Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Lachte lieve stemmen
je lachte
zachte geluiden
van lieve stemmen
niet gestileerd in
woorden en zinnen
maar met een
warm en liefdevol
timbre van binnen
pas later
spraken je ogen
met het licht
van de zon waarbij
vanzelfsprekend
stralende liefde
in alle kleuren
schitterde en blonk
het is geen
show die jij
in lichaamstaal
laat zien juist in
puur leven kun jij
iedereen dat geven
waar zij in eigen
taal om vragen
verstaan en
eindelijk begrepen
worden in samen
als partners dingen
doen zoals groeien
in ragfijn groen
waar bloeien een
beletsel zal zijn
Wiegde warme lucht
zij wiegde
warme lucht
liet snelle
moleculen tot
het kookpunt
komen in hun
complexe dromen
gaf voeding
aan wat zij
al zo lang
ontbeerden
in het leren van
hun onverzadigbaar
verterende geest
ook zij was
ooit hoog begaafd
geweest in een
wereld waar
nooit een vraag
op een gedegen
niveau werd gesteld
waar stilte
eenzaamheid creëert
samen werken
door kortsluiting
en structurele storing
als onmogelijk
werd geïnitieerd
zij heeft hen
opgezocht een
warme hand op
beschadigde zielen
gelegd ze een oneindig
als perspectief gegeven
in een toekomstig leven
De ziel
je tekent
zwart glijdt
potlood over
weerbarstig papier
nog geen
markante lijnen
maar de eerste
compositie ligt hier
ook de vlakverdeling
van donker en licht
brengt wat expressie
op het gezicht
de esoterische
sfeer roept om diepte
in een eerste aanzet
door verfijning met kleur
karakter en ervaring
zijn gezet voordat
magie voorzichtig de ziel
in de ogen heeft gelegd
De tweespalt
waar roze valt
in de tweespalt
van waken en
verder dromen
zijn dimensies
hun grenzen kwijt
er is niemand
die kijkt of past
op overtreding
allen zijn gelijk
op het prilste uur
van de nieuwe dag
als de nacht zijn
beelden in licht
heeft zien sterven
is de keuze vrij
tussen dromen
en werkelijkheid
meteen een wankel
moment in het
ambivalent bestaan
het echte gaan of
fictie die de dag
verder nog ontkent
Zonder zon van binnen
zwart spiegelden
gebroken ruiten
hun onbewoonde staat
in een straat waar
je de entropie van
uitgewoonde huizen
indringend rook
waar vroeger jeugd
in luidruchtig vertier
hun plezier zocht in
onschuldig kattenkwaad
hadden verval en
verloop van bewoners
de chaos versneld
migrant en
achterstand op alle
gebied schiepen geen
positieve mogelijkheden
om uit de vicieuze cirkel
van maatschappelijke
degeneratie te treden
gebedssnoer
en de hoofddoek
geven geen soelaas
in hun stil herinneren
het is vochtig en kil
mensen worden vroeg oud
zonder zon van binnen
Fingerspitzengefuhl
ik zag hoe
vlugge vingers
orde in een
chaos brachten
door natuurlijke
krachten hun
bestemming te wijzen
geen dwang of
verbale eisen
maar met
fingerspitzengefühl
problemen
naar de juiste
paden leiden
jij had ook de
innemende lach
die ontspanning
bracht in een grimmig
presteren waarbij
proberen vaak
het kortste einde had
uit niets toverde
jij het goede
gevoel van heerlijk
bezig zijn ieder
op dezelfde lijn in
samenspraak tot een
prachtig resultaat gemaakt
Kristallen
sierlijk dansen
de kristallen
op vlaagjes wind
voorbij mijn
raam waar
een enkeling
helaas zijn
einde vindt
in een
krampachtig
smelten
zie ik later
de druppels
glanzend naar
beneden snellen
op weg naar laag
wit laat
de bui zijn
sporen na
op weer een
maagdelijke aard
je hoort knispers
knappen als kou
langs kristallen gaat
Vleugel gevrij
ik heb
de bloemen
in je voetsporen
zien groeien
zij markeerden
in bloeien
het pad van wij
nog vaagjes
naastgelegen
wat wilde
vegen verwaaid
en ongebaand
in een naamloos
tegenstreven
waren ooit
een stel uit
chaos en obstakels
verbinding was
er wel maar nooit
iets van een door ons
gedragen perspectief
wij waren vrij
de wereld nabij
aan onze voeten
wij ademden dat
ongebonden zoete
in vederlicht
vleugel gevrij
De betraande waas
ik zag
je gaan door
de betraande
waas van
afscheid nemen
kus en
handendruk
al lang voorbij
alleen maar wij
en jij die droomde
er was geen
wakker worden
in confrontatie
met het definitief
van einde
de overgang
was toen de
laatste adem floot
die fluweelzacht
stilte sloot
Feodale proporties
zij kende
als geen ander het
kleuren onderscheid
dat jou bereid maakt
in haar verleiding
mee te gaan
nam liefjes
maar trefzeker
je hand om je
langs het pad
van zwoele
geuren te leiden
op voor jou
nog onbekend
terrein waar zij je
uitnodigde om
eindelijk eens
jezelf te gaan zijn
jij dacht hemel
al te kennen die in
evolutie tot ons komt
juist haar hel is
even wennen door
hitte die niet zont
door gestoei
is je ego ongemerkt
tot feodale proporties
gaan groeien ben jij
niet meer wie je was
ontdekt nu de waarheid pas
Vol ornaat
ik kende haar
onderkoelde lach
de marmer witte
handen en haar
ijzige blik door
eenwording met
het materiaal
waarin haar
opdracht zich
zal presenteren
zij bijtelde
schaafde en boorde
het transparante
blok met redelijk
gemak naar de
gewenste afmetingen
af en toe even
stilstaand voor de
onverwachte kleuring
van een uitbundige zon
op deze opmerkelijk
hete dag was het
enkel de koelte die
haar omgaf van
totale overgaaf aan
het beeld dat zij ooit
in gedachten had
koning winter in
vol ornaat op zomers
zonnewende uit ijs gemaakt
Sproetig gekleurd
ik zag je handen
bruin van de zomer
armen sproetig gekleurd
in je gulle lach blonk
de eindeloos lange dag
we liepen en
ontdekten de grote
wereld in volle groei
net na de lente in een
snelle spurt naar bloei
alles leek nieuw
groter dan voorheen
immens imponerend
alleen al door de formaties
van het eeuwenoude steen
wij voelden ons
nietig in het extreem
grote heelal door dat besef
ervaarden wij voorzichtig
een intense binding met al
Toren van babel
jij kende
alle talen
van de toren
uit babel
maar de
belangrijkste
was er maar een
die werd
niet gesproken
maar gespeeld
met alle inzet
van het hele lijf
begrepen worden
was de enige prijs
juist in het
non verbale
reikten jouw
talenten naar
het fenomenale
begrijpen van
emotie en compassie
jij regisseerde
het verbinden van
inzicht en begrip
in een elkaar
verstaan en vol
vertrouwen samen
aan het werk gaan
Kleine vocaaltjes
jij had
als kind al
de kleine
vocaaltjes
hoog zitten
je sprekende
ogen formuleerden
al heel jong
een tekst die
ons meenam
jij pakte als
kind al de
toehoorder in
met onschuld en
aanhankelijke liefde
pas later kreeg
jouw gezicht de
expressie van het
grote gebaar eigen
aan de mezzosopraan
juist in de
wat barokke
bewerkingen kon
jouw stem god
uit zijn hemel lokken
stonden veel
mensen op om
heel enthousiast
te applaudisseren
met een brok in de keel
Jouw caleidoscoop
al het plezier
in je lach en
ogen is gelabeld
veilig geringd
en opgeslagen
in hun mooiste
herinnering
jouw caleidoscoop
vol liefde en warmte
maakt haar eigen
vorm en kleur
vol pure vrolijkheid
die ooit samen
intens is beleefd
jij bent wat je geeft
zonder misverstand
recht door zee
naar de havens van
hun harten om daar het
vredige thuis te bewaren
na lang samen varen
Alleen pluizen
zon groende
het bos van
kruin tot
het mos in
een samen
ontwaken
jij zette
voorzichtig de
bezem opzij
knapte wat
takjes om meer
snelheid te maken
jouw blote
voetengaan
liet geen
sporen na in
het zachtste
tapijt ooit
alleen pluizen die
wilden verhuizen
haakten aan
omdat heksen
alleen voor
vruchtbaar gaan
jij hebt mij
het bos laten zien
van mijn dromen
ik voelde mij klein
geloofde meteen
weer in sprookjes
Die interactie
jij stapte
op treden
die kleurden
lichter werden
naarmate jij
steeds hoger kwam
die interactie
liet jou zomaar
in het gewichtloze
verdwijnen zonder
dat jij er gekleurd
op had gestaan
zo is het ook met
je schreden gegaan
al ras nam
de snelheid toe
tot ook jij het niet
meer kon bijbenen
maar wel kon jij
uitstekend je
handen laten wapperen
zoals alleen dapperen
dat kunnen doen met
een lach en dikke zoen
Klein ballet
jij bent ooit
fee geweest
in de nadagen
van magie toen
mystiek nog te
kerke ging bij de
hoge hiërarchie
jouw verschijning
is altijd een
feest geweest
in feeërieke kledij
waarbij jij wit
opende en alle
kleuren ontsloot
in tutu speelde
jij klein ballet
met vederlichte
danspasjes als
kind gedragen
door een dartel
wervelende wind
Mist
langzaam
pakte de dikke
grijze mist mij in
ik kon nog net
mijn hand voor
ogen zien
in duizenden
lichtspikkels werd
het inkomend
licht gebogen tot
een feeërieke
schijn voor de ogen
er waren geen
geluiden meer
van buiten door
demping was de
wereld afgesloten
van het leven
de vochtigheid
benauwde mij
maakt het ademen
zwaarder waardoor
ik piepte en later
wat licht paniekte
nog zag ik de
grond tot ik een
stoeprand vond
om die te volgen
naar voor mij
bekend gebied
ik dwaalde
heb veel gebeden
maar herkende niets
meer uit verleden
tot ik eindelijk bij
de auto's kwam
mist had afgedaan
bangheid opgetrokken
de voordeur heb ik
dichtgedaan want ik
was uit de doden
helemaal zelf opgestaan
De hoedster
ik wist dat
jij de hoedster was
van vele goudgerande
schapenwolkjes
dat deze volkjes
het blauw als
leefgebied hebben
geadopteerd
samen met hun vriend
de wind die blind
vaart op wat jouw handen
hem hebben geleerd
jij opent in
het ochtendrood
waar de wol nog bol
staat van de warme nacht
pas als de zon
zich na de klim weer
hoger in de horizon
bevindt is de kudde paraat
jij met lach en
herdersstaf laat wind
de wolken breken zodat
de schaapjes kunnen eten