Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Verloren
Is het je ooit opgevallen dat,
verre dromen gerustellend,
de tijd weten in te nemen over,
periodes en lange dagen en met,
zekerheid kunnen zeggen dat,
hun kansen definitief,
verloren zijn.
Er niet meer willen zijn
zo moeilijk is het toch niet?
gewoon van die stoel stappen
en alles is voorbij
stap van die stoel, roept de duivel
denk aan de mensen om je heen, zegt de engel
ik ben bang dat ik me ga los maken
ook al weet ik dat het te laat gaat zijn
ik stap van de stoel
maar zonder touw aan mijn nek
ik kruip in mijn bed
en doe alsof er niets aan de hand is
Echte schoonheid
het lijkt een gave
om strijdbijlen
niet te begraven
maar ze als eerste steen
te werpen zodat jij je gelijk
als waarheid kunt erven
juist in schikken wordt
een compromis naar eenheid
geleid en is consensus bereikt
ik lach als de cd voor
de duizendste keer wordt gespeeld
met het refrein dat overleven heet
Leunend over de reling
Leunend over de reling keek ik om en speurde ik naar jou.
Overal mensen; duwen, roepen, trekken, schreeuwen naar elkaar.
Wind, kou, schuim, meeuwen, geur van zee.
Aan de overkant, de oever. Nog meer zielen, nog meer gezichten.
Uit het water komen, zitten, staan, blijven, gaan, radeloos, vermoeid, samen schuilen, afgemat.
En dan zie ik jou. En jij ziet mij.
Ik blij. Jij blij.
Een ogenblik, toen was ik voorbij. Weg oever, weg gezichten, weg jij.
Maar het is goed, want ik zag jou en jij zag mij; ik hier jij daar; en nu is alles anders.
Ik was zoekend. Nu ben ik gezien.
Gebladerd met wat rijp
ik heb
de winterbloemen
op zien komen
zij bloeien
in het kristallijn
van sneeuw en ijs
breekbaar op
hun transparante stelen
gebladerd met wat rijp
contrasteren
met oplichtend wit
de laatste herfsttinten
tot de bloemenzee
zich spreidt en verder
golft voorbij de horizon
waar komend grijs
gewijde stilte brengt
die hoort bij deze wintertijd
Hun nevelig verhaal
waar mist sliert
flarden geluidloos
hun nevelig verhaal
verkondigen druipen
woorden langs het raam
somberheid verdicht
het minimale zicht
waarin licht verstrooid
wordt en alleen bewegen
nog signalen geeft
alsof leven
zich afspeelt in
een ongeziene vorm
van bestaan dat zijn
zinnen verloren heeft
strak trekt angst
klemmen op de borst
omdat de chaos stijgt en
diepe eenzaamheid naar
psychotische suïcide neigt
Uit hectische uren
langzaam ebde
herrie weg
uit hectische uren
lichtte zee op
onder een halve maan
lieten golven agressie gaan
alleen op het strand
het nieuwe jaar nog
koesterend in mijn hand
pas toen
schelpen knersten
bij de kadewand
ik stilte vond
zittend op zand
ontsloot ik de tijd
zag je stralende lach
de twinkeling in ogen
wist dat jij aan mij dacht
Een aangereikte hand
een jaar
vol transparantie
maar de laatste
scherven glas
braken zonder kleur
de ooit geroemde
schoonheid af
wij zijn gewond
kelen gesneden
uit naam van
religieuze beden
barbarisme vierde
hoogtij en terreur
kwam plotseling nabij
maar open ogen
vragen mededogen
een plaats om weer
te leven zonder angst
jezelf met hart en
ziel te kunnen geven
in een aangereikte hand
Nieuw jaar
Het oude jaar is weer voorbijgegaan
Een nieuw jaar ligt nu voor ons open
Laten we op een gezegend jaar hopen
Er is niemand die weet hoe het zal gaan.
We mogen het overgeven aan onze Heer
Die de tijd en ons leven in handen heeft
En ons Zijn liefde en vertrouwen geeft
Hij wil ons nabij zijn, steeds maar weer.
Ook in het nieuwe jaar zal Hij ons leiden
Wij mogen op Zijn woord vertrouwen
Wetende: op Hem kunnen we bouwen
Hij blijft Zijn vleugels over ons spreiden.
Wat een troost om dat te mogen weten
Dat we niet alleen in het leven staan
Maar dat God met ons mee zal gaan
Hij zal ons ook in dit jaar niet vergeten.
Je stralende gezicht
er is geen balans op te maken
niets houdt elkaar in evenwicht
de enige activa die ik bezit
ben jij met je stralende gezicht
uit de prilheid van lente groende
jij zomer en bloeide beeldschoon
kleurrijk oogde herfst in rijpende oogst
voor koude dagen die om feesten vragen
ik heb ooit je hand gepakt
toen ik onomkeerbare liefde zag
het laatste voornemen dat ik toen nog had
was je liefhebben met heel mijn kleine hart
dat is gebleven als doel om voor te leven
ook in onthutsende momenten waarin
geven voor even op proef werd gesteld
gezondheid en geluk is het enige dat nu nog telt
Scheiden
Ze hadden elkaar trouw beloofd
En wilden zich aan elkaar toewijden
Tot dat de dood hen eens zou scheiden
Maar de liefde was eerder gedoofd.
Ze gingen met veel moeite uit elkaar
Ook met pijn en verdriet in het hart
Het samenleven werd hen te benard
Ze maakten hun beloften niet waar.
Het is niet de wens van God, de Heer
Dat man en vrouw elkaar verlaten
En niet meer verder willen praten
Maar Gods liefde keert steeds weer.
God zal nimmer van ons scheiden
Hij houdt Zijn woord gestand
En houdt ons in Zijn sterke hand
In al ons verdriet en in ons lijden.
Ondanks ons menselijk falen
En ons menselijk onvermogen
Blijft God met ons bewogen
Ook in deze, toch diepe dalen.
Gewoon
Vroeger was geloven heel gewoon
Het hoorde er toen helemaal bij
Maar die tijd is al lang voorbij
Geloven is niet meer zo gewoon.
Vroeger ging men gewoon naar de kerk
Maar nu laat men het vaak afweten
En is het net of men God is vergeten
Door de drukte van belangrijker werk.
Is het een teken van deze moderne tijd
Dat men niet meer gewoon gelooft
En andere dingen heeft aan het hoofd
Wordt het geloven een zeldzaamheid?
God is getrouw, dat mogen we weten
Hij laat niet los en Hij wil ons leiden
Ook als wij verder van Hem afglijden
Zal Hij Zijn schepselen niet vergeten.
Oud en Nieuw
Het oude jaar is bijna verstreken
We staren naar de klok
En nemen nog een slok
We hebben het weldra bekeken.
Het is nu omstreeks middernacht
De klok tikt en slaat bijna 12 uur
Buiten is het erg koud en guur
Het nieuwe jaar wordt verwacht.
Dan is het tellen geblazen
... negen, tien, elf, twaalf keer
Het oude jaar is niet meer
We vullen nog even de glazen.
We geven elkaar de beste wensen
Met veel heil en zegen
Op ieder zijn wegen
En vrede op aarde voor alle mensen.
Geve God ons allen een goed jaar
Zonder rampen, onheil en geweld
Dat overal de vrede worde hersteld
Een veilig jaar zonder enig gevaar.
Uit donkere plooien
ik heb
het bos ontkleed
zijn bladerjassen uitgedaan
alle spinrag
is verdwenen
naakt komt het voor mij staan
ongenadig hakt het licht
de laatste spaanders
uit donkere plooien
verwaait wind
lichte varens en de
stilte van het beschutte ven
de open plek
is kaal bij volle maan
wat heksenhout is blijven staan
troosteloos steken
stammen hoog in de lucht
ook hier is de mystiek gevlucht
Weinig mystiek
ons rest nog
maar weinig mystiek
door rationele repliek
ook de magie wordt
in het logisch circuit
stevig te kijk gezet
wij zijn verworden tot
automaten die zogenaamd
iets zinnigs uitbraken
geloof hoop en liefde
zijn niet te vatten omdat
zij nooit in structuren passen
godzijdank zijn er nog
dromen waarin sprookjes sagen
en legenden tot ons kunnen komen
schijnt toeval en verbazing
dwars door de dubbele beglazing
van onze geïsoleerde geest
Vleugjes kerst
ik zie de ster
in glans afnemen
streek voor streek
een kleine felle
schittering nog in
driekoningenweek
de stal is tochtig
vervallen en uit zicht
na het warme hemels licht
passanten zijn geteld
weer terug op weg
naar eigen huis en stek
van bethlehem naar
het verre nazareth
waar leven zich weer zet
nog ademt het decor
wat liefdevolle vleugjes kerst
maar de kerstboom is al weggezet
Van dood hout
ik zag takken breken
wist ze van dood hout
vluchtend voor de wind
die ze jaren wiegde
in het groen als kind
nog weerspanden zij
al buitelend zijn kracht
caprioolden op de vlagen
maar grondden roemloos
tussen het gevallen blad
waar klein grut
zijn onzichtbare bestaan
krioelde in het donker van
de nacht en volle maan
om blad en takken af te breken
tot elementen voor nieuw leven
Afscheid van velen
ik heb afscheid moeten nemen
van velen in mijn leven.
maar ze leven nog steeds in me.
het is geen werkelijk afscheid
ik kan altijd aan ze denken.
en dan doet het niet zo een verdriet.
onze gedachten gaan niet weg van ze
ze maken er altijd plaats in
hoe heerlijk is dat
dat er geen werkelijk afscheid is
dat is heel mooi!
Een engel
hoe zal ik een engel beschrijven
er zijn engelen met vleugels
en engelen zonder vleugels.
maar allen zijn ze rein
en brengen vreugde
in het leven van velen
ze hebben geen fouten
maar geven enkel
zij denken niet aan zichzelf
maar denken altijd aan de ander
zij zijn in de geest verbonden
met god, die hun heeft geschapen.
ieder mens heeft zo een engel in de buurt
wat een geluk dat er engelen zijn
we zouden niet zonder ze kunnen.
Jij en ik zijn één
ja, lieveling,
het is ervan gekomen dat we trouwden
we werden verbonden in de echt
we zijn altijd voor elkaar bestemd
en zijn voor elkaar geboren.
nooit gaan we weer uit elkaar.
we hebben elkaar trouw geschonken.
onze trouwkus was innig, teer en zacht
lieveling,ik hou zoveel van je
je hebt mijn hart gestolen.
we zijn heel gelukkig,
en kunnen ons geluk niet op.
het geluk is ons zomaar in de schoot geworpen.
dankbaar zijn we,
dit geluk te mogen ervaren.