Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het licht is uitgegaan
het licht is uitgegaan
ramen gaven al dagen
het donkeren aan
ook het geluid
leek van steeds
verder weg te komen
niet meer gedragen
door lucht maar van
binnenuit in dromen
nog waren alle
plaatjes compleet in
vorm opstelling en grootte
ik kon me bewegen
maar niet meer door
lopen en staan wel in gaan
voelde me vrij
alleen afgesloten van alles
waarvan ik ooit heb genoten
sprak voluit wist alle vragen
troostte en hielp hen
met het mij missen te dragen
ik ben nooit weggegaan
uit het diepe verbonden zijn
met hun verdere leven en bestaan
In spiralend zand
voorbij het schaduwrijke loof
van eeuwenoude eiken
zindert zomerse hitte over
geelkleurende korenvelden
naar kerktorens in het verre land
stilte markeert de vlucht
van een spaarzame vogel
die hard schreeuwend de
koelte verlaat geschrokken
door een plots springende haas
wind ruizelt het blad
krijgt houvast in spiralend
zand op het uitgelopen pad
hoosjes dansen in stijgen
als dronken oude wijven
waar klokken het middaguur slaan
rollen hun tonen over warm land
ontwaken mensen uit lome dromen
vouwen handen en danken de heer
voor hun eten en het zomerse weer
Wennen doet het nooit
het kind dat door andere kinderen wordt uitgesloten
kwetsbare volwassenen door kinderen nagejouwd
kind dat door een oudere wordt misbruikt
een dier dat niets terug kan doen en wordt vertrapt
de leerkracht die de klas laat lachen om een leerling
de leerkracht voor wie de klas het leger van de vijand is
een loonslaaf die geknecht wordt door zijn bazen
de dementerende als prooi voor de somatisch zieken
de psychopaten die hun buren kwellen
of anoniem op internet hun slag slaan
overal ter wereld komt het voor
dagelijks naast al het ander leed
maar wennen doet het nooit
Wankel evenwicht
ik ben in wankel
evenwicht beland
pak iedere hand om
niet ten onder te gaan
er was al jarenlang
geen land meer te bezeilen
ben aan lager wal geraakt
maatschappelijk afgehaakt
ik dacht licht te zien
in het alternatieve circuit
het wrakhout wilde
maar niet blijven drijven
de vluchtige beloftes
het luchtig handjeklap
boden niets om in goed
perspectief naar te kijken
ik wil geen speelbal
worden van mensen en
emoties ik neem de trein
mij zullen zij snel vergeten zijn
De kaarsrechte lijn
gaan wij
de messen slijpen
voor de kaarsrechte lijn
of kartelen
we de lemmeten
voor meer rafels opzij
wie voelt de pijn
van het warme vlees dat
al de geest heeft gegeven
plengt het bloed
dat al stollend ooit
leven heeft geschreven
wie denkt in
het landschap van smaken
de enige fijnproever te zijn
snijdt eigen vingers aan
omdat zijn waarheid
naast vele andere komt te staan
Mislukte sms
de dichtvorm vraagt om spaties meer dan letters
ik dwing mijn vingers te gehoorzamen
hoe kan ik je anders snel bereiken
als jij de telefoon niet opneemt
en e-mail niet beantwoordt?
geef mij een ander antwoord dan ok of xxx
neem mij niet kwalijk dat mijn sms zo lang is
Lichte pijn
ik wist je
slapend in aanwezig zijn
zag in de mimiek van
je gezicht een lichte pijn
je ogen dwaalden
achter gesloten leden
lippen formuleerden
een geluidloos vergeten
pas later toen
je draaide naar de rug
kwam langzaam weer
de ontspanning terug
uit het diepe van
zorgen verzachtten
de lijnen naar wakker
worden met goede morgen
ik vroeg of je
gedroomd had vannacht
je zei niets bijzonders maar
ik zag iets verdrietigs in je lach
Bij volle maan
waar komen ze vandaan
de paarden die
bij volle maan galopperen
in weides zonder hek
ik ben niet gek
heb hun hoofden gezien
gestrekt in een meer
dan schitterend gaan
ben ze gevolgd tot
ik het schrikdraad voelde
niet verder kon en zij
verdwenen aan de horizon
nog hoor ik ze snuiven
zie hun staarten wuiven
ik ben niet gek er zitten
paardenharen op de struiken
Het pianospel
Door de wijzen van het diepst mineur,
in de rechten van het laagst gesteld,
begon ik de klanken van de weide,
die in het begin,
door mij werd verondersteld.
En verder in die diepte,
waar het gerecht mijn hart bespaard,
speelt over de man, die mij gezien had,
de laatste klank dat mij was bewaard.
En dit sprakeloze pianospel,
waar mijn rust steeds langzamer weg drijft,
is de plek waar het oneindige net begint,
en waar de muzikant overbodig blijft.
Ik ook van jou
Hij verdreef de kracht in alle keren,
eenzaam in de bedroefde liefdes wijs,
waar hij zijn bedwelmde gezichten op zich hijst,
voor haar geweten en nog de fouten te leren.
Want tot groot zijn stand in diep teleur,
verspoelt de recht te gaan,
in wazen naar haar hemels naam,
maar de weg was droog, en grijs van kleur.
En had toch verstreden of gevraagd,
naar de bestemde plek van tijd,
waar zijn hoofd betuigd van spijt,
maar haar hart nog alle zorgen draagt.
Vanavond waren zijn emoties te dicht bij jou,
maar hoe jij je woede ook voor hem kan leggen,
het enige wat ik deze avond kon zeggen,
was enkel en alleen maar,
ik ook van jou.
In blauw de hemel lacht
in woordloos formuleren
proberen gebaren
expressies te leren om
te zeggen wat ik denk
het zijn kleine wenken
van oog en handen
die met bloemen jou
mijn liefde schenken
vingers die
mij dialogisch
zacht strelen in het
helen van jouw blik
die mij herfst bracht
niet om te oogsten
maar het troosteloze
van een kille regendag
die enkel kale takken zag
ontdaan van zomers loof
toch sturend naar omhoog
omdat in blauw de hemel lacht
In een vreemde lucht
ik voelde hoe
de tijd verschoof
hoorde paarden
rook de geur van
omgeploegde aarde
in het schimmige
voorbijgaan proefde
ik hun angst en pijn
zag de aftocht in het
bloedige verslagen zijn
vanuit mijn ooghoek
werd het langzaam stil
het zonlicht straalde
helder als voorheen
ik was moederziel alleen
maar de sporen
waren warm en vers
takken afgerukt met
vlagen doodsangst
in een vreemde lucht
Licht leidde mij
ik weefde
pure kleuren uit
het scheppingsverhaal
geen schakering
of diepere nuancering
maar heel basaal
zweefde boven
het vormgeven
van het eerste leven
hoorde het zingen
van immense koren
nog ongeboren kinderen
er was geen hemelpoort
licht leidde mij
in warme intensiteit
wist en begreep
het eerste vibreren
op goddelijk niveau
waarom bleef
mijn lichaam beneden
was ik nog niet afgesneden
keek om voelde de draad
ging terug naar mijn lijf
schijndood op de rug
Met warmte
ik wilde alles
over liefde weten
heb meters boeken
stukgelezen
bibliotheken bezocht
toneel bekeken
geluisterd naar muziek
maar liefde vond ik niet
wel alle draden
waarmee het is verweven
zoals drama en verdriet
als je het patroon verliest
tot ik de mensen
naar elkaar zag kijken
in desinteresse of begrijpen
maar ook met warmte
die lieflijk straalde
in het opengaan van
lach en ogen de handen vast
omdat daartussen liefde was
In warme jachttinten
gloedvol
piekt je haar
in warme jachttinten
het is de tijd
van het jaar dat
harten sneller kloppen
jij lacht smakelijk
alle aandacht weg na
het oogsten van hun blik
beweegt met gratie
en natuurlijke souplesse
tot hun grote schik
ze dollen dagen uit
scheppen op over
hun toekomstige buit
spieden al naar
ogen die toegeven
jagen is het echte leven
Stilte als decor
ik wist het
grote huis met
vele hoge ramen
waar als ik binnentrad
de sfeer het ouderwetse
van voorbije jaren had
omdat de klokken
waren vergeten
het heden aan te geven
zij tikten langzaam
het verleden weg zonder
dat er iets werd gezegd
gebaren uit ervaren van
voorheen hadden stilte als decor
waarin het middagzonnetje scheen
pluizen dansten luchtig
door de lichte banen heen
in gestaag opwaarts bewegen
zij dronken thee
ik mijn limonade terwijl ik keek
naar het beeld van gods genade
uren gingen ongemerkt voorbij
hun statigheid en rust in het leven
maakten een diepe indruk op mij
Wolkjes muziek
zacht breekt licht
gekleurde tonen
in het glas
een transparante
melodie zweeft
door de lucht
wolkjes muziek
lieflijk op hun vlucht
langs hoge balken
tot de verste lijken
op te lossen in de
mist van vele lampen
die hun schijnsel
hemelwaarts richten om
gods gezicht aan te lichten
Het leven.
Het leven is vaak hard
Maar ik als persoon ben zacht
Soms kan ik het leven even niet meer aan
En wil ik het liefst even weg van alles gaan
Soms wil ik even van alles kunnen schuilen
Om in mijn eentje even alles eruit te kunnen huilen
Om even kracht te zoeken om door te gaan
Dan kan ik het leven voor even wel weer aan.
Ergens in de luwte
ik heb wind
contouren gevraagd
van het land waarover
hij net geeft geraasd
hij dwarrelde wat
ergens in de luwte
sprak ik met hem af
benieuwd naar ontmoeten
hij streek neer
in een vlaag
onverwacht maar
ik wist dat hij het was
hij bulderde niet
vloog nauwelijks op
maar was heel bedaard
zo dicht bij aard
hij omvatte mij
liet zijn streken zien
kleine stormen en hozen
stiltes als tussenpozen
hij eindigde met
een onbedaarlijk gaan
zijn afscheid een zware orkaan
in het oog hoorde ik mijn naam
Ik moest afscheid nemen van je
ja, ik heb veel afscheid moeten nemen
van familie en vrienden, het is nooit fijn
ja, het leven bestaat uit geven en nemen
ik heb veel met veel vrienden
en vriendinnen gesproken
wat was dat altijd fijn om te praten
over wat in onze gedachten leefde
veel was opbouwend en goed
en nu moet ik er veel missen
ook zijn er gestorven,
maar eens zien we elkaar weer terug.