wind en regen
boven sneeuwde het
zo dat paden zich in
onherkenbaar wit
hulden en wij hulpeloos
belden zonder bereik
warmtesensoren
hebben ons gevonden
in een kleine grot
waarbij wij elkaar
in adem vonden
vlakbij dat grote
met angst gevulde gat
In koude huiver
ik voelde
hoe zon met
warme vingers
mijn huid raakte
in een overvloed
van helder licht
had mijn
ogen gesloten
nog kwamen zij
binnengeslopen
uit blauwwitte lucht
met kilometers zicht
jij was meer
van de contrasten
alleen op het strand
zonder andere gasten
met koel gefluister van
golven in koude huiver
geen intens
genieten van
levensenergie wel
actie en reactie in het
overweldigende spel
dat zand laat stranden
wij hebben onze
ziel verpand aan het
wandelen langs de rand
van de kleurrijke
horizon die zich zacht
aan onze voeten vlijt