Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het laatste blad
ik was
het laatste blad
dat de herfst
bijna liet hangen
heb met
bladeren geruiseld
een zomer lang
alle koelte gevangen
stormen getrotseerd
zag takken breken
waarvan het einde nog
niet was geformuleerd
nu somberend in een
wereld vol vergrijzen
donkere dagen die
in de ochtend al verijzen
ik val en vervolmaak
het kleurig herfsttapijt
weet in afscheid nemen dat
de nieuwe lente al is voorbereid
Door contrast gekust
ik staar
naar een
stokoude vijgenboom
droom er zand
en heuvels bij wat
gebergte verder op rij
het zon
doorstoofde land
vraagt een verfrissend bad
in overgeërfde
kleuren spreken
decennia hun rust
de helderheid
van licht is door
contrast gekust
voel historische
gebeurtenissen uit
het stof herrijzen
hoor generaties
in bloed en strijd elkaar
de keel doorsnijden
de vijgenboom
spreekt alle talen die
wind waait in verhalen
Een flamboyant verleden
een gewone groet
of mag het ook
een hoofse buiging zijn
uit een flamboyant verleden
het heden vindt dat
vast en zeker overdreven
eenvoud is al druk genoeg
iets van jezelf
laten zien met zwier
in warme lichaamstaal
lijkt vaak normaal
maar de realiteit
van dit gebaar krijgt
zelden een verrast onthaal
het is alleen het schermpje
met app en twitter die de
geest en ogen vangen
er is nooit tijd voor een reset
naar werelds andere rest
geen fysiek contact want
alles blijft in het virtuele hangen
Het magisch mystieke
ik voel
de warmte
van je handen
op mijn gezicht
niet in raken
maar een pulserend
stralen dat heilzaam
naar binnen is gericht
langzaam ontspant
mijn huid en komt
het jagende bloed
tot normaal circuleren
vaak heb jij
dat talent al gebruikt
om mensen met een
druk leven rust te geven
het magisch mystieke
blijft helaas achterwege
het verschil van spanning
kun jij liefdevol weg nemen
God is mijn toevlucht
God is mijn toevlucht in gevaren
In Zijn nabijheid heb ik niets te vrezen
Hij heeft Zijn liefde aan mij bewezen
En wil mij voor zorg en leed bewaren.
Bij U ben ik altijd veilig en geborgen
U bent mijn God, ik vertrouw op U
Steeds weer, elk ogenblik, ook nu
Ik dank U daarvoor, iedere morgen.
Ik mag schuilen bij God de Heer
Hij is mij dicht nabij in mijn leven
En wil mij het allerbeste geven
Zijn goedheid keert steeds weer.
God de Heer is mijn toevluchtsoord
Hij zal mij beschermen elke dag
Zolang ik op aarde leven mag
Hij die altijd naar mijn gebeden hoort.
(Woorden uit Psalm 91)
De huid van jaren
ik streel je gezicht
voel lijnen die
langzaam ontspannen
onder mijn vingers verdwijnen
zij tekenen jouw
blik op de wereld
fixeren waar jij vaak
bij stil hebt gestaan
in je zorgen maken
over zaken die jou
dieper dan oppervlakkig
steeds maar weer raakten
zij hebben hun
verhalen beschreven
op de huid van jaren
uit jouw hectisch bestaan
toch zijn zij gegaan
in tijdloos vervlakken
jij was niet te pakken
je gezicht voelt liefdevol aan
Een lang vergeten lied
ik bewandel
bedaard mijn pad
maar met stiekem
een tiental omwegen
die mij behoeden
voor incidenteel vergeten
zo maak ik
zaken vast aan
geluiden en muziek
neurie nonchalant
een lang vergeten lied op
het woord vergeet-me-niet
soms ga ik visueel
zet de zaak te kijk
in lusthof of prieel
verbind emoties als
decor tot ik uiteindelijk
het bewuste woord weer hoor
maar met jou
is alles al verbonden met een
warm hart en in de ziel gegrift
ervaren is eenmalig omdat
herhalen schier onmogelijk is
hemel in bereik met liefde geplaveid
Een tikje herfst
ik zag
een tikje herfst
in je anders
zo zomerse lach
een vaag
en broos verkleuren
van ogen waarin
vermoeidheid bodem had
nee geen
fragiele breekbaarheid
maar ook in jouw leven
herken jij de tijd
in wisseling
van momenten
sprankel je in
pure vitaliteit
maar in een
rustige achtergrond
raak jij die lijn
soms even kwijt
nog bloei jij de
volheid van leven
vergeet niet
jezelf rust te geven
Het tweede gezicht
ik wist de
donkere kant
van het bestaan
kwam pas
uit de schaduw
van licht vandaan
kreeg in
herkennen het
tweede gezicht
weet door wie
het meeste kwaad
wordt gesticht
onder deze zon
is het eerste
bloed gevloeid
geboeid door
afgunst en macht
is de mens verkracht
in ontkoppeling
van gelijkheid is hij
zijn medemens kwijt
ook voor hem
is er geen rijk
dat hij zal beërven
het evolutiegen
vloeit alleen in
de grootste kerken
Vader, U alleen
Vader, U alleen wil ik prijzen
U, mijn God die alles weet
Hoe ik ben en hoe ik heet
Ik wil U alle eer bewijzen.
Vader, bij U alleen wil ik zijn
Mijn leven lang zal ik U loven
En in Uw liefde blijven geloven
In vreugde maar ook in pijn.
Vader, met U wil ik leven
Zonder U kan ik niet bestaan
Ik zou niet weten hoe te gaan
U wilt mij al het goede geven.
Vader, dank U dat U mij bemint
Dat ik aan U mag toebehoren
En U mijn gebeden wilt verhoren
Ik vertrouw op U als Uw kind.
Amen
Het juweeltje beneden
ik raak zacht
de skyline aan
hoogbouw en
de meer bedeelden
die zich met auto en
tuin nog altijd vervelen
hoge lichtjes
knipperen frequent
omdat je in kleine kamertjes
de ruimte uitgetekend hebt
in samen delen ben je
al heel snel met velen
laagbouw flitst en filmt
in schrik en afwering
waar sensoren je bezoek
te vlot registreren als je
onverhoopt je komst als
verrassing wilt presenteren
zij hebben elkaar
nooit echt gezien
hij van nummer duizendtien
zij het juweeltje beneden
over haar tuinman is zij al
decennialang uiterst tevreden
Stilte zingt al snel
je ogen dansen
schalks en
blij kijkend
handen spelen
liefjes strijkend
er licht
een oase op
van vrolijkheid
jouw warmte dijt
heel langzaam uit
de kringen
worden groter
verkleuren grijs
naar licht pastel
stilte zingt al snel
wij lachen
zwaaien geestdriftig
naar elkaar en in
mystiek openbaren
nemen we genade waar
Verdwaalde uren
vaag klokt de tijd
verdwaalde uren
zijn slagen ben ik kwijt
verdwenen tussen
onherkenbare stemmen
die mijn stilte storen
er lijkt gezelschap
in de kamer want de
tafel is keurig gedekt
maar de stoelen die
als garnering dienen
zijn nog onbezet
het donkert
zonder het gezellig
rommelen van bestek
nog niemand heeft
de kaarsen aangestoken
die er feestelijk zijn neergezet
ik kijk wat
paniekerig om me heen
naar dit vertrouwd decor
voel me heel alleen
verdwaald in deze film
omdat ik nergens bij hoor
Mantra's van stilte
ik lees in
gedachtenspinsels
woorden die hun
karakterletters al
hebben verloren
hoor stemmen
in mantra's van stilte
die het verleden
hebben vergeten door
herhaling in heden
voel de emoties
van de natuur in het
seizoensgebonden zijn
die nu alles geven om in
vrucht en zaad te overleven
ik open mijn handen en
geest zonder god te zijn
voel mij een hoeder
die deelt in de sprankelende
muziek van het samen als feest
Heer, U doorgrondt en kent mij
Heer, U ziet alles van mij, U kent mij
U weet van mijn zitten en mijn staan
En weet precies waar ik heen zal gaan
U blijft mij dag en nacht dicht nabij.
Elk woord dat ik uitspreek kent U al
Niets is voor Uw aangezicht verborgen
U kent ten volle mijn verdriet en zorgen
U Heer, mijn God, Koning van 't heelal.
U blijft elke dag met mij verbonden
En bent bij mij, voor mij, achter mij
U, mijn God, gaat mij nooit voorbij
Ik kan Uw liefde niet doorgronden.
Geef dat ik de juiste weg mag inslaan
En het goede pad mag bewandelen
Dat ik altijd naar Uw wil zal handelen
Dank U dat U mij nooit alleen laat gaan.
(Woorden uit Psalm 139)
Angstdromen
ik heb angstdromen
in de ban gedaan
zij zullen mij
niet meer overkomen
sluiers zullen geen
ogen doven die niet bestaan
fluisterende stemmen
vergeten hun misdadig plannen
het gefolterd schreeuwen
en de eindeloze val
ik ken ze allemaal al
van opgejaagde creaturen
nooit meer zal ik
badend in het zweet
ontwaken om pas na uren
weer bij de tijd te geraken
want ik leeg
mijn overvolle geest
in een totaal ontspannen
alle rugzakjes zijn weggehangen
dan schep ik mijn
eigen wereld zonder vrees
waarin angsten nooit
levensvatbaar zijn geweest
Uit oude roots
ik heb gesnoeid
in de meest
wonderlijke perspectieven
alles weggeknipt
wat me ooit heeft geboeid
soms verbaasd
ook vaak teleurgesteld
heb ik die toekomst
met hartzeer geveld
en weer geëgaliseerd
nog resten uitvalsrouten
begaanbaar in open terrein
niet meer de sociaal
ingewikkelde constructies
zoals ze vroeger plachten te zijn
toch ligt het overige
niet braak want welig
schieten jonge scheuten op
uit oude roots naar licht
dat naar vernieuwen smaakt
Een prachtig palet
ik zou je zo
een orkest willen geven
waarin alle bloemen
hun kleuren en geuren
in muziek uit kunnen leven
een dirigent
die ook de kleinste
orchideeën kent
ze laat wiegen in de
bomen van hun dromen
kom mee
naar de bloemenzee
dans in het gras
want de voorstelling
begint pas als de zon er is
zij opent hun harten
in de eerste zucht
van de zomerwind
ieder heeft gewacht
tot het bloeien begint
in een prachtige
palet krijgen allen
hun muzikale kans
deze bloemenmand is
voor jou zonder een dissonant
Verlangen naar God
Heer, mijn verlangen gaat uit naar U
Die hemel en aarde geschapen heeft
En nog alles onderhoudt wat leeft
Altijd blijf ik naar U uitzien, ook nu.
U bent mijn Koning en mijn God
Gelukkig zijn zij, die met U leven
En hun vertrouwen aan U geven
U Heer blijft bewogen met hun lot.
God, U beschermt mij steeds weer
Ik mag mij aan U toevertrouwen
En die keus zal mij nooit berouwen
God mijn Heer, U zij alle lof en eer.
U bent het licht in mijn bestaan
En zult mij leiden op al mijn wegen
U wilt mij omringen met Uw zegen
Ik mag veilig met U verder gaan.
(woorden uit Psalm 84)
Als kunst
nog is het glas
niet gebroken maar
de breuk spiraalt
grillig omhoog
jij hebt kunst
uit je mond doen
ontvlammen in vorm
veelkleurig neergezet
het groeiproces
bleek te gespannen
toen is de kiem voor
een barst al gelegd
we keken en beefden
hoorden het scherpe
geluid van verscherven
hoog boven ons uit
de top was gelukkig
onbeschadigd gebleven
de barst had zich als kunst
door het werk geweven