Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Zelfs als glimp
je zwarte hoed
was handelswaar
completeerde altijd
jouw outfit in
het openbaar
een bekend verschijnen
zelfs als glimp kon
jij nooit onopgemerkt
verdwijnen alleen al
je ogen waren gekend
de gouden handtas
en je dito nagellak
gaven stof aan een
karakteristiek in hun
kleine roddelcircuit
maar wie al jaren
op de set verkeerde
genoot juist van
jouw subtiele kracht
in zwart onaangetast
jij had de tijd
en roddelbladen
in je macht want zwart
domineerde alle kleur
op het blanco blad
Stilte
het was als vuur
wij voelden het
alleen de warmte
ging ons voorbij
er waren geen vlammen
wel ongekende emoties
niet op een rij maar
in chaotische werveling
waarbij de een
snel de ander verving
om gaten te vullen die
alles zouden verhullen
het was stilte die
joeg door ons bestaan
het steeds laten gaan
van niet te raken zaken
waar is de stop
die de strop van ons leven
weer lucht zal geven
in een vrij kunnen spreken
met het geluid van breken
zullen woorden open gaan
hun talen laten weten en
voelen we de warmte weer aan
Vals zonnemoment
zij greep
een donkere wolk
tijdens zijn vlucht
door de lucht
verijsde de druppels
hagelde ze wit uit
aan de zwarte kant
van de dreigende bui
nog scheurde
spanning zijn bliksem
langs kartelige randen
om in donder te aarden
zij lachte in een
vals zonnemoment
regenbogen dichterbij
kleurde zo dit schouwspel voor mij
Tweede klas
het was
tweede klas
maar meer kon
ik echt niet vragen
stralende ontvangst
met warme lach
bloemen fleurig
net geplukt in de kas
blijheid
recht uit het hart
dus weg met het
etiket tweede klas
het is iets
dat niet meer past
in de maatschappij
die wij dragen vandaag
een relikwie
uit rangen en standen
wij kiezen voor stranden
met all inclusief voorhanden
Gods hand
licht wolkte
speels tegen
een donkere hemel
vonkte af en toe
in het versterken
van elkaars intensiteit
in serene stilte volgden
kleuren het tijdloze
pad van komen en gaan
zonder een ons
bekend patroon bleef
de balans zuiver en schoon
ergens lichtte
volmaaktheid op maar
gods hand wuifde gewoon
Haat mystieke kant
in een valse
onweerszon
schittert de
monoliet zijn
boodschap tegen
donkere wolken
magistraal torent
hij hoog boven
het stille land
schaduw werpend
op haar warme
mystieke kant
zij voedt de
atmosferische
energieën diep in
het spanningsgebied
van het reflecterend
geestelijk verkeer
zij zijn onthecht
waren een eenheid
op interstellair niveau
toen de mens in
eerste genen langzaam
naar boven kroop
nu zijn het
artefacten uit
lang verleden tijden
waarin het eerste
leven voorzichtig met
de eeuwigheid vrijde
Totaal onthecht
ik heb mensen zien staan
groepen met vage gezichten
op tal van perrons waarvan
wij nauwelijks het bestaan wisten
wij gingen langs
namen alles mee in een
nog niet ingepakt herinneren
door gehaast vertrek van overzee
proeven lucht in
duizend andere smaken
zien huizen en gebouwen
die wij thuis niet kunnen maken
stoppen op
vreemde plaatsen
het voelt niet echt
wij zijn totaal onthecht
pas na een lange rust
is er die zucht
stilte voelt weldadig aan
we delen nog dezelfde maan
De laatste spriet
lichtvoetig
liep ik over gras
knipperend in
mijn relatie
greep de laatste
spriet houvast
voor een zekerheid
die er niet meer was
plukte later
madeliefjes
voor het grote
kringgebeuren
in onze cirkel
vertelt de krans
alle details in
geur en kleuren
we hebben nog
gezongen en met
aanwijzertje gekust
het gaf mij geen rust
ik zag hoe
jouw hand en ogen
zacht het gras bewogen
waarop ik had gelopen
Als ik maar weet...
Als ik maar weet, mijn God,
Dat U mijn aardse leven leidt
En mij van zonden hebt bevrijd
Dat U begaan bent met mijn lot.
Als ik maar weet, dat ik mijn zorgen
Altijd aan U mag toevertrouwen
En dat die keus mij nooit zal berouwen
Dat U bij mij bent, elke nieuwe morgen.
Als ik maar weet, dat U mij niet verlaat
En ook altijd bij mij wilt zijn
In vreugde, maar ook in pijn
Wil mij gedenken in Uw wijs beraad.
Als ik maar weet, dat U mij bij wilt staan
In alle omstandigheden en in alle tijden
Dat U Uw aandacht aan mij zult wijden
Mijn God, ik bid U, blijf met mij begaan.
Amen
Omkijkend
wij vleugelen niet
verplaatsen ons al
ongehinderd in de geest
zeggen dat we dromen
praten vaak met anderen
die naar ons komen
omkijkend zien we
de lach die het nu ontspannen
lichaam vervult met kracht
wij lijken zorgenloos
de werelden te omspannen die in
ons deel van het universum hangen
nog is er niet het gevoel
van er helemaal bij te horen in
een antwoord dat ons zal bekoren
wij wachten af
zenden onze boodschappen
hopend op een vruchtbaar contact
Onuitgesproken jeugd
ik heb als kind
met zuchtjes wind
mijn leven al beschermd
waaide mee
in het driften van zand
langs een herfstig strand
verzamelde luwte
voor een poos als vorst
zijn snijden tot lijden koos
toch moest ik later
kleur bekennen om mijn
bescherming daarop in te stellen
ik harnaste een
onuitgesproken jeugd
waarin ik gezichtsloos loog
heb net uit colbert
pantalon en pet mijn
gevechtspak in elkaar gezet
ben maatschappelijk klaar voor
de ratrace van gelijk gezinden die bij
de start zichzelf al niet kunnen vinden
De creatieven
ik zag kleuren tunnelen
van een verre zon
zij spiraalde warmte van
waaruit het ooit begon
haar koestering
schreef tekens met
een vlagende wind in de
liedmelodie van een kind
vol verbazing
herkende ik refreinen
als op het lijf geschreven
werden zij al snel de mijne
in een vreemde taal
zong diep in mij de
energie het verhaal van
ontstaan en verdergaan
hoe leven altijd
probeerde te ontsnappen
uit het eeuwige circuleren
in een gesloten systeem
alleen de creatieven
wisten als dieven in de nacht
te ontkomen aan de dodelijk
inerte aantrekkingskracht
Lange touwen
De wereld zonder lange touwen
Is moeilijk langer vast te houden
Zoals donker lucht word ingewijd
Maar licht raakt ook zijn stralen kwijt
Als we langer zouden hopen
om een straal te kunnen kopen
Is dat eerlijk, geeft dat zekerheid?
Geen ieder die dat licht vermijd?
In de wereld die wij houden
Vragen meer naar korte touwen
Naar een handvat die word opgelegd
Maar niemand die voor vrede vecht?
Zullen wij de losse handen
Gaan verbinden tussen onze landen
Dat iedereen voor langer kiest
Geen oorlog die de mens verliest?
Maar liever worden wij vergeten
Dan minder dan een ander weten
Ikzelf zou beter kunnen geven
Maar die gedachte was ik toch al lang vergeten
Apocalyptisch manifest
ik heb de tijden
erop na geslagen
het zal u niet
behagen maar
dit is alweer de
duizendste uitgave
van het veel te
vaak gepubliceerde
apocalyptisch manifest
ik ben gestopt
waar vissen kleine
plastic tranen huilen
in hun van afval
totaal vergeven zee
waar spiegels steeds
ondoorzichtige beelden
geven van vervuiling
door kleverig fijn stof
met roet beslagen
oppervlaktes wijzen
alle aanspraken af
op het zicht dat ons
ontnomen is en
nu verwordt tot
de ergste nachtmerrie
die de mens al is
overkomen in zijn dromen
Het koningspaar
de poppenkast
zit vast tussen
heden en verleden
nog spelen handen de
personages en vertolken
stemmen hun geluid
maar het jeugdig
tegenspel geeft
veel te vaak niet thuis
dan gaan de poppen
in herstel met grote
wasbeurt van de kleren
schuren en plamuren
een likje kleur
past dan wonderwel
het boek met teksten
is altijd leeg gebleven wel
zijn de datums bijgeschreven
wij voelden ons het
koningspaar in lachen en plezier
de woorden stroomden maar
Scheppingsgeluid
het gras
zingt groener
waar bloemen
kleuren orkestreren
in blauwe tonen
spant lucht
ruimte voor het
immens scheppingsgeluid
nog is de harmonie
onbestemd in
de veelheid van
gespeelde partituren
maar er is altijd
de dirigent die het
fenomeen lente kent en
naar een grootse finale brengt
Echoloze muziek
ik heb je
op een stoel
voor het voetlicht
gezet zonder tekst
alleen je ogen
presenteren open boek
je lichaamstaal
is de standaard die
jouw aanwezigheid
dragen moet in
het bedrijf dat ik
de voorstelling noem
jij bent en blijft
mimisch schouwen
ik dans en zing
grap en grol in
gefixeerd zijn door
alleen mijn eigen ding
toch voelt de zaal
de leegte die ik
speel als in een schilderij
zonder warmte en kleur
waar echoloze muziek
emoties beperken
ik dacht in jou
het ijkpunt te vinden
voor mijn strapatsen
maar zij zijn gelijk het
zielloze kreuken van golven
die eeuwig de rotsen beuken
Hoge tonen
ik heb je
nog nooit
horen zingen
in de veelheid
van jouw
expressief vocaal
is het er nooit
van gekomen
of zit jij liever
te dromen bij
een talentvol
muzikaal onthaal
jij hebt de
mystieke sfeer
van ballads in
hun weemoedig
vertolken van
het levensverhaal
juist de hoge
tonen waarin
eenzaamheid klinkt
mogen niet verwijlen
in grote ijlte
en verloren gaan
kom zing voor ons
de sagen en legenden
die als historisch
erfgoed geschreven
staan in de onbekende
diepten van je ziel
Warme wisselstromen
als ik je zie
in ogen die dansen
dan is er altijd die lach
de ultieme uitnodiging
om mee te gaan
weer samen op jacht
we weten
dat spanning huist
in warme wisselstromen
het is de droom
die we altijd zullen spelen
zonder ons ooit te vervelen
dan raak ik jou
jij schrikt want je
weet bij god niet waar
in het onverwachte
verzamelen zich onze krachten
door het bipolair schakelen
zo kunnen wij focussen
energieën fixeren waaruit
we samen geluk genereren
Tandengeknars
ik heb de
poorten van de hel
open zien gaan
na een imposante
trap omlaag likten
vlammen vurige zuilen
ik had kabaal
verwacht geweeklaag
en tandengeknars
maar zag een
ordelijke rij langs
fonteinen flaneren
van heksen tot
minnestrelen en criminelen
moordenaars en ander gespuis
ik vroeg hen honderduit
het hoe en ook waarom
alles zonder zichtbare buit
zij moesten eeuwig
draaien om niet hun handen
aan de waarheid te branden
ik stond nog achteraan
ben niet door de poort gegaan
in het beteren van mijn leven