Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het elfje
het elfje had verdriet
haar linkervleugel
was van haar afgevallen
en nu kon ze niet meer vliegen.
ze ging heel droevig lopen
naar het kasteel
waar veel elfen woonden.
en waar zij ook woonde.
het elfje heette iris.
en was heel mooi.
lang blond haar
en lichtblauwe ogen.
meestal lachte ze
maar nu was ze heel verdrietig.
ze had haar vleugel bij zich.
en ging naar de elfenmoeder.
die wist wel een oplossing.
niet ver van het kasteel woonde
een elfendokter.
gauw ging ze er naar toe.
hij wist er wel raad mee.
en maakte het elfenvleugeltje
weer aan iris.
wat was ze dankbaar.
nu kon ze weer vliegen.
zo een elfje toch!
Een eigen wereld
waar vroeger
schemer licht was
in de duisternis
stilte het altijd
voor het zeggen had
als laatste woord
heerst nu kilte
in transparante drukte
zonder schaduw
sprookjes sagen
mythen en legenden zijn
bronnen vol gelukkige ellende
de levensrode draad
spint juist garen bij
dimensies vol met fantasie
laat woorden uit
hun werkelijkheid vertrekken
om een eigen wereld te scheppen
Droomwereld
als ik mijn ogen sluit,
dan kom ik in een wereld waar iedereen wel zou willen zijn.
alles in die wereld is heel fijn.
deze wereld kent geen ruzie of haat
en ook geen momenten dat iets tegenslaat.
neen, in deze wereld heeft iedereen geluk.
en huizen, straten, spullen, niets gaat stuk.
iedereen helpt hier mee,
en groeit snoep aan de bomen,
en groenten in de zee.
in deze wereld zou ik wel willen zijn.
geef nou toe, wie vindt dat nou niet fijn?
En ik begreep
in een stad, nog nooit geweest
een land waar mijn lief is
liggen ook mijn voetstappen
hoor de echo
van onze stemmen
daar waar het altijd oorlog is
lopen wij samen
hand in hand
slapen op het dak
alsof er geen afweergeschut is
kijkend naar de sterren
in het zachte ochtendlicht
net voor ik me bewust ben
van mijn leven
waar mijn onschuld nog leeft
ik net als ieder mens op aarde
opnieuw geboren ben
in een nieuwe dag
onschuldig als een baby....
ontwakend... heel even
een seconde misschien
heb ik - het - begrepen
Ik droom
Ik droom over een wit kasteel in de hemel,
waarin ik wil wonen met allen die ik liefheb.
Het kasteel is heel groot en heeft heel wat kamers,
wij zijn als engelen met elkaar en zijn heel blij.
We maken muziek en prijzen onze schepper,
we zijn heel gelukkig om in hemelse sferen te mogen vertoeven.
Ik krijg weer moed en ben blij en gelukkig.
Ik leef in een wereld
ik leef in een wereld
die nog ruimte heeft
voor fantasie.
ik kan niet anders,
als mijn gedachten laten
gaan,
door hoogtes en dieptes,
ik droom over een wereld,
die vredig is en lieflijk,
waar de vlinders niet
zullen sterven,
maar altijd om ons zijn.
waar engelen om ons zweven,
en het leven oneindig is.
In mijn gedachten
in mijn gedachten
ontplooit zich fantasie
over een mooi kasteel
in de lucht
het is wit met mooie torentjes
erin wonen elfjes
die in de prachtige kamer zich bewegen
ze spelen muziek
dwarsfluit, viool en op een witte piano
de rest van de elfen zingen erbij
het is hemels en heel mooi!
Gele wolken
het meisje, ze woont aan de rivier
gebruikt nauwelijks woorden
ze maakt vanavond haar jurk af
hij is smaragdgroen en past bij
haar ogen
ze droomt van gele wolken en een
man die altijd onderweg is
zij blijft alleen in de eenzame ruimte
ze zal neuriën en uiteindelijk
haar jurk aantrekken
om zich daarna naakt te bewonderen
Ik fantaseer wat af
ik fantaseer wat af
en probeer in het licht
te wandelen
in mijn geest wonen
mooie gedachten
die ik hoop vervuld
worden.
zo leef ik in mijn gevoel
in een wereld vol vrede
blijdschap en liefde
vergezeld met engelen
die sereen en teer zijn
ik wacht stilletjes af.
In de wolken
besproei mijn woorden
met koel water
voor de lezers die zich
er aan laven
dorstig als ze zijn
ik leg mijn muziek neer
te drogen in de zon
voor de mensen die naar
me willen luisteren
ik?
ik zit met mijn hoofd
in de wolken
ik hou nu eenmaal van
schoonheid
krijg er inspiratie van
Elfen en feeën
elfjes
klein en schattig
niet veel kracht
toch nog zo sterk
feeën
gevaarlijk en groot
heel veel kracht
toch ook niet
elfen en feeën
wat zijn het
een mythe
De pratende vogel
Ik heb een vogel die met me praat,
elke morgen begroet hij me,
met een goedemorgen,
ik antwoord met een prettige dag hoor
Twietie.
Ik hou hele gesprekken met hem.
Hoe hij zich vandaag voelt.
Ik voel me nog een beetje slaperig,
zegt hij.
Nu, ik geef je wel een bakje water.
Dan kan je je daarin baden,
dan word je wel weer een beetje wakker hè.
Je bent erg aardig voor me,
dat moet toch ook zo lief als je bent,
ik vind jou ook lief,
en laat me nu maar uit de kooi,
dan kan ik op je hand zitten.
Zo gezegd, zo gedaan.
En gauw zit hij al op mijn hand.
En geef me lieve kusjes.
Ja, het is leuk om met Twietie te praten.
Een klein wonder!!!
Je vleugeltjes
Je hebt vleugeltjes
teer en zacht,
lief elfje.
Je vliegt door de lucht
als een libelle
Heel teer ben je.
Ik hou van je
je bent in mijn fantasie
het mooiste wezentje!
In mijn fantasie
In mijn fantasie
zie ik een groot wit kasteel
in de lucht
een kasteel met witte torentjes
waarin ik mag binnenkomen
ik neem rode rozen mee
een hele bos vol
En kom bij mijn lieve vader binnen
binnen is het heel gezellig
heel wit allemaal
hij neemt de bloemen dankbaar
in ontvangst
ik voel veel liefde voor hem
We gaan de hemel schilderen
Mijn vader kan goed schilderen
en leert het mij ook
Al gauw hebben we mooie
schilderijen gemaakt
de lucht is zo mooi geworden
blauw met wit
het is heel mooi in mijn fantasie
En dan gaan we de rozen schilderen
wat kan vader het toch mooi
teder houdt hij de penseel vast
en maakt de mooiste schakeringen
in rood zacht roze en wit
ik hou van mijn vader
hij is mild en zacht
ik hoop dat hij altijd in mijn gedachten
blijft!!!
Ik zit op een wolk
Mijn gedachten zijn fantasierijk
Ik zit nu op een witte wolk
die op watjes lijkt
ik heb een trompet bij me
en blaas de hemel vol met
schone liederen
als ik moe ben
vlei ik me op de witte wolk neer,
die zacht en uitnodigend is.
De witte wolk blijft een vriend van me,
en blijft zweven door de lucht.
Ik voel me een klein engeltje,
in het hele wolkenrijk.
De tovenaar
De tovenaar tovert van alles
in het blauw, roze en wit,
hij tovert de mooiste dingen
zoals een zachte libelle
tere elfjes,
kleine kaboutertjes
Hij tovert bloemen
waterlelie uit de diepte
rozen uit zijn vuistje
klavertjes vier die geluk
brengen voor de kinderen
Hij is een werkelijke grote
tovenaar
Hij is alleen maar lief
en is niet behekst.
Zo een tovenaar toch!
Roze brillen staan me niet
zijn plagende ogen, ik sla de mijne
verlegen neer.
zijn sensuele mond die me doet
verlangen naar een zoen en misschien
naar nog wel veel meer
en als hij me eindelijk zoent zie ik vanaf
dat moment, het leven door een roze bril
hij spreekt van liefde maar ook over
alledaagse dingen... ik denk dat ik hem hou
hij heeft een plekje in mijn hart en
in mijn leven
hete liefdesnachten beleven we samen
hij heeft me naakt gezien
en ik was bloedmooi
oh, hij heeft wel wat, nét dat kleine beetje meer
maar helaas, roze brillen staan me niet
Fantasie
Fantasie is iets moois
het verruimt je geest
het zit zomaar verscholen
in je hoofdje
een mens zonder fantasie
is maar kaal
is als een bedekte vogelkooi
ik hou van fantasie
gedichten vloeien zomaar
uit je koppie
in je hoofd zit zoveel
onbekende terreinen worden
ontdekt
ja, ik hoop dat ik altijd fantasie
hou!
Nog niet geboren
in de vroege ochtend
zag ik een bleke
schim.
in het gele licht
van een lantaarn
een grove gestalte
een vrouw onzeker
op dit
onmogelijke uur
ik verdoemde haar
omdat ik wist dat
zij die mij ooit
moest baren
nu al ongelukkig
was
een hard gezicht
het maakte me bang
want wat had ze mij
te bieden?
ik kan de toekomst
niet veranderen
teleurgesteld verdween
ik, voor nu.
Elfje
Elfje jij met je ragfijne
vleugeltjes
en tere snoetje
je moet wel van je
houden
je vliegt zo lieflijk
door de blauwe lucht
hoger als een ballon
teer elfje
ik heb je lief