Zoeken
Zoek een Gedicht of Quote met onze verbeterde zoekmachine!
Resultaten voor je zoekbewerking (maximaal 200)
Het spleen (vrij naar Godfried Bomans)
Ik hoef mijn hand niet voor mijn mond te doen
wanneer ik zit te gapen.
Ik wou dat ik twee poesjes was,
dan kon ik samen slapen.
Geur
als wij samen zijn
stijgt er een geurtje op
dat ik nog ruik als jij weer weg bent
is het jouw geur
of die van mij
of van ons samen?
Tweeëenheid
nooit leef je intenser
dan met de dood voor ogen
nooit is je liefde dieper
dan als je afscheid neemt
Eenwording
U die heel de wereld kunt omvatten
schijnt in mijn hart te willen wonen
blijf dan in mij
en laat mij in U blijven
zo zal het verste land altijd mijn thuis zijn
Lustoord
met hun altijd al aanwezige besef van adeldom
wanen zij zich panter, luipaard, leeuw
als ze sluipen door de bruine halmen
op het afgezette bouwterrein
Troetelnaam
ik belde hem
nog voordat ik iets zei
begroette hij me met een koosnaam
die ik al lang niet meer van hem had mogen horen
hij dacht dat ik een ander was
Stijlbreuk
karamel is de smaak van je lippen
pepermunt die van je tong
hyacint is de geur van je wangen
waarom is je blik dan zo zuur
en zijn je woorden zo bitter?
Levensverwachting
Op de helft van je leven
voor een baan al afgeschreven.
Ouder en je hart staat even stil,
tijd voor 't lezen van je laatste wil.
Onafscheidelijk
onder mijn hart heb ik je niet gedragen
maar in mijn armen heb ik je gewiegd
nu speel je in de golven van de zee
die eens mijn as met die van jou zal mengen
Sommigen maken het bont
spartelend lijfje met witrood vlees
oogjes die verbijsterd flitsen
iemand levend villen
verzint geen beest
dit doet alleen de maat van alle dingen
Ontmoeting
ze noemen U het licht
voor mij bent U de warmte
die hart en lippen zacht maakt
ik zoek geen woorden meer
U hebt mij al bevangen
Een liefde
het sijpelt langzaam weg
druppel voor druppel
wat tussen jou en mij was
er resten nog slechts wit
en zwart
en grijs
VoiceMail
Bij terugkeer in de eenzaamheid
zie ik het rood geknipper.
Heb jij me toch gebeld?
Het lampje dooft,
mijn hart wordt stil:
geen mens heeft zich gemeld.
Verrassing
Je stond zo-even voor mijn deur.
Ik herkende je aan je haar.
Ik rende naar voren om open te doen.
Ach, het was de postbode maar.
Intermezzo
Ik zweefde al in hoger sferen
en was de materie vergeten,
toen ik op aarde terug moest keren,
omdat de katten wilden eten.