Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Kleine lieve levenslijnen
het was voor
het eerst dat ik een
schaduw zag op je gezicht
er donkerde iets
op je huid waar de tijd
nog geen vat op had gekregen
jij die altijd voor alles
en iedereen moeiteloos
overeind was gebleven
je ogen in tegenlicht
ietwat geloken misten
net dat alerte van anders
alsof zij wisten dat
de kleine lieve levenslijnen
zich hadden verdiept
in een plotseling verdriet
dat de tijd niet meer trotseerde
maar zich nu voluit manifesteerde
samen hebben wij alle stekels
verwijderd uit de zere plek
en deze vol liefde weer toegedekt
Jouw lente
ik wist je onbereikbaar
terwijl jouw liefde
klopte in mijn hart
veel emoties
vaak ongrijpbaar
omdat jij niet bij me was
heb je kleuren gestuurd
alle geuren voorzichtig
uit de doeken gedaan
alleen al je naam
was voor mij een
stralende zon na de nacht
ik hoop jouw lente te vangen
in mijn onstilbaar verlangen
weet dat ik nu op je wacht
Lachen
Lachen is heel gezond
Dit is wetenschappelijk bewezen
U hebt het misschien wel gelezen
Het onderzoek is afgerond.
Kleine kinderen lachen vaak het meest
Ouderen hebben het wat afgeleerd
En dat is eigenlijk helemaal verkeerd
Voor een peuter lijkt het elke dag feest.
In de Bijbel is het reeds verteld
Een lach verblijdt het hart
En verlicht vaak uw smart
Zoals in Spreuken staat vermeldt.
Een vrolijk hart geeft een blij gezicht
Een droevig hart pijnigt de geest
En zo is het altijd al geweest
Lachen geeft ontspanning en tegenwicht.
Lachen bevordert dus goede gezondheid
Daarom: Laat ze maar lachen
Het licht verschiet
ik ken een aantal
heerlijke karakteristieken van jou
die maken je al meteen een
uiterst begerenswaardige vrouw
de manier waarop jij je
door het leven begeeft
kleurt alles met lente en laat
ieder weer voelen dat die echt leeft
zelfs het licht verschiet als jij
in dialoog iets opmerkelijks ziet
door dit intens samenzijn
ontstaat een warm stralende schijn
die liefdevol voelt in
elkaar begrijpen zonder meteen
het oordeel door vergelijken
met wat er beter kan en ook moet
jouw handen en ogen
koesteren wat eigen is en blijft
strelen het persoonlijk unieke
waarmee de mens zich juist onderscheidt
Hun mystieke ladingen
ik heb de polsslag
van het leven
zien vibreren in
de stilte van jouw
magisch realisme
de ingehouden adem
gevoeld van de
explosieve krachten
die jij met machtige
penseelstreken bedwong
in karaktervolle diepte
passeerden ongekende
perspectieven die
hun mystieke ladingen
in schaduwen verborgen
in jouw kleuren
contrasteerden meerdere
onderhuidse spanningen
in een strakke structuur
geregisseerd met laaiend vuur
jij evenaarde gods touche
in een rakende wereld
die het heden vertolkte
tot de ultieme sublimatie
van een groots verleden
Hemelde aarde weer op
wij spraken
dezelfde taal
maar jouw woorden
dansten hadden
dat lenteachtige
vlinderden
flamboyant in een
charmant eerste
ontmoeten door
prille kleuren geroepen
jouw ogen kaatsten
voorjaarsontwaken
vol vitaliteit en
talloze vragen over
onze vroegere levenswijs
jij hemelde aarde
weer op tot paradijs
zoals in het eeuwenoude
scheppingsverhaal met
stralende woorden in zonnetaal
Mijn geloof...
Ik geloof in God, die mijn vader wil zijn
Hij die hemel en aarde geschapen heeft
En nog steeds alles onderhoudt wat leeft
Ook mij nabij wil zijn in verdriet en pijn.
Ik geloof in God, die mijn leven leidt
Hij mij in Zijn liefde wil aanschouwen
Dat ik op Zijn woord kan vertrouwen
Hij, die mij van zonden heeft bevrijd.
Ik geloof in God, die voor mij wil zorgen
Elke dag mijn dagelijks brood zal geven
En alles wat ik nodig heb in mijn leven
Niet alleen vandaag, maar elke morgen.
Ik geloof in God als mijn Heiland
Die mij een eeuwig leven heeft beloofd
Waarin de liefde nooit wordt gedoofd
Bij Hem in de hemel aan Zijn vaderhand.
In liefde gemanteld
heerlijk
als je ogen
weer lachen
de taal
spreken van
humor en kracht
warmte
straalt van je af in
koesterend ontvangen
emoties
raken geladen
de zachte pijn
van vele
scherpe kantjes
in het samenzijn
helend is je kus die
in liefde gemanteld
alles toedekt en sust
Vrijheid vogelt
je vleugelt
verglijdend
op de wind
een roep
die buren kent
van ver daarginds
vrijheid vogelt
tegen wolken
zonder volgers
nooit alleen
stippen waaieren
zwierig bijeen
scheren zwart
voorbij een
volle maan
voordat zij
naar hun eigen
rustplaats gaan
Onze levensreis
Onze levensreis begon als kind
Toen we nog geheel afhankelijk waren
En niets in deze wereld hadden ervaren
We werden gekoesterd en bemind.
Na verloop van jaren werden we zelfstandig
We moesten onze levensweg zelf bepalen
Dat ging dan vaak over bergen en door dalen
En we vervolgden onze reis eigenhandig.
De tijd droeg ons naar de ouderdom
Die gepaard ging met vallen en opstaan
Met vreugde, verdriet en soms een traan
De reis gaat door en keert nooit weerom.
Het einddoel van onze reis is naar God
Hij blijft onze Gids op ons levenspad
Ook wanneer het soms eens tegenzat
Was Hij steeds betrokken met ons lot.
Een tweede huid
ik hoorde
de lucht leeglopen
met een sissend geluid
de regen kwam
van boven en ik
stak mijn handen uit
water spatte alle
kanten op en vormde
snel een tweede huid
die mij omsloot
intiem deel maakte
van de losgebarsten bui
ik voelde mij
niet nat als eeuwige
bijkomstigheid
maar zag kringen
uitnodigingen zingen
door druppels in de plas
Krakend in octaven
ik had veel
in mijn mars
maar kraamde
lachend blijdschap
en verbazing
op gezichten
heb toen niet goed
op de centjes gepast
troubadour
leek mij wel wat
met zang en dans
de mens vermaken
liedjes uit het hart
die de pijn vervagen
van de lange werkdag
dagelijks langs
herens wegen gaan
in zon en regen staan
de herberg met
een warm bed
waarvan de waardin
ondeugend lacht in
de stilte van de nacht
ik heb de lier aan
een treurwilg gehangen
mijn stem bleef krakend
in octaven hangen
benen wilden ook niet meer
ben liefdevol opgevangen
als ludieke kostganger
door onze lieve heer
Het niemendalletje
juist jij
kunt zo fijntjes
erotiserend
de lijntjes
ophangen van
het niemendalletje
als voorspel
tot een ultieme
apotheose
we spiegelden
elkaar kwijt
in de subtiliteit
waarmee jij
me raakte
weerhaakte in
beteugelde lust
mij de sporen gaf
zonder rust
we schemerden
in de warme gloed
waar het leven
nog zinderde in
volmaakte eenheid
zagen de zon
opgaan en een
nog volle maan
in de spiegel staan
Gewijde tijd
nog donkert
niet de lucht
de ondergaande
zon schijnt alle
schaapjes rood
intense drukte
van de dag
neemt langzaam af
de stille schemering
draagt sporen nacht
gewijde tijd
in terugblik naar
het volle licht
een mijmering over
de dagelijkse plicht
in ontspanning rust
de avond vol vermaak
die in voldane moeheid
wordt genoten totdat
alle luiken zijn gesloten
Taal van je lijf
jij tikte
het ritme
bewoog handen
om de melodie
in je hart te
doen landen
danste met
een lach op
woorden die
jij in zinnen
hebt uitverkoren
tot dit gedicht
ogen knikten
een feilloze
choreografie
in de ruimte
waarover jij
kon beschikken
felle lampen
belichtten de
curieuze accenten
die jij gaf aan
de sprekende
taal van je lijf
jij straalde
de strofen
over ons uit
wij wierpen
bloemen naar
onze poëziebruid
Je ademt goud
je vliegt en fladdert
dartelt dansend rond
rust kleurrijk in de
vroege morgenstond
die rozerood jouw
koude vleugels streept
zijn warmte geeft
tot zacht ontplooien
je ademt goud
schrijft lente in
het hemels blauw
met jouw pigmenten
in speels aanwezig zijn
benader jij de rust die
als je neergestreken bent
lieflijk het volmaakte kust
Richting moskee
ik hoor de grote trom
waar kerktorens zijn verdwenen
ranken minaretten tegen blauw
het indringend schreeuwen om
gebed begint al gauw en roept
een mannenzee richting moskee
onaangedaan schijnt nog de zon
maar de seizoenen zijn vergaan
subtropen hebben nu ruim baan
het levendige bazargeroezemoes
waait veelkleurig uit tussen kinderen
hoofddoekvrouwen en vers fruit
onder palmen en grote galerijen
krioelt het verkeer waarbij ezels
de oude fietspaden gebruiken
auto's hoog frequent hun vele
claxons uitbundig laten fluiten in
het dagelijks concert van fileleed
gelukkig zijn er oases van rust
in verre groene reservaten waar zwart
bonte koeien grazen en autochtonen
in hun eigen talen mogen praten
de geschiedenis heeft zichzelf herhaald
alleen vooruitgang kwam voor hen te laat
Thuis
je ogen stil in
proevende gedachten
zoekend terwijl je staart
voor even
van deze wereld die
ongezien langs je gaat
jij bent hier
warm en levend
in jouw tijdelijke huis
maar je geest
probeert al de deuren
van je uiteindelijke thuis
Jong hout
in de open haard
knetteren zacht
vlammende verhalen
zie vele emoties
opvliegen in tal
van vreemde talen
nog speelt
jonge hout de
hoofdrol in het vuur
zij laaien heftig op
spatten vonkenregens
uit hun jeugdig blok
verteren snel
naar smeulend gloeien
in nawoorden die boeien
geschiedenis is in
rook opgegaan maar hun
memoires voelen warm aan
Dauwdruppelend gras
ik streepte
hemel met
wolkeloos licht
kleurde
de tijd in
opklarend zicht
raakte
de dag in het
zien van je lach
je voeten
trokken een spoor
in dauwdruppelend gras
dat in brekende
weerkaatsing
regenboogkristallen gaf
ik zag in het
groengrijs van je ogen
hemel en paradijs tegelijk