Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Rode kus
ik heb je
alzo lang
zien vertrekken
pijn bedekkend
met een rode kus
lippen nog gespitst
in afscheid met
emotieflits
nog voor het rood
was uitgelopen was
jij meestal weer
opgedoken
keek mij in
onschuldig blauw
lief aan en ik liet
jou in vrijheid gaan
Priemend imponeert
ik zag
hoe jij stralen
puntige energie
uit je vingers
bond en
kon richten
soepel kleurden
de houw en steek
bewegingen op de
contact vesten
daar waar zij
zich blootgaven
het dansante
bewegen leek
gevoed te worden
door kabel-
verbindingen die
alles registreerden
of versnellen
magische krachten
de momenten
van raken
op het onbeschermd
stukje lijf in de strijd
waar het hoorbaar
kreten slaken al klinkt
vanuit de kling en
lichtsnelheid vlug
langs rapier en sabel
priemend imponeert
Hebben wij verkloot
wij hebben
de wereld die
wij op onze
handen droegen
kleiner zien
worden in het
langzaam
verdwijnen van
verten en horizon
stiller in menselijk
en omgevingscontact
waar deuren sluiten
ook vreemdelingen
komen er niet binnen
daar waar geen
nieuw bloed
elkaar ontmoet is
de reis gedaan
ook hoe vee en
gewas de cirkel
niet halen omdat
wij hun lozen als
te veel mest niet
goed bekomen
pas nu pakken
wij elkaars handen
beduusd waarom
wij dit lieten gebeuren
alle leven en dood
hebben wij verkloot
Overgegaan
je bent
overgegaan
maar net
buiten ons
bestaan leef
je nog
zonder contact
geen lach
of goedendag
maar erger
onbereikbaar
voor ons
misschien toch
in ons hart
waar wij
vroeger alles
deelden en
hoorden bij
sta jij nu alleen
en toch zo dicht
nog bij mij
Van groot naar goot
jij hakte hoog
keek wat wankel
scheef naar
een wegzakkende
hemel in grote
spiegelruiten
die naar buiten
een terugtredende
werkelijkheid kaatsten
ondanks een
stralende zon
op roodkleurende
huid zag je er wat
verlopen uit in het
afnemende licht
van de met stof
en aangeplakt vuil
beslagen dubbel ruit
in lichte agressie
hakte jij de kinderkopjes
waar de granieten
haren in scheiding
waren gepatroneerd
als weg naar de
hel voor hen die
de wiebelkunst
niet machtig waren
toch was er ook applaus
voor haar die volhield
in het spastisch gaan
zich niet bekommerde
om wat mensen vinden
slecht gefocust was
op het dansant spiegelbeeld
dat ademloos meeliep
van groot naar goot
Hun adoratie
ik zag je
gracieus silhouet
in de geur van bos
als schaduw op het
licht groene mos
waar je voeten
dwaalden langs
zonnebanen die
elkaar ontmoetten
voorbij de oude
stammen waar het
leven getekend
stond op de bast
jij was de gast
op de open plek
waar herfstblad
de loper schitterend
kleurde met oogsttinten
in een dansant
verschijnen bezong
jouw stem met
een lieflijke sonate
de schepping
voor een gemêleerd
publiek dat uit het
struikgewas zachtjes
hun adoratie klapte
Een druggeralenteerde lach
aan de roze
wolk waren
rechte lijnen vreemd
een lach klaterde
al snel zijn
vrolijke druppels
in de kringloop
van de natuur
nog geen spoor
van rechthoek
blok of andere stop
pas later na jaren
verfijnen is de
creativiteit op
dan swingt stampt en
springt de goegemeente
in de toegewezen
evenementen
een weinig
verheffend
bewegingsbeeld
van hersenloos op
en neer met alleen
opgepepte kracht
wegdraaiende ogen
en een inhoudsloze
druggerelateerde lach
achtergelaten
visitekaarten zijn
tekens aan de wand
dat de schepping zijn
finaliteit heeft
onthand door nu al
te breken uit en
met de harmonisch
ronde band
Frele schouders
ik zag je
gezicht in tal
van vragen
de antwoorden
wetend wist ik
hoeveel jouw
frêle schouders
moesten dragen
toch liep je
verend met
ingehouden spirit
de borst vooruit
het neusje geheven
jouw verschijning
bruist van leven
en vitaliteit
toch had ook jij
je schaduwkant
waarbij jouw silhouet
in grijs gehuld
de kleurloosheid
van bestaan met
warme tranen
wordt gebruld
voor jouw pijn
en verdriet is er een
gedeelde warme arm
in omhelzing met lieve
woorden samen naar
een nieuw perspectief
want ook wij hebben
elkaar eindeloos lief
De voormalige rookkamer
talloze handen
hebben de leuningen
van de stoelen uit
de voormalige
rookkamer gepolitoerd
ondanks de grote
schoonmaakbeurten
hing de walm uit vele
decennia roken nog
altijd in het meubilair
in het kraken van
de stoelen was nog
het verdwaalde hoesten
uit vroeger tijden
herkenbaar te horen
nog ruisen de
gordijnen groeten
hun onverstaanbare
wensen aan mensen
die zij al jaren kennen
de kleine scenes
bestaan niet meer
hun toneelvloer is
gesloopt uit het
tehuis van weleer
de gebouwkarkassen
staan er nog in gebruik
bij andere groepen
maar zij die hulp behoeven
moeten weer gaan zoeken
Ruizelde zijn kroon
ik zag hoe
jij steeds op
een bijzondere
wijze contact
maakte met de
wereld om je heen
raakte in de
verte de kleur
van een bloem
die open was
gegaan toen
jij in beeld kwam
streek met je
hand langs de bast
van een boom
fluisterde onhoorbaar
fijne dag lieve oom
hij ruizelde zijn kroon
je struikelde bijna
over een steen
die zich in jaren
omhoog had gewerkt
toen als dank een schop
kreeg naar de kant
Ontwrichtend
zij lachte
innemend
haar warmte
straalde de
gloed naar
anderen uit
als zij las
in een vrolijke
huppel nam
zij de zinnen
zonder hak op
de tak om steeds
inspringend te
kunnen beginnen
zij had de sfeer
van het verhaal
al snel te pakken
geuren en kleur
tekenden bekend
alleen finesses
openden ogen
in hun subtiliteit
raakten zij aan
dromen waarin de
werkelijkheid loerde
op een kans om
totaal ontwrichtend
tevoorschijn te komen
Voorbij de vloed
ik voelde
in je warme
hand dromen
zachtjes ontwaken
uit het slapen
hoorde je lach
zag de rode
hartjes die je
in de branding
had gestrooid
om ons pad
aan te geven
we sprongen
over kleine
krullende golfjes
probeerden het wit
van de authentieke
kuifjes niet te raken
we zijn als goden
herrezen uit
het schepping bad
voorbij de vloed lag
het warme zand als
handdoek van het strand
Mens zonder onderscheid
nu de wereld
in snel tempo zijn
kantelpunt nadert en
het biologisch systeem
door de mens verziekt is
lijkt de oplossing voor
de ongelijkheid van
mensen gevonden te zijn
door alle variaties in
het menselijk voorkomen
en de verschillen in
diepgang niet in de
vele kwalificaties onder
te brengen maar alles
gender neutraal te maken
mens zonder onderscheid
in essentie hebben we
alles geprobeerd om die
rolverdeling zo eerlijk
mogelijk te houden tussen
man en vrouw na een
mislukt begin van de
appel en de slang
in het aards paradijs
van onderdrukking
tot verheerlijking in
alle soorten en maten
van de veel geroemde
eigenschappen en
uiterlijkheden in fysiek
mannelijk overwicht en
vrouwelijke raffinement
Slaande ruzie
ik zag
het rollen
van ogen
vingers die
wringend
kraakten
begeleid door
kreten uit
mond en kaken
in de
oplaaiende
stampende
drift was het ikke
volledig zoek
toen agressie
procesgetrouw
de slaande ruzie
ging verstikken
het ging
om niks waar
stilte viel
won rust
terrein
kreeg gezond
verstand
langzaam weer
de overhand
Op hoge poten
zij heeft
de deur met
een ferme klap
gesloten is
daarna op hoge
poten weggelopen
de stortvloed
woorden lag nog
op het pad
alles wat
nog te zeggen
viel hebben wij
nu wel gehad
toch draaide
zij zich om op
de hoek voor
een dramatisch
laatste groet
de arm
hemelhoog
geheven vingers
wijd gespreid
ogen zwarter
in haar ongelijk
de buiging sloeg
emoties los die er nog
hingen in haar krop
Afwerend geheven
de vingers
waren wit
handen afwerend
geheven er was
geen achteruit
slechts de rug
tegen de muur
met wanhoop
in de ogen
maar diep van
binnen brandde
het vuur van
de vrijheid nog
dat nooit zal doven
dat energieën
genereerde uit
onbekende
plaatsen waarbij
agressie werd
omgezet in
warme liefde
die handen reikten
compassie gaf die
aan hen die de
kou van dood en
genegeerd zijn
aan den lijve
hebben beleefd
De vorm van triomf
ik zag hoe
jouw vingers
en handen in
doorzichtig 3d
bezig waren
de wereld
rigoureus te
veranderen
de lach om
je mond had
al de vorm
van triomf
terwijl je ogen
glinsterden
van pure
geestdrift
toen creatief
even rustte en 4d
diep zuchtte
leken de doelen
bereikt maar omdat
verbondenheid
participatie nodig heeft
kost het nog even tijd
De magische kracht
zij bezat
de magische
kracht zonder
outfit in blauw
of zwart
geen demonen
uittredingen
of hekserij
haar armen
bezworen
compassie
legden geluid
aan banden
in het bespelen
van menigten en
oplopende emoties
mensen voelden
zich opgenomen
hun dromen
herkenbaar verhaald
door geestdriftige
ogen die niet alleen
maar beloven
een wereld
bijna van kant
vers van het land
zij wakkerde schaamte
aan bij de mensen
over wat zij de aarde in
rücksichtslose mishandeling
hebben aangedaan
als resultaat van
300 jaar roofbouw
het teloor gaan van
een paradijs vol
dromen dat in
miljoenen jaren
gegroeid is en gebloeid
heeft voor kleinkinderen
die er niet komen
Het stukje eigen
heerlijk
dat gebaar
als jij iets
door de
vingers laat
glippen
niet gezien
onopgemerkt
een toeval
of gelukje
verloren in
kleine stukjes
je had het
nog net
en nu is het
verdwenen zoiets
doet nauwelijks
pijn maar
verlies is nooit fijn
het stukje eigen
dat jij verzamelde
maakte deel uit van
wat je bezat dat je
zelfvertrouwen gaf
er mankeerde jou
iets dat je vroeger
miste zonder
naam en gezicht
iets waar jij altijd
de vinger oplegde
Drempelvrees
je talmde
tussen de
lange halmen
haver die rondom
het kapelleke stonden
er was wat
drempelvrees
waar licht
door duister
naar binnen keek
de deur kraakte
al jaren hetzelfde
lied het interieur
wekte geen
verbazing meer
alleen de kaarsjes
brandden niet gedoofd
door onverwachte
vlagen de zijramen
schemerden vaag
geruststellend
zong de wind zijn
vertrouwde lied dat
lang geleden door jou
verzonnen moet zijn
toen jij dacht
maria te zien
met het kind die
jij beiden mystiek
in jouw armen sloot