Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Blijdschap
ja blij ben ik
dat ik ook mag bestaan
mee mag doen in het leven
ik ben blij dat ik geboren ben
en een kind van mijn moeder ben
wat hadden we het niet altijd fijn.
ja, u bent al heel wat jaartjes er niet meer
maar ik denk met blijdschap aan u terug
en ik weet dat wij elkaar eens zullen zien.
het zal niet lang meer duren.
het was altijd fijn om met u te zingen.
u had altijd zo een mooie stem.
en altstem.
ja, het klonk heel mooi samen.
wat waren we altijd blij.
lieve mamma.
Ik kom tot U
Ik kom tot U, mijn God
Naar wie zou ik anders gaan?
U weet alles van mijn bestaan
En bent begaan met mijn lot.
Ik kom tot U steeds maar weer
Want zonder U kan ik niet leven
U hebt zo veel aan mij gegeven
Ik wil U daarvoor danken Heer.
Ik kom tot U met lege handen
Maar met een dankbaar weten
Dat U mij nooit zult vergeten
Waar ik ook ooit zou belanden.
Blijf bij mij Heer, iedere dag
Want zonder U kan ik niet verder
U bent voor mij de goede Herder
Op wie ik altijd vertrouwen mag.
De sensueelste dromen
natuurlijk zijn
mijn bloemen mooi
maar jouw stelen
lijken nog iets
hoger te reiken
hun vorm
kent geen gelijken
kleuren boeien in
exotisch samenspel van
hemel en een stukje hel
in geuren domineert
uitdagendheid met
frisse ondertonen
zij ontbloten liefelijk
de sensueelste dromen
liefde heeft ons
tot boeket geschikt
met uitbundig lange linten
in avondzon gestrikt
kussen wij zijn laatste stralen
Zondagsdichter c.s.
een zondagsdichter is een zondagskind
hij hoeft slechts een dag in de week te werken
hoe anders is het met de broodschrijver gesteld
die woorden rijgt alsof hij stenen klopt
en de verteller die schrikt van een experiment
maar wel door velen wordt gelezen
zij delen echter in hetzelfde lot
zij oogsten een meewarig lachje
bij de erkende vaklui in de schone letteren
Het unieke
ik geef jij neemt
de bloemen uit mijn hart
en vraag je maar niet af
waarom jouw eerste schrede
in mijn straatje past
of dat ik
de durf had om
het unieke in jou te
onderscheiden dat jij
je hele leven al bij je had
verborgen achter
de vele zorgen die
jij voor de ander had
waardoor er voor jezelf
te weinig aandacht was
samen hebben we
de balans wat meer
in evenwicht gebracht
het begaan zijn met de
medemens blijft jouw kracht
De nalatenschap
ik was het lamplicht kwijt
vage contouren bewogen
waar zij dit niet zouden mogen
stilte werd onderbroken
door geritsel en geschraap uit stukken
die hier al eeuwenlang werden bewaard
jaren verstoften in lucht
die onaangekondigd uit zijn
tijdloze winterslaap was gevlucht
ik wist de poppen op schappen
hun kleding een ruïne van verkleurde lappen
heb nooit geweten van de veelvraat van ratten
zij werden gestoord in eigen oord
waar ze nestelden in poppenmoedersarmen
die in koude nachten hun kroost konden warmen
dit is de nalatenschap bereikbaar
via een zelden bestegen hoogbejaarde trap
of wij hem aanvaarden hangt van de ratten af
Afkoeling
van zijn kwelgeest verlost
is mijn gemoed niet meer verhit
de wind jaagt door de ramen
de tropen uit mijn bovenhuis
het warme weer wacht tot het terug kan komen
maar mijn bevrijding jubelt in een slotakkoord
Ondanks de hemels
ik heb mijn boekje
met markers gelezen
waarin ik de belangrijkste
stappen uit mijn
leven heb beschreven
het bleek een
wandeling te zijn
waarin nauwelijks
van gebaande paden
werd afgeweken
een schijnbaar
ordentelijk leven
tot ik jou ontmoette
jij mij de schatten
van het leven liet zien
verborgen onder
spinrag van jaren
grijs in voorbijgaan
wachtend op het eerste
ultieme ervaren van zijn
jij hebt me wakker gemaakt
ontdaan van ontgoocheling
en diepgaand cynisme
samen in ontdekking
van ons nieuwe bestaan
nee over rozen
is dat niet gegaan
nog is er de afstand
ondanks de hemels waar
we samen door zijn gegaan
Het licht is uitgegaan
het licht is uitgegaan
ramen gaven al dagen
het donkeren aan
ook het geluid
leek van steeds
verder weg te komen
niet meer gedragen
door lucht maar van
binnenuit in dromen
nog waren alle
plaatjes compleet in
vorm opstelling en grootte
ik kon me bewegen
maar niet meer door
lopen en staan wel in gaan
voelde me vrij
alleen afgesloten van alles
waarvan ik ooit heb genoten
sprak voluit wist alle vragen
troostte en hielp hen
met het mij missen te dragen
ik ben nooit weggegaan
uit het diepe verbonden zijn
met hun verdere leven en bestaan
In spiralend zand
voorbij het schaduwrijke loof
van eeuwenoude eiken
zindert zomerse hitte over
geelkleurende korenvelden
naar kerktorens in het verre land
stilte markeert de vlucht
van een spaarzame vogel
die hard schreeuwend de
koelte verlaat geschrokken
door een plots springende haas
wind ruizelt het blad
krijgt houvast in spiralend
zand op het uitgelopen pad
hoosjes dansen in stijgen
als dronken oude wijven
waar klokken het middaguur slaan
rollen hun tonen over warm land
ontwaken mensen uit lome dromen
vouwen handen en danken de heer
voor hun eten en het zomerse weer
Wennen doet het nooit
het kind dat door andere kinderen wordt uitgesloten
kwetsbare volwassenen door kinderen nagejouwd
kind dat door een oudere wordt misbruikt
een dier dat niets terug kan doen en wordt vertrapt
de leerkracht die de klas laat lachen om een leerling
de leerkracht voor wie de klas het leger van de vijand is
een loonslaaf die geknecht wordt door zijn bazen
de dementerende als prooi voor de somatisch zieken
de psychopaten die hun buren kwellen
of anoniem op internet hun slag slaan
overal ter wereld komt het voor
dagelijks naast al het ander leed
maar wennen doet het nooit
Wankel evenwicht
ik ben in wankel
evenwicht beland
pak iedere hand om
niet ten onder te gaan
er was al jarenlang
geen land meer te bezeilen
ben aan lager wal geraakt
maatschappelijk afgehaakt
ik dacht licht te zien
in het alternatieve circuit
het wrakhout wilde
maar niet blijven drijven
de vluchtige beloftes
het luchtig handjeklap
boden niets om in goed
perspectief naar te kijken
ik wil geen speelbal
worden van mensen en
emoties ik neem de trein
mij zullen zij snel vergeten zijn
De kaarsrechte lijn
gaan wij
de messen slijpen
voor de kaarsrechte lijn
of kartelen
we de lemmeten
voor meer rafels opzij
wie voelt de pijn
van het warme vlees dat
al de geest heeft gegeven
plengt het bloed
dat al stollend ooit
leven heeft geschreven
wie denkt in
het landschap van smaken
de enige fijnproever te zijn
snijdt eigen vingers aan
omdat zijn waarheid
naast vele andere komt te staan
Mislukte sms
de dichtvorm vraagt om spaties meer dan letters
ik dwing mijn vingers te gehoorzamen
hoe kan ik je anders snel bereiken
als jij de telefoon niet opneemt
en e-mail niet beantwoordt?
geef mij een ander antwoord dan ok of xxx
neem mij niet kwalijk dat mijn sms zo lang is
Lichte pijn
ik wist je
slapend in aanwezig zijn
zag in de mimiek van
je gezicht een lichte pijn
je ogen dwaalden
achter gesloten leden
lippen formuleerden
een geluidloos vergeten
pas later toen
je draaide naar de rug
kwam langzaam weer
de ontspanning terug
uit het diepe van
zorgen verzachtten
de lijnen naar wakker
worden met goede morgen
ik vroeg of je
gedroomd had vannacht
je zei niets bijzonders maar
ik zag iets verdrietigs in je lach
Bij volle maan
waar komen ze vandaan
de paarden die
bij volle maan galopperen
in weides zonder hek
ik ben niet gek
heb hun hoofden gezien
gestrekt in een meer
dan schitterend gaan
ben ze gevolgd tot
ik het schrikdraad voelde
niet verder kon en zij
verdwenen aan de horizon
nog hoor ik ze snuiven
zie hun staarten wuiven
ik ben niet gek er zitten
paardenharen op de struiken
Het pianospel
Door de wijzen van het diepst mineur,
in de rechten van het laagst gesteld,
begon ik de klanken van de weide,
die in het begin,
door mij werd verondersteld.
En verder in die diepte,
waar het gerecht mijn hart bespaard,
speelt over de man, die mij gezien had,
de laatste klank dat mij was bewaard.
En dit sprakeloze pianospel,
waar mijn rust steeds langzamer weg drijft,
is de plek waar het oneindige net begint,
en waar de muzikant overbodig blijft.
Ik ook van jou
Hij verdreef de kracht in alle keren,
eenzaam in de bedroefde liefdes wijs,
waar hij zijn bedwelmde gezichten op zich hijst,
voor haar geweten en nog de fouten te leren.
Want tot groot zijn stand in diep teleur,
verspoelt de recht te gaan,
in wazen naar haar hemels naam,
maar de weg was droog, en grijs van kleur.
En had toch verstreden of gevraagd,
naar de bestemde plek van tijd,
waar zijn hoofd betuigd van spijt,
maar haar hart nog alle zorgen draagt.
Vanavond waren zijn emoties te dicht bij jou,
maar hoe jij je woede ook voor hem kan leggen,
het enige wat ik deze avond kon zeggen,
was enkel en alleen maar,
ik ook van jou.
In blauw de hemel lacht
in woordloos formuleren
proberen gebaren
expressies te leren om
te zeggen wat ik denk
het zijn kleine wenken
van oog en handen
die met bloemen jou
mijn liefde schenken
vingers die
mij dialogisch
zacht strelen in het
helen van jouw blik
die mij herfst bracht
niet om te oogsten
maar het troosteloze
van een kille regendag
die enkel kale takken zag
ontdaan van zomers loof
toch sturend naar omhoog
omdat in blauw de hemel lacht
In een vreemde lucht
ik voelde hoe
de tijd verschoof
hoorde paarden
rook de geur van
omgeploegde aarde
in het schimmige
voorbijgaan proefde
ik hun angst en pijn
zag de aftocht in het
bloedige verslagen zijn
vanuit mijn ooghoek
werd het langzaam stil
het zonlicht straalde
helder als voorheen
ik was moederziel alleen
maar de sporen
waren warm en vers
takken afgerukt met
vlagen doodsangst
in een vreemde lucht