Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Ons eigen paradijs
blikken zijn veranderd
ogen lichten op in schermblauw
zien gauw een stukje wereld
verdwijnen weer in virtuele kou
open zicht is een
zeldzaam fenomeen geworden
vreemd het kijken naar elkaar
geen klikjes toch een paar
het voelt als een gemis
naakt omdat er geen verbinding is
zonder kudde lijkt het kil en leeg
omdat niemand je een like-je geeft
nog piepen alle apps
trilt en zoemt het apparaat
vraagt aandacht om er bij te horen
maar jij en ik zijn aan de praat
om eindelijk terug te keren
naar het werkelijk bestaan
zonder dwang en eis weer te
gaan werken aan ons eigen paradijs
De Heer zal u steeds gadeslaan
De Heer zal u steeds gadeslaan
Van Hem mag u hulp verwachten
Alle dagen en ook alle nachten
Want Hij blijft met uw lot begaan.
De Heer slaapt of sluimert niet
Hij is als een schaduw aan uw zij
En blijft u altijd heel dicht nabij
In vreugde maar ook bij verdriet.
De Heer wil altijd uw helper zijn.
Hij die hemel en aarde voortbracht
En aan Zijn schepselen heeft gedacht
Hij leeft met u mee in zorg en pijn.
De Heer zal u steeds gadeslaan
Hij beschermt u, waar u ook gaat
En wil u behoeden voor alle kwaad
Bij Hem komt uw hulp vandaan.
(Woorden uit Psalm121)
Als stormen woeden
Als stormen woeden in ons hart
En we geen uitkomst meer zien
Ons eenzaam voelen misschien
Wanneer ons denken is verward?
We mogen dan vertrouwen op God
Hij zal ons steeds willen behoeden
Hoe erg de storm ook mag woeden
Hij blijft bewogen met ons aller lot.
Hij brengt de stormen tot bedaren
Ons hart zal weer in rust verkeren
Zodat ons niets meer kan deren
God wil ons in Zijn gunst bewaren.
God de Heer zal uitkomst geven
Hij weet wat er in ons hart omgaat
Hij is onze burcht en toeverlaat
Zo kunnen we stormen overleven.
Prijs de Heer
Prijs de Heer, want Hij is goed
Zijn liefde duurt in eeuwigheid
Dat allen Hem eren, wijd en zijd
Voor al het goede dat Hij doet.
Prijs de Heer, Hij geeft ons kracht
Laten we Hem loven met een lied
Voor de zekerheid die Hij ons biedt
Alles heeft Hij voor ons volbracht.
Prijs de Heer, want Hij is onze God
Hij zorgt voor ons, heel ons leven
En wil ons hulp en sterkte geven
Hij is steeds bekommerd om ons lot.
Prijs de Heer, Hij blijft ons nabij
En zo lang we mogen bestaan
Zal Hij ons in goedheid gadeslaan
Zijn grote liefde gaat nooit voorbij.
(Woorden uit Psalm 118)
Ik zal u niet verlaten
“Ik zal u niet verlaten”, zegt de Heer
“Ik zal bij u blijven , waar u ook gaat”
Zoals het in de Bijbel geschreven staat
Zal Hij u beschermen, keer op keer.
“Ik zal voortdurend aan uw zijde staan
Net zolang tot Ik u alles heb gegeven
Want wat Ik beloofd heb zal Ik naleven
Zodat u nooit alleen verder hoeft te gaan”.
Op de Heer mogen we altijd vertrouwen
In welke omstandigheden wij ook verkeren
Hij is erbij, niets zal ons dan kunnen deren
In ons leven mogen we op Hem bouwen.
Wat een troost om dat te mogen weten
Dat God de Heer ons altijd nabij wil zijn
In vreugde, maar ook in verdriet en pijn
Hij verlaat ons niet en zal ons niet vergeten.
(Woorden uit de Bijbel)
Bemoedigingsmomentje
Bent u moedeloos en uitgeput
Niet meer blij met een nieuwe dag
Die u weer aanschouwen mag?
Denkt u: Het heeft toch geen nut?
Weet dan dat God u nabij wil zijn
Hij zal u weer moed en kracht geven
Zo staat het in de Bijbel beschreven
Hij is bekend met uw verdriet en pijn.
“Wees maar niet bang,”zegt de Heer
“Want Ik zal er zijn, Ik ben met u
Alle dagen van uw leven, ook nu
Ik wil u helpen, steeds maar weer.”
Wat een bemoediging om dit te weten
Dat God ons nooit alleen laat gaan
Maar iedere dag naast ons wil staan
Hij is met ons en zal ons niet vergeten.
(Woorden uit Jesaja 40 en 41)
De martelaarsdood
schoten
bommen
en scherven
ze verbergen
de mens
steeds meer
tonen in
fel rood de
martelaarsdood
gezichten
verdwenen in
een hoop schroot
we keren
horen bij passeren
allah is groot
Niemand die haar zag
zij dacht en voelde
dat er iets ontbrak
groeide altijd volop lente
maar niemand die haar zag
zij wilden allemaal
in schoonheid bloeien als
mooiste van de bloemenwei
alleen zij paste daar niet bij
altijd net een ietsje minder
of een maatje meer
het voelde als gemis
deed haar steeds meer zeer
toch wist zij
diep van binnen dat
ook zij het ooit zou halen
om eindelijk te stralen in de wei
op eigen kracht en zonder
overbodige correcties heeft zij
haar sterke kanten goed gebruikt
bloeit nu boven iedereen uit
Krassen op de ziel
ik heb ze allemaal
weer bijgespoten
rimpels wallen en
soms ware goten
vol verwachting
kijken ze me aan
maar hoever
moet ik nog gaan
huid veroudert
verliest souplesse
strakker trekken
helpt maar voor even
lijnen willen spreken
ervaringen niet vergeten
vertellen van het leven
en de krassen op de ziel
een glad gezicht
zal zo nooit meer
de spiegel kunnen zijn
van liefde zorg en pijn
Te hebberig!
Gast, wat zit je nou te slijmen, ik ben je f*cking hondje niet.
Het enige wat jou boeit zijn chickies om te flaaien,
zodat ze met jou gaan.
Maar, gast, dacht het ff niet, hè, want jij gaat er aan!
Dat jij nou zo hebberig bent, tja, daar kan ik niks aan doen.
Jij toont mij lieve woordjes, ik jou minstens tien klappen.
Dat heb je wel verdiend met je vage grappen.
Kleine regenbogen
ik bladerde door
wat bladmuziek
zag in herkenning je lach
wist waar je aan dacht
die liefelijke herfstsonate
vol rust en serene pracht
ik bespeelde zwart wit
in een nog zomers begin
liet bloemen bloeien
pas later kwamen
de vruchten en oogst
groeiden bladertapijten in rood
in die volheid van kleur
zag ik de tranen komen met
in je ogen kleine regenbogen
Het blauw perspectief
wolken pakken samen
verduisteren in vele talen
het blauw perspectief
naamlozen roepen
de wind te gaan liggen
proeven de stilte van angst
hun bewegen wordt gedreven
door een passie voor gaan en
stormenderhand overspoelen
nog maakt het niet uit
land en plaats om het even
voor slaap eten en leven
maar gezichten herkennen
baarden uit het chaotische daar
waar handen baden met eigen god
ook in den vreemde
vermoorden islambroeders elkaar
blijft het geloof hun eigen strop
Waar onfeilbaarheid heerst
ik kan ze
niet traceren
de zangers van de rei
tonen kringelen omhoog
geurig in wierrook
maar niet voor mij
heb geen aflaat en
verdiensten heilig niet
de middelen zoals zij
doelen zijn beschreven
het ondermaanse is enkel geven
dan pas komt de hemel naderbij
waar onfeilbaarheid heerst
heeft de mens nog niets geleerd
van alle tekens aan de wand
De groten gelezen
ik heb er jarenlang op
gejaagd en ieder gevraagd
naar het geheim van leven
de groten gelezen
maar hun exegeses konden mij
geen antwoorden geven
geploeterd en geliefd
hoe diep ik ook groef
aanwijzingen kwamen er niet
tot ik begon met
het loslaten van zaken
toen kon ik vorderingen maken
het werd transparant
in het voorzichtig
naderen van de overkant
ik ken nu eindelijk
het geheim van leven
alleen dood kon me dat geven
Een kaartje...
Versie 1:
Vol spanning keek ik, want daar kwam de postbode aan.
Zou hij mijn huisje nu alweer zomaar voorbijgaan?
Maar daar kwam hij ik keek het was een kaartje van Chris dus;
Er zat vandaag een vrolijk kaartje in mijn bus!
Versie 2:
Vol spanning keek ik, want daar kwam de postbode aan.
Zou hij mijn huisje nu alweer zomaar voorbijgaan?
En ja daar kwam een kaart met erop een boom, een beuk;
Ik lig dan misschien niet echt in een deuk
maar zo'n kaartje is en blijft enorm leuk!
Vol midden-oosten klanken
luid schettert de muziek
vol midden-oosten klanken
treinen rijden niet omdat
er angst is blijven hangen
verdwaald in eigen stad
niemand die mij richting geeft
vroeger ben ik toch
ook heel vaak hier geweest
de straat is rijkelijk
bekleed met donkere gewaden
maar er is geen mens die
het nederlands nog spreekt
geen vluchteling te zien
terwijl je mag verwachten
dat zij hun medebroeders
echt niet laten zakken
ook hun angsten zijn gebleven
omdat geloofsgenoten
enkel eigen wetten lezen
elkaar vermoorden in allah's naam
Weerbartige contouren
de natuur heeft
het palet met klassieke
kleuren klaargezet
wind veegt nonchalant
wat bladeren van het doek
kaalt takken tot een lichte hoek
waar aarde somberde
onder het zomers zware loof
komen nu de jonge varens bloot
het is geen tweederangs leven
zij gaan deze herfst
nog hun lentetintjes geven
toch schraalt het weer
en scherpen lange schaduwen
al weerbarstige contouren
in het diepe blauw
strepen witte lijnen
de strakte van vorst en kou
Als de spiegel beslaat
de groten uit
de geschiedenis hebben
altijd een naam gehad
maar door hun leven
liep een schaduw
die de echte macht bezat
zij waren naamloos
moeilijk te traceren
deze onzichtbare heren
hoewel soms dames
staat konden maken
zij liepen minder in de gaten
ook in het klein
spuugt schaduw zijn venijn in
levens die met lach lijken omgeven
weet dat als
de spiegel weer beslaat
je eigen schaduw voor je staat
Onder oplichtend wit
ik voel aan strand
de warme energie van
het collectief geheugen
in grijsblauw doorzichtig
schilderen golven ons leven
onder oplichtend wit
zij kabbelen gedachten
fluisteren woorden uit
de boeken van bestaan
alles is opgeslagen in
minuscule flintertjes zand
glijdend door de losse hand
zacht draagt wind
de refreinen van ieders lied
het eeuwig nirwana vergeet jou niet
Een warme winter
je bloeide bloemen
toen je binnenkwam
de zon nog in je haren
ogen straalden
blij verrast met
zachte lentekleuren
een vleugje wind
bracht fris aroma binnen
van een spelend buitenkind
ik wist dat jij
zou komen om samen
de zomer te verdromen
herfstbuien keuren nu
de rijpheid van de oogst
ons is een warme winter beloofd