Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Spinnend noten zingt
ik heb eindelijk
de muziek ontdekt die
jij sprankelt in je lach
in een proloog
van stille klanken
spannen spieren aan
onderhuidse emoties
golven getijden in
komen en weer gaan
geen symmetrie maar
een natuurlijke mimiek
laat zien dat jij geniet
geen klaterende
geluiden die duiden
op extravagant plezier
wel een prelude op de
geweldige melodie die
liefde lacht in levenslied
dat met een intens
warme verhalenring
hier spinnend noten zingt
Nog glooi je heuvelend
waar donker net
het eerste rood
gaat raken weet ik
dat jij zo zal ontwaken
nog glooi je
heuvelend naast me
in de warmte die de
nacht ons heeft gebracht
je was zo zacht
in samen zoeken naar
ons ideaal meegaand met
alle voelhorens paraat
omsloten door
een duisternis die
alles wist van privacy
gingen wij voor volmaakt
een rode gloed
bloeit op als de nacht
gaat breken en in licht
donker alles zal vergeten
Ogen vol ver grijs
hij was
vandaag dichtbij
en onverhuld
geen zeis en
donkere mantel
wel ogen vol ver grijs
we hebben
elkaar toegeknikt
hangende de vraag
of het wel
schikt vandaag
of anders later
nader komend
bekenden wij waar
onze wegen scheiden
ik was een
groentje in het
eeuwenoud metier
liep voor het eerst
en hopelijk niet
het laatste keertje mee
Doorzichtigheid
nog weet je
het eerste vlokje
dat plakte
tegen het raam
daar zijn
glinsterende
ragfijn witte
kristallen liet zien
om dan
heel langzaam
naar beneden
af te glijden
steeds kleiner
in een snel
drogende lijn
naar het kozijn
ademloos
heb jij haar
zien sterven aan
doorzichtigheid
Ankerplaatsen
zacht kabbelen
de woorden voort
warmen zich
in belangstelling
alsof ze nog
nooit zo expliciet
zijn gehoord
de toon verbindt
onderliggende
gevoelens die
langzaam aan
komen drijven
uit ankerplaatsen
in stilstaand water
ver van de geul
waar gisteren en
vandaag nog kolken
met de vaart van
het wereldnieuws
en de regio's
nog op de hielen
wij vissen niet
maar dobberen
leggen ongekende
essenties bloot
zonder die boot
in haast en stress
te moeten missen
Vol verbazing
de woorden
hingen nog
in de lucht
na een niet
aflatende stroom
op volle sterkte
uitgesproken
heftige emoties
ik heb het
laten gebeuren
door haar niet
aan te kijken
of in te grijpen
voelde mij niet
aangesproken
in dit verhaal
het was als
een vlieger
die zichzelf bij
windstil weer
heeft opgelaten
in vieren en stijgen
naar grote hoogte
wist te rijzen
vol verbazing
zag ik jouw tirade
het luchtruim
kleuren met alles
wat er volgens jou
moet gebeuren
helaas bracht deze
vlucht stille echo's terug
Gescheurde netten
waar ik jarenlang
lichtvoetig door
het leven danste
schots ik nu scheef
op grote platen
die gelaten weten
wat nog aarde heet
oncontroleerbaar
krijg ik tegengas
dat bij iedere stap
de voortgang tart van
natuurkundige wetten
in mijn perspectief
van gescheurde netten
de woeker zit weer
in mijn lijf en vreet
verbanden zonder tanden
krijst dag en nacht zijn
pijn want er is al tijden
niets gezonds meer
voor zijn lege handen
ik zweef in
losgelaten zijn
door hen die
vroeger raakten
de nieuwe vrijheid
voelt heel fijn en laat
mij eeuwigheid smaken
Een introvert decor
je speelde met stil licht
geen uitbundige kleuren
met traditionele vormen
in een introvert decor
zij verstonden elkaar
in samensmelten en
versterkten hun intensiteit
door samen felheid te bundelen
de ruimte zong energie
door vergroting van
contrasten spatten reflecties
in kleurwaaiers uiteen
je orkestreerde
ladingen en dempte
volumes omdat het eigen
leven de schepper was
jij hebt deze melodie
als eerste gewist uit
elementaire composities
die we al eonen hebben gemist
waar ijs tot water
breekt en smeltend meer
volume geeft speelt muziek
weer zijn verstild lichte regenbogen
Blonde lentekind haren
ik zag gras
je voeten zoeken
zij steelden madeliefjes
in het strelen van je huid
zonlicht straalde
daalde en speelde
met vleugjes wind je
blonde lentekind haren
je danste de pas en
het uur van de dag bewoog
op het ritme van woorden
in je aantrekkelijke lach
was een verschijning
als ultieme voorjaarsverfijning
in oplichtende kleuren die
uit wit geboren leken te worden
in eigen regie liet jij rust
in stilte vervliegen na het
sluiten van je ogen heb ik
je dromen mijn welkom gekust
Rotst als branding
ik heb je
op een stoel gezet
niet op een troon
hoewel in dit decor
is dat heel gewoon
mijn teksten gaan
als zij bij jou zijn
aangeland voorzien
van kant en tekening
al snel van hand tot hand
jij draait niet
met de winden mee
rotst als branding
in een zee van emoties
onder zwaar bewolkte lucht
nog krijst een vlucht
van snelle vissenvangers
laag over het zilte schuim
dat in applaus succes
betoond met opgeheven duim
het is ons toneel
waarin mijn woorden
langdurig zijn verzwegen en jij
ze zoveel lading hebt gegeven dat
onze stilte hartverscheurend is
Gedachtenrood
zacht liep ik
achter je lach
wist dat jij op
mij had gewacht
de paden kleurden
zich gedachtenrood
meanderend in gras
dat spontaan verschoot
uit het ruisen van
bomen kwamen vage
stromen bladmuziek die
neerdaalden als lentelied
ik zag de sprookjes
al van ver en wist dat
jij de sleutel had om ze
hun ziel terug te geven
hand in hand
zijn we binnen gegaan
liefde en warmte
omringden ons spontaan
wij hebben niet meer
omgekeken omdat we
voelden dat wij hier voor
altijd verder wilden leven
Ogen van de ziel
het grijs
jaagt voort
met een
schorre kreet
een witte
flits die
stralend blauw
vergeet
zwart
gesnaveld
bevleugelt
hij het ruim
een projectiel
dat overleeft
geleid door
ogen van de ziel
Als lief perspectief
jij was
de lach die ik
in gedachten zag
cirkelend tussen
uitbundigheid en
passionele intimiteit
met in je ogen
de horizon als
lief perspectief
we doken
naar liefde in
eindeloos diep
kozen de
verte want
dichtbij was bezet
overbrugden
problemen die
zo niet bestaan
wisten elkaar
in dit raken toch
gelukkig te maken
Met zachte hand
ik heb geprobeerd
van de wind te leven
de woorden vlogen langs
er is er niet een gebleven
heb met originaliteit gefuikt
zij stopten heel even
lieten zich zien maar
exclusief was er snel uit
van bruuskeren wilden
zij niets leren in een
wereld waar schermblauw
alleen kou genereerde
pas met zachte hand
waren zij genegen zich in
alle rust te laten lezen en heb
ik ze tot mooie zinnen geregen
Wat licht
ik heb wat
licht genomen
om ook in het
duister van donker
te kunnen dromen
iets van
contouren te zien
minieme nuances
in vormkleuren die
contrastisch beklijven
waar zwart
in massaliteit
existeert wordt wit
na deze schepping als
wereld geaccepteerd
het is de zon
die als eerste bron
van licht het
bestaan aan ons
heeft geopenbaard
ons de kennis
heeft gegeven om
samen te overleven
maar hoe laten wij
de aarde in zijn waarde
Haar aura
ik zag het
bewegen
zelfs de wind
was niet tegen
in een zacht
warm wiegen
de vlaagjes
accentueerden
het rond
vrouwelijk schoon
dat als droom
zomaar passeerde
haar aura
trok veel bekijks
kleurde in lach
en vrolijke ogen
een zonnetje open
in weerbarstig grijs
dit gebeuren
gaf de magie
van lentegeuren
al prijs in een
flow als cadeau in
bijna einde wintertijd
Verloren paden
wij voelden
wisten van elkaar
het zacht verbinden
met alles om ons
heen probeerden wij
die contacten te hervinden
gingen zingend op
verloren paden zoekend
naar meerstemmigheid
wij waren het gevoel
van zielsverbondenheid
alweer eeuwen kwijt
in de verte kleurden
bloemen hun harten
wiegend in de wind
zij wisten dat wij
kwamen hebben
onze blikken lief verblind
zo delen zij
maken ons weer deel
van het totale leven
want juist in geven
zullen wij ontvangen waar
naar wij al zo lang verlangen
De gesikkelde maan
ik liep over
serene stralen
van de warme zon
moest af en toe
springen als schaduw
een offensiefje begon
en donker mij
snel naar hogere
sferen dwong
waar licht in
blauw transparant
de hemelboog spande
haar perspectief
de rust gaf waar mijn
ziel naar verlangde
ik oneindigheid voelde
als helend bad na
een stressvolle jacht
en lachte bij
het zien van de
gesikkelde maan
wist precies
hoeveel tijd ik in de
eeuwigheid had te gaan
Wintert vorst
nog donkert
herfst in de
humus van nat blad
wintert vorst
sporadisch onder
dit afdekkend pak
het rustige is schijn
onstuimig bruist en
heelt de evolutiepijn
daar ontkiemt
wat ooit is geweest
maakt lente al tot feest
voor hen die in de
aarde onrust voelen waar
voorjaar is gaan woelen
Het vloeiend zacht
kleuren spraken
niet meer aan
verfletsten in
contrast met
strakke vormen
intolerantie
verbood het
vloeiend zacht
in elkaar opgaan
naar balans
had pigmenten
versterkt de
viscositeit nog
soepeler gemaakt
toch stokte het gaan
pas in verwarmen
mengde alles subtiel
maar viel later weer
terug in de starheid
van een koude realiteit