Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De wereld van ginds
lief schreef
een droom haar
verhaal in de
mimische spieren
van je gezicht
in heerlijke
ontspanning liep
jij door de wereld
van ginds waar ook
je lach zonnetjes bracht
in kleine klanken
klonk de tijd van
vele generaties zonder
strijd en spijt in
gelukkig samenleven
toen remden
je ogen en in een
langzamer bewegen
kwam je tot leven totaal
verrast door waar je was
Op papier
zij had zich
morgens al gekleed
in de contrasten
waarmee zij
haar werk deed
haar en ogen
sprongen uit het
wit van verzorging
de lach innemend
met een gaaf gebit
het is druk
cliënten kijken
vaak benauwd
want op papier zijn
zij het slachtoffer hier
signalerend vraag
ik naar de zuster
van de prik wel een
knik maar niemand
herinnert zich haar gezicht
heb toen het
compliment gegeven
dat zij anderen helpt
met overleven maar ook
zichzelf niet mag vergeten
Warm donzig bloot
zij draagt in pracht
van klederdracht
de herfstmand
met stralende lach
haar appelwangetjes
blossen zomerrood
een huid met nog
het warm donzig bloot
langgerokt schrijdt zij
langs hongerige ogen
die verlekkerd kijken
wat geuren beloven
een schitterend
assortiment van
een kwaliteit die ook
dit jaar ongekend is
een heerlijk defilé
van kleur en smaak
dat noeste arbeid op
het veld snel vergeten doet
Bruisend leven
jij hebt je
namen geschreven
op alle delen
van jouw leven
in het bos
vliegt plots
een vogel op
met veel misbaar
door die scene
schrik je op in
auditief herinneren
een regelrechte top
op het donker
spiegelend meer
schrijft maan zijn
intrigerend wassen
wij rafelen
ondeugend aan
de kant zijn gezicht
met golfjes in plassen
nog staan op
het verre strand
jouw sporen naar de
horizon in drogend zand
namen zijn
niet meer te lezen
maar de print barst nog
van het bruisend leven
Geen pose
zij kende
geen pose in
de verstilling
van het moment
altijd waren
haar ogen aan
beweging en
voortgang gewend
souplesse en
charme gaven
haar zwier met
een lach van plezier
haar dynamiek
piekte velen tot
zaken die zij anders
gewoon zouden laten
zij ging hen voor
zonder drempelvrees
door de poort van een
ongekunstelde wereld
waar materialen hun
onbezoedelde ziel lieten
zien in samen op weg
ook naar kunst misschien
Beslagen adem
drogend draaien
de laatste blaadjes
als gebedsmolentjes
aan hun steel
in groene zomer
mantra's moe
geruizeld kleuren
zij met herfst mee
donkere vennen
weerspiegelen
nog strak de lage
zonnestand in zwart
het warmrijpe
is verdwenen ook
schraalhans heeft de
staart tussen de benen
dan tocht het bos
open plekken stralen
koude uit wind kraakt in
beslagen adem vorstgeluid
Tektonische dromen
nog triomfeert
je lach maar
chaos diept
allengs het graf
waarin wij zonder
overleg verdwijnen
vaste grond
is ons ontnomen
door tektonische
dromen over
ongegeneerd misbruik
van geld en macht
waar sky
the limit was
verdween de shit
in het grote
blauwe gat dat
ooit de hemel was
rücksichtslos is er al
eeuwenlang gedumpt
voorraad tegen afval
weggegumd terwijl
woeker grijnsde werd
geest met onbenul gevuld
Een kapotte balans
jouw handen
wezen bloemen
de weg om te bloeien
vele kleuren groen
boden zich aan om aan
de basis te mogen staan
van de unieke vorm en
geur waar bevruchtingen
vanzelfsprekend gaan
ook in conclaaf van
wind vliegen en bijen
aan wie nu de eer om als
stuifmeeldrager
nog te echten na
talloze nectargevechten
zacht zingt
je lach het geurige
pad van dromen
jij weet dat
ze komen in de
overvloedige zomertijd
hoe lang zullen zij en
jouw hand de vruchten nog
kleuren uit een kapotte balans
Valse contrasten
scherp schuurde
vaal licht
langs schrale takken
valse contrasten
schetsten niet bestaande
unheimliche sferen
het donkerde in
woud en bos ondanks
het gebrek aan bladeren
nog priemde zon
venijnig strak naar
leven op de grond
schijnwerpen creëerde
een bewogen beeld omdat
licht continuïteit doorsneed
er gaat geen dood voorbij
wel het uitbundig kleurenfeest
van wat eens zomer is geweest
Biomassa
wij hebben ze
te vroeg gekapt
voor vliegtuig
weg en mensopslag
als biosmassa met
miljardensubsidie
vervuilen zij nog meer
dan steenkool van weleer
er niet bij nagedacht
dat er miljoenen bomen
en struiken moeten komen
om co2 uitstoot in te tomen
voor het klimaat
is deze jonge aanwas
nu al veel te laat onder
de huidige stikstofdeken
die het leven vandaag
de garantie van een
minimaal vijftig jarige
vergiftiging gaat geven
Een gele drive
ik speel
dromend met
gele bolletjes
bouw een
kubus uit het
groen rondom
nog heb ik
geen idee wat ik
met de rondjes ga doen
ze rollen kleur
in zwaartekracht
met een gele drive
wacht gespannen
op de vorm die uit
deze move overblijft
zij liggen nu
dicht tegen het
groene vierkant aan
in mijn altruïstisch
geheugen hebben
zij dat altijd al gedaan
ik lach om
deze uiterst
simpele wetmatigheid
zonder hem
waren wij al lang de
totale mensheid kwijt
Het verdwenen pad
zelden hoor
ik nog de
fluitende wind
vocalen ontbreken
als bladeren
zijn verdreven
dan gieren
hoge tonen langs
sprieterige takken
alsof het bos
zijn man zijn
heeft laten zakken
het donker
passionele is alweer
van even geleden
in zomerse
overvloed brachten
bladeren hun groet
nu schraalt schichtig
wat omzichtig door
het kale struikgewas
nog onbekend
met vallend blad
en het verdwenen pad
Wolkt onbestemd
ze hebben
de zon gewist
het laatste stukje
blauw vergeven
nog wolkt
onbestemd
boven wei
en verre dreven
het is ademen
maar zonder
spirit in de lucht
energie is gevlucht
wij onderhouden
met de dood
op onze hielen de
meesten zijn al ter ziele
zonder aanwas is het
snel gedaan in de
laatste generatie verliest
de mens zijn bestaan
Eigen koers
ik zag dat jij
in loslaten
vliegen leerde
langzaam
probeerde een
eigen koers te gaan
langs kabels
hoogtes verkende die
nooit hadden bestaan
duikend diepte nam
met een scheervlucht
langs de maan
jouw voeten
in de aarde waren
al lang verdwenen
toch keek ook jij
nostalgisch om naar de
plaats die jij had betreden
Koele tinten
ik kende
de kracht
van je handen
wist hun warmte
voelde hoe
energie overliep
in raken
laadde jij mij
positief op
mijn aura
kleurde vitaal rood
ver van dood
waar in
koele tinten eigen
pigmenten klinken
jij interfereert
met licht en zon
naar hogere niveaus
direct uit de
voor eeuwig
onuitputtelijke bron
Kleurden halveringstijd
jouw passen
waren zo licht
dat zelfs in sneeuw
geen enkel spoor
zichtbaar bleef steken
ongerept bloeide
je glimlach zon
op smetteloos wit dat
schoonheid weerkaatste
uit zover het kon
fonkelende kristallen
kleurden halveringstijd
door intense straling
in kraakhelder blauw
smolt warmte uit kou
toen de laatste
sneeuw verdwenen was
vonden wij in je eerste stap
het pril groen groeien tussen
gebroken winterse boeien
Laagjes
het zijn
ontelbare laagjes
die antwoorden op
vraagjes aan je huid
op de grens
van buiten en
binnenkant wordt
het spel gespeeld
de autonoom
die nooit de
deur dichtslaat
voor een probleem
communiceert
ook al wordt hij
zwaar geattaqueerd
en in het nauw gedreven
er zullen altijd
laagjes zijn die
antwoorden geven
uit de tijd van overleven
Haar kleedje
zij kende het pad
draaide de bocht naar
een uitlichtende zon
schiep een paradijsje
in de luwterijke kom
landschap was
haar kleedje in
de dagelijkse tooi
seizoengebonden
en innoverend mooi
zij ontving het
vriendenbezoek dat
op vleugjes wind werd
gedragen en cirkelend
entree maakte
er was voor
elk iets speciaals
stuifmeel en dauw
tot honing voor hen
die zich koning waanden
in dit ontspannen geruis
voelde eenieder zich thuis
ook zij die geen vrienden
waren maar deze passie voor
een ander tijdstip bewaarden
Een wimpel
nog waait jouw vlag
zijn de kleuren sprekend
maar het doek heeft
zijn beste tijd al gehad
glans en souplesse
zijn gaan lijden door
de levenslange gang
van onze vier jaargetijden
ooit heeft de mast
een wimpel gedragen
die is gestreken toen
rugzakken overbodig bleken
het mechaniek kreeg
later onherstelbare averij
door een constructiefout
konden wij er helaas niet bij
deze vlag dekt niet
jouw eigenwijsheden
waar onder je naasten
vaak hebben geleden
De eerste regens
ik heb de ochtend
zien schemeren tot in
de diepste tinten rood
verglijdend in oplichten
stierven zij een zonnige dood
de vlokjes die
het langste bleven
dreven voor de zonnewind
als lieve roze schaapjes
wolkten zij in wit de kudde in
verloren kleur in
contrasterende onderkanten
waar grijs en zwart de
eerste regens droegen die
met slag de aard ontmoetten
in een lucht die omlaag
kwam uit volle sluizen
is de dag weer heerlijk
opgefrist nadat die eerder
al zo feeëriek begonnen was