Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Lusje of krulletje
jouw strepen
kunnen hun
recht zijn niet aan
er is altijd nog
een sierlijk lusje
of krulletje te gaan
als een
rebelse lach die
eigenlijk niet mag
maar het staat
als tegendraad actie
recht uit je hart
past bij je
temperament dat
frivoliteitjes kent
nooit ga jij
over de streep maar
het wordt weleens heet
in het
bochtig circuit
van vergeten wie
Haute couture
geluid ritst
bevroren lucht
naar witte opening
scherp tekent
haute couture
patronen in blauw
een zilveren vogel
doorklieft sierlijk
de 50 graden kou
maar binnen
heerst vakantiepret
de landing is al ingezet
op weg naar waar je niet
verantwoordelijk voor bent
eindelijk rust in de tent
De badcel
het was op een warme dag
en mijn vader wilde
een douche nemen.
daar had hij wel erge zin in.
de badcel was in de keuken.
gauw kleedde hij zich uit.
en ging onder de warme douche.
mijn moeder deed per ongeluk
het haakje op de douche
en ze ging boodschappen doen
mijn vader wilde na een tijdje
de douche uit.
en dat lukte niet.
het haakje zat erop.
hij riep naar mijn moeder.
maar die was boodschappen
aan het doen.
mijn vader was wel heel kwaad
en hij ging maar weer onder de douche.
na een tijdje kwam mamma thuis.
en ze bevrijdde mijn vader.
hij was wel heel erg boos op haar.
ik vond het wel heel grappig om te horen..
Verboden touche
het was een
verboden touché
van twee
in een lokaal
een op een
bij open deur
bleek alles mogelijk
zelfs gordijnen
wapperden zijden
in wellustige geur
het hoogpotig
protest kwam van
een verwaand nest
dat haar zin niet kreeg
ook al deed hij zo zijn best
de school protocollen
zijn flink doorgeschoten
in relationele sfeer
alleen met coach en advocaat
kan een gesprek geen kwaad
Mijn muze
ook ik heb
mijn muze lief maar wel
op een heel ander gebied
geen strijkstokkenorkest
dat alom violiert en zo
een riant inkomen versiert
of schilders die
met messen en penselen de
gelauwerde meester willen spelen
ook schrijvers kunnen
met een semi artistieke sof de
goudkraan openen zonder enig plot
waar vele spaanders vallen
hakken kunstenaars hun steen
alleen honden lichten daar hun been
mijn muze zet gewoon de hemel
op een kier en wij dansen en spelen
in volle overgave ons uitbundig plezier
De notenkrakers
bazuinen en
engelenscharen
vliegen elkaar
nooit in de haren
waar trompetten
schallen komt
een aankondiging
die geldt voor allen
als de grote trom
zich roert weet dan
dat de allerkleinsten
al uren zijn gevloerd
minzaam strijken
violisten met
hun stok en lossen
zo hun tekorten op
de dirigent trekt
pas aan de bel als
ook het triangeltje
zich heeft gemeld
de notenkrakers
heet mijn band
waarop u al een
tijdje bent afgestemd
Een ijzeren wet
ik heb in het
jeugdig verkennen
van de ruimte
met tijd gespeeld
hem vooral vergeten
in een gelukzalig
opgaan van beleven
door er gewoon te zijn
pas na jaren
kwamen maanden
werden dagen belangrijk
in hun regelmatigheid
nu tellen we uren
letten op seconden
bij gaan en vertrek
is tijd een ijzeren wet
hij heeft de regie
in ons samen leven alleen
als de wekker is gezet begint
in het donker onze tijdloze pret
Onafscheidelijk
soms weet ik
niet meer wie ik ben
het is alsof mijn
eigen schaduw mij
nauwelijks herkent
ik loop vaak
in het volle licht
kijk voortdurend
achterom of hij
nog wel aanwezig is
laatst bij het
binnengaan was ik
per ongeluk vergeten
hem voor te laten gaan
hij bleef buiten staan
pas veel later
heb ik geweten hoe
dat zo is verlopen
deed de deur wel open
maar de lamp niet aan
toch zijn wij samen
onafscheidelijk alleen
hij wordt erg oud
steeds trager in bewegen
hoop dat hij nog lang blijft leven
Schikten godinnen
wij zijn in de
wolken geweest
hebben daar een
grandioos feest beleefd
in feeërieke
regenboogkleuren
schikten godinnen hun
verleidelijkste geuren
goden bedienden
in puur naturel
het wel en wee van
hun waardige gasten
het orkest deed
zijn hemelse best
iedereen te fêteren
met zijn geliefde muziek
als onverwachte apotheose
begon het plotseling te hozen
wij zijn in allerijl gevlucht
voor de zwarte bui aan de lucht
Heerlijke euforie
ik heb in een zon gekeken
zag schaduwen en handen bewegen
in een feilloze regie van de geest
sloot langzaam mijn ogen
zij maskeerden hun woorden
met steriel latijn en vitaal gaas
zij roesden mijn emoties
naar een vrolijker niveau
kende de valkuil die daarin school
wist dat ik ooit weer zou landen
misschien vloekend en tierend
maar altijd in lieve en warme handen
wilde later niet ontwaken
in heerlijke euforie nog verder slapen
helaas bleken de engelen op
toen zuster truus mij efficiënt en
uiterst snel deed wakker worden
door haar lach met de grote oren
Chagrijn
Daar zit je dan;
Je kijkt naar buiten;
Klote weer (zoals altijd).
Klote dag (zoals altijd).
Jij voelt je rot
en alles om je heen is rot.
Je ziet niet meer
hoe het zonnetje
voorzichtig tevoorschijn komt.
Je ziet niet meer
hoe de regenboog van kleuren
verschijnt
Zelfs àls je keek
zou je het nog niet zien;
Want je hebt geeneens
de moeite genomen
de gordijnen open te doen
Maar zelfs dat
viel je niet op.
't Is jammer dat ik het moet zeggen:
Maar;
Je hebt gewoon een bord
voor je kop.
Over het gedicht:
Voor mezelf geschreven vlak voordat ik uit een diep dal kroop.
Gerrie op zijn fiets
Gerrie springt weer op zijn fiets.
Dat is wel even een sportief iets!
Hij ringt een keertje met zijn fietsbel
En waar hij dan zijn moet,
Daar is hij dan ook snel!
Hyper door testosteron
hij patste wat rond
hyper door testosteron
een lijf getekend door
winst en zware verliezen
stoeide met gewichten
die wij nooit konden liften
uitte wat klanken die
dumbells spontaan deden dansen
getergd liep hij langs
op zoek maar een prooi
mij keek hij niet aan
zag ons op zeker niet staan
ik zwaaide bij weggaan
hij lachte en wilde een hand
iedereen hoorde het kraken
liep dagen met een fixerend verband
Speels vertier
de grote jongens
zijn weer klein
mogen eindelijk
zichzelf weer zijn
weg met protocol
gezichten weer ontspannen
de buiken mogen hangen
bij de dames van plezier
zij zijn ingevlogen
uit de mondiale regio
geen concurrentie voor
de knappe meisjes hier
wel een geheime kamer
voor het speels vertier
dat zich internationaal
bedient van lichaamstaal
het is een gaan en komen
van hooggehakte oudere jeugd
vooral het poldermodel
baart de jongens ongekende vreugd
Een helden epos
een helden epos
op papier
hoe schrijf ik dat
op een a vier
het draait om macht
klein tegen groot
het rijk van geld
en arm als de goot
toch zal de underdog
geprezen worden
voor slagvaardigheid als
de ander zich in het stof verbijt
in dit gedicht is magistraal
de wonder inkt
waarmee het vers gloedvol
drie d zal worden uitgeprint
Abnormaal?
Paranormaal.
Of abnormaal.
Wat is dat allemaal,
telkens weer, elke maal.
Steeds zichten.
Zoveel opbiechten.
En maar niet zwichten,
en blijven dichten.
Dat allemaal.
Ben ik normaal?
Of gewoon niet zoals allemaal?
De kleur van water
jij hebt
de kleur van water
spiegelend zie ik mijn gezicht
jouw transparantie
sprankelt lieve woorden
die ik schrijf in mijn gedicht
je stroomt
in warme koestering
aromatisch langs mijn lijf
strijkt met
wilde speelsheid
schuim langs een verboden lijn
maar al tijdens
het ontdooien voelde ik
de kou weer komen
ben rillend opgestaan
mijn droom heb ik helaas
met tegensputteren moeten laten gaan
Grijst permanent
in permanent
heeft tijd
je haren gegrijsd
het leven in de heer
kende ook een weleer
waarin bloemen bloeiden
verborgen
in het hoge gras
op lange zomerdagen
onttrokken aan ogen
die slechts rechtlijnigheid
konden gedogen
voor pleziertjes is geboet
het lange blonde haar
grijst permanent onder de hoed
Ik moet om je lachen
Je bent zo apart
zo levenslustig
ik moet wel om je lachen
je zit vol verhalen
niet te stuiten
je hebt levensvreugde
we hebben wat afgelachen
je bent niet te stuiten.
Jongens
Jongens zijn net kerstbomen.
Eerst versier je ze, daarna dump je ze.
Jongens zijn net bussen.
Als je er eentje mist, neem je gewoon de volgende.
Jongens zijn net wiskunde.
Je snapt er niks van.
Jongens zijn net katholieken.
Ze denken altijd aan hun kruis.
Jongens zijn net drugs.
Je raakt eraan verslaafd.
Jongens zijn net douanes.
Ze controleren je overal.
Jongens zijn net kauwgom.
Wanneer de smaak eraf is, neem je een nieuwe.
Jongens zijn net chocola.
Je kan er niet van afblijven.
Jongens zijn net lucht.
Zonder ze kan je niet leven.
Jongens zijn net typex.
Eerst je type, dan je ex.
Jongens zijn net tomatensoep.
Zonder ballen is er niks aan.
Jongens zijn net WC's.
Als ze bezet zijn, neem je een andere.
Jongens zijn net muziek.
Ze blijven steeds ergens in je hoofd hangen.
Jongens zijn net hondenstront.
Je trapt er elke keer weer in